‘Zo ver is het dus gekomen: dat je niet meer mag zeggen dat je van je land houdt.’ Billy Bragg over ‘Englishness’, de hond uitlaten en de weirde muziek op zijn nieuwe cd ‘English, Half English’.

Door Peter Van Dyck

‘English, Half English’ (Cooking Vinyl).

Billy Bragg (44) vertrekt met English, Half English op muzikale reis. Hij dompelt zichzelf onder in een mondiaal bad van rootsmuziek. De rijke schakeringen van reggae, Arabische muziek, afro, folk, hillbilly, honky tonk, blues en soul staan in schril contrast met het vorige, bescheiden album William Bloke, dat terugkeerde naar het naakte geluid van de begindagen.

In de eerste helft van de jaren ’80 stak Bragg zijn neus aan het venster als een ‘one man Clash’. Met alleen maar zijn elektrische gitaar en zijn stem verkondigde hij uitgesproken sociale en politieke standpunten en zong hij tussendoor, soms al even scherpe, liefdesliedjes. Als angry young man kon hij ook in zijn observaties van relaties hard uit de hoek komen, maar sinds hij in ’94 met vrouw Juliet een gezin heeft gesticht en vader werd van zoon Jack is hij nog sterker gaan geloven in zijn principes. Het credo waarmee hij onsterfelijk werd, I’m not looking for a New England, I’m just looking for another girl (uit A New England dat in ’85 een hit werd voor de betreurde Kirsty MacColl), gaat vandaag niet meer op. Tekstueel pikt English, Half English in op het thema van de Engelse identiteit, een onderwerp waarover hij in ’97 al cursiefjes schreef voor de Britse Radio 4.

Nu je vrouw en kind hebt, lijk je écht op zoek te zijn naar een nieuw Engeland.

Billy Bragg: Daar lijkt het op. Toen ik A New England lang geleden schreef, durfde ik niet te denken dat het zo bekend zou worden dat ik constant aan die woorden zou worden herinnerd. ( lacht) Daar moet ik mee leren leven.

Je lijkt hoe dan ook veel na te denken over de Engelse identiteit.

Bragg: Zeg maar: over identiteit op zich. Identiteit slaat op een persoon, niet op een natie. Door de oprichting van een parlement in Schotland en Wales en het debat over de euro is dat echt wel een issue dat mijn land in de ban houdt en vertwijfeling heeft gebracht. We zijn ons vragen beginnen te stellen over onze positie in de wereld. Wat ironisch is, want we hebben waarschijnlijk de meest diverse samenleving van Europa. Londen is dé multiculturele stad bij uitstek. De kapitein van het nationale cricketteam is een Pakistaan en de manager van ons voetbalelftal is een Zweed. Mensen vragen zich af of we kunnen overleven in een Europa van vele verschillen, terwijl ons eigen land altijd al een smeltkroes is geweest.

Maar toch heb je het ook dikwijls over Englishness. Wat ís typisch Engels?

Bragg: Precies die veelkleurigheid. Er is dat boek van George Orwell: Lion And The Unicorn. In 1940 geschreven, maar hij komt tot dezelfde conclusie als ik, dus nog vóór er mensen van de Commonwealth naar ons land migreerden. Zelfs in het blanke vooroorlogse Engeland viel die diversiteit hem méér op dan gelijk welke andere karakteristiek. Belangrijk is waar we ons op dit moment bevinden, niet waar onze ouders en grootouders vandaan komen. Ik probeer een nieuw Engeland te boetseren uit wat we daadwerkelijk hebben, en niet wat we gehád hebben. Kijk om je heen, denk na over wat je ziet en probeer daarmee een beeld van het Engeland van de 21ste eeuw te vormen. Kan je je voorstellen dat we een natie zijn die bang is van de euro? Daar is geen enkele reden toe.

Je hebt in artikels ook op het probleem gewezen dat het patriottisme het exclusieve domein is geworden van racisten en voetbalhooligans.

