Stefaan Werbrouck
Stefaan Werbrouck Ex-hoofdredacteur van Knack Focus en tv-freak

Maandag 19/4, 21.10 – Canvas

28 augustus 1988, het WK wielrennen in Ronse. Het is een zwarte dag in de jeugd van ondergetekende, en in de herinnering van elke Belgische wielerliefhebber ouder dan dertig. Nochtans leek er lang geen wolkje aan de lucht: Claude Criquielion was op weg naar de streep met enkel de jonge Italiaan Maurizio Fondriest in zijn zog, die normaal gezien in de sprint geen partij was. Vlak voor het einde werd het duo echter ingehaald door Steve Bauer, en toen Criquielion de Canadees in de spurt wilde passeren, dwong die hem tegen de omheining en kwam de Belg ten val. Weg tweede wereldtitel voor Criquielion, verbijstering alom aan de streep én in duizenden Belgische huiskamers en het begin van een rechtszaak die vijf jaar zou aanslepen. Luc Kempen, Guillaume Graux en Jo Badisco keren twintig jaar terug in de tijd en reconstrueren in Criquielion – Bauer, De vloek van Ronse die veelbesproken eindsprint, met getuigenissen van de twee hoofdrolspelers zelf en vele anderen. Aangezien het hier Belga Sport betreft, durven we met zekerheid te stellen dat de zwarte dag van toen toch eindelijk tot iets moois geleid heeft.

Heb je lang moeten aandringen bij Criquielion en Bauer?

Luc Kempen: Bij Bauer lag het niet voor de hand. Hij heeft nog niet zo vaak over de hele zaak gepraat en hij was bang om nog maar eens als de slechterik te worden neergezet. Maar nadat we hem de aflevering over de strijd tussen Lemond en Fignon (uit het eerste seizoen van Belga Sport; nvdr.) opgestuurd hadden, draaide hij bij, en eigenlijk was hij dan heel sereen. Wat gebeurd is, is gebeurd, zo denkt hij erover.

En hoe kijkt Criquielion vandaag terug?

Kempen: Daar blijf je toch bitterheid voelen, maar hij heeft natuurlijk op alle fronten verloren. Ten eerste is hij slechts één keer wereldkampioen geworden, en dat maakt een groot verschil op je erelijst. Eén WK, dat kan een toevalstreffer zijn, met een tweede kom je meteen tussen grote namen als Schotte, Van Looy en Bettini. Bovendien – zoals hij ook zelf zegt – weet vandaag nauwelijks nog iemand dat hij in 1984 het WK heeft gewonnen en wordt hij vooral aangesproken op die sprint in 1988. Daarbij is hij na Ronse verwikkeld geraakt in een rechtszaak die vijf jaar lang geduurd heeft en waar hij als grote verliezer is uitgekomen.

Dat de ene renner de andere voor de rechter sleept, was toen toch zelden gezien?

Kempen: Ja, wielrennen is bij uitstek een sport waarin je valt, opstaat en gewoon weer voortgaat. Je kunt Criquielion echter begrijpen, want de emoties liepen na de wedstrijd hoog op. Mark Uytterhoeven, die als jonge reporter aanwezig was, getuigt van de grimmige sfeer en het gevoel dat ‘men’ wel zou regelen dat Criquielion toch wereldkampioen zou worden. Zelfs Piet Van Eeckhaut, die later de advocaat werd van Bauer, vertelt dat hij bij zijn ouders tv zat te kijken en na afloop dacht: Die moet aan de schandpaal. (Lacht)

Criquielion is ook een beetje in die rechtszaak geduwd. Hij kreeg ’s avonds al telefoon van Hitachi, de sponsor van zijn ploeg én van het WK, om stappen te ondernemen. En de burgemeester van Ronse, tevens advocaat, stond de ochtend na de wedstrijd bij hem met een uitgeschreven klacht tegen Bauer, die hij gewoon moest indienen. Voor Criquielion het dus besefte, was hij in een straatje zonder eind beland. In de jaren na Ronse heeft hij ook veel van zijn tijd in die rechtszaak moeten steken en heeft hij alles telkens opnieuw moeten beleven. Eddy Planckaert vertelt dat toen hij in 1990 Bauer met een paar millimeter voorsprong versloeg in Parijs-Roubaix, Criquielion hem bij de daaropvolgende koers meteen op de schouder kwam kloppen: ‘Un grand merci, Eddy!’

Die sprint in Ronse is al tientallen keren getoond. Is er nog iets nieuws rond te vertellen?

Kempen: In de rechtszaak is alles natuurlijk op alle mogelijke manieren uitgespit. De verdediging van Bauer heeft bijvoorbeeld allerlei wetenschappers op de beelden losgelaten die moesten aantonen dat Criquielion eigenlijk eerst Bauer heeft aangeraakt, voor hij viel. En de ploegleider van Bauer kon dan weer bewijzen dat de weg naar het einde toe versmalde omdat de organisatie op het allerlaatste moment nog een VIP-tribune had laten optrekken. Een Italiaanse zender heeft zelfs ooit een reportage gemaakt waarin met pijltjes en lijnen werd getoond dat er met de aankomststrook iets mis was. Echt waar, je zou er een hele debatavond over kunnen houden. (Lacht)

Zit er nog een verzoening in?

Kempen: Ze zijn elkaar later nog wel tegen het lijf gelopen, toen ze allebei ploegleider waren, maar volgens Bauer liep Criquielion hem altijd straal voorbij. En ik moet toegeven dat ik zowel bij Bauer als bij Criquielion het gevoel had dat ze toch eerst probeerden af te tasten in welk ‘kamp’ ik zat. Het is nooit onze bedoeling geweest om ze bij elkaar te brengen, maar het zou ook niet gelukt zijn. Bauer is misschien nog voor een ontmoeting te vinden, maar Criquielion niet.

Stefaan Werbrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content