Bragg: Dat komt omdat de meerderheid, mensen die geloven in een faire en multiculturele maatschappij, nooit het woord Englishness in de mond nemen. Omdat ze schrik hebben daarmee de migranten voor het hoofd te stoten. Dat heeft een vacuüm gecreëerd. Daar zijn de racisten en hooligans ingedoken. Gevolg: Englishness wordt nu automatisch geassocieerd met dat soort tuig. Als je achter op een auto een sticker van de Engelse vlag ziet, denk je automatisch: dat moet een van hen zijn. Als je de Schotse vlag ziet, redeneer je daarentegen: dat is iemand die trots is op zijn land.

De Engelsen halen hun identiteit nog altijd uit hun glorieus imperialistisch verleden. Engelse hooligans zeiden tijdens Euro 2000 in Charleroi tegen de Belgische politie: ‘Jullie kunnen ons niet arresteren, want ons land heeft jullie land bevrijd tijdens de oorlog.’ Welke samenleving stuurt zijn jongeren nu met dat soort attitude naar het buitenland? Ze halen historische feiten aan om hun eigen gedrag te verantwoorden: dat is hemeltergend, toch? Het wordt dus tijd dat we afrekenen met die dwaling. We moeten wat meer naar de realiteit van vandaag kijken.

Je wijst er in het nummer ‘English, Half English’ fijntjes op dat bijna alles wat als écht Engels wordt beschouwd eigenlijk uit den vreemde komt. Zelfs de thee die jullie drinken, toch een van de grootste Engels tradities, is ingevoerd uit India.

Bragg: Dé meest geliefde restaurantmaaltijd van de Engelsen is chicken tika masala. Ook van Indiase origine, maar aangepast aan de Engelse smaak, omdat er een tomatensaus aan de oorspronkelijke schotel is toegevoegd.

Voorwaar een multicultureel gerecht.

Bragg: Inderdaad. Wij hebben zoveel van andere culturen overgenomen.

Meen je het als je zingt: ‘what a beautiful country you are’?

Bragg: Waarom twijfel je daaraan?

Omdat je zo vaak kritiek hebt op je land.

Bragg: Dat is waar. Maar dat betekent nog niet dat ik er ook niet de schoonheid van zou kunnen inzien. Mijn zoon mispeutert wel eens wat en dan moet ik hem terechtwijzen, maar dat wil niet zeggen dat ik niet van hem hou. In Engeland krijg ik ook vaak de vraag of ik dat statement ironisch bedoeld heb. Zo ver is het dus gekomen: dat je niet meer mag zeggen dat je van je land houdt. Je krijgt al snel het verwijt een patriot of een chauvinist te zijn.

Die regel is trouwens een vertaling uit het Arabische folklied Yanass El Ghorba (The Emigrés) waar we English, Half English op geïnspireerd hebben. Lu Edmonds, die de gitaarriff speelde waarrond we de song bouwden, legde me uit wat de originele Algerijnse tekst betekende. Ik vond het perfect passen in dat nummer. Er zit veel humor in die song, maar uit die eindregel moet blijken dat ik niet de draak wil steken met mijn land, maar het net mooier en bonter wil maken.

Kijk, ik wil provocatieve platen maken. Met dat statement wil ik de mensen provoceren die niet over Englishness willen praten en zo de Conservatieven vrij spel geven om dat volledig te claimen. Die Engelse identiteit is toch geen alleenrecht van al wie blank, puur en Angelsaksisch genoeg is? Fuck that, die behoort niet tot één groep of klasse, die behoort mij evengoed toe.

Je bent verhuisd naar Dorset. Heb je daar de spirituele kracht van de natuur ontdekt? Uit een nummer als Some Days I See The Point kan ik opmaken dat de zee je een gevoel van vrijheid en perspectief geeft.

Bragg: Ik heb de spirituele kracht ontdekt van het uitlaten van de hond. ( lacht) Ik heb meer beweging nodig, maar als een gek gaan fitnessen in een gymzaal zie ik niet zitten, dus heb ik een grote hond gekocht. Elke dag wandel ik een aantal kilometers langs de kliffen aan de kust. Dat maakt mijn hoofd leeg. Het heeft iets spiritueels, ja. Raar genoeg heeft het rustige Dorset van mij een actiever mens gemaakt. Ook qua politiek engagement. Door Londen te verlaten, heb ik een totaal nieuw perspectief gekregen. Dorset is een bakermat van de Conservatieven. Toen de verkiezingen eraan kwamen, moést ik actie ondernemen en Labour steunen. Ik ben ook enorm betrokken bij een songschrijfproject aan een plaatselijke school. Je kunt dus allerminst stellen dat ik nu een luilekker leventje leid.

Sommige mensen worden met de jaren cynischer. Bij jou zie ik bijna de omgekeerde evolutie.

Bragg: .Ik moet vechten tegen het cynisme. Cynisme is een groot probleem in de moderne samenleving. Cynische mensen denken op alles het antwoord te weten. Je kunt niet discussiëren met die lui. Als je een betere, progressieve maatschappij wil, is cynisme een grote vijand. Het is een zuur dat alles en iedereen aantast. Dat er vorig jaar in Groot-Brittannië minder dan zestig procent is gaan stemmen, vind ik alarmerend. Ik moet echter toegeven dat ik me soms ook wat cynisch voel. Dan moet ik even op mijn tanden bijten. Maar ik troost mezelf met de gedachte: zolang je je bewust bent van dat gevaar, zink je er niet in weg.

Muzikaal bekeken is je nieuwe cd heel rootsy. Is het werk met americana-groep Wilco aan het Woody Guthrie-project met de twee ‘Mermaid Avenue’-platen daarop van invloed geweest?

Bragg: In zekere zin wel. Dit album was, net als de samenwerking met Wilco, het gevolg van een gezamenlijke inspanning. Het ging erom met een aantal mensen samen te zitten, muziek te maken en structuur aan te brengen in de songs. Dat is een heel andere werkmethode dan de studio binnenkomen en de muzikanten dicteren wat ze moeten doen. Dit is veel organischer. Ik heb me echt enorm geamuseerd met Wilco. Voordien was het meer van: ik die met alle ideeën kwam en de kar trok. Nu is er meer uitwisseling met de muzikanten, ik word uitgedaagd om van alles uit te proberen. Soms stuurt de groep me letterlijk wandelen, zodat ik op teksten kan broeden, terwijl zij nog wat songs bijschaven.

De orgelpartijen van Ian McLagan, een levende legende die deel uitmaakte van The Small Faces, zijn fenomenaal.

Bragg: Zijn bijdrage aan English, Half English was van cruciaal belang. Ik deel zijn achtergrond. Groepen als The Small Faces hebben mij muzikaal gevormd. De andere muzikanten met wie ik op deze plaat werkte, zijn meer in de hoek van de wereldmuziek te situeren. Vanaf het moment dat zij zich dreigden te verliezen in de polyritmes trokken Ian en ik hen terug naar het Billy Bragg-territorium. Samen konden we hen in bedwang houden.

Hoe ben je met hem in contact gekomen?

Bragg: Hij woont nu in Austin, Texas. Ik heb hem jaren geleden in Los Angeles leren kennen, via mijn vriend Sid Griffin van The Long Ryders. Toen ik met Mermaid Avenue op een Amerikaans festival speelde, contacteerde hij me. Hij had een album geschreven over zijn zoon, die ik in Londen gekend heb, en vond het een leuk idee als ik daarop mee zou zingen. Van het een kwam het ander. Toen Wilco niet meer kon toeren met Mermaid Avenue is Ian met zijn bar band ingesprongen. Tot mijn verbazing zag hij het nadien ook nog zitten om die weirde muziek van English, Half English te spelen.

‘Die Engelse identiteit is toch geen alleenrecht van al wie blank, puur en angelsaksisch genoeg is?’

‘Elke dag wandel ik een aantal kilometers langs de kliffen aan de kust. Dat maakt mijn hoofd leeg. Het heeft iets spiritueels, ja.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content