Kort door de bocht: was Damon Albarn de marketeer van de Britpop, dan is Graham Coxon de artiest. Als tegendraads gitarist maakte hij van Blur de interessantste band van zijn generatie, en als contraire songschrijver zit hij nu al aan zijn achtste langspeler, het lekkere ‘A&E’.

Noot: beeld je bij alles wat Coxon zegt een dun zeurend stemmetje en een immer ironische glimlach in. Het is maar dat je hem vooral niet té serieus neemt. Hij zou het zelf niet anders willen: Coxon cultiveert tegenstellingen. Hij schreef met Tender, Boys & Girls, Country House en Coffee & TV mee aan de grootste hits van Blur, maar zegt pop hartsgrondig te haten. Hij is verlegen en heeft een hekel aan het podium, maar kijkt wel uit naar het megaconcert van Blur deze zomer, als afsluiter van de Olympische Spelen. En voor een man die Blur destijds opblies en in rehab ging, blijkt hij een verrassend aangename gesprekspartner te zijn. Weigeren om aan de verwachtingen te voldoen: Coxon heeft er zijn carrière op gebouwd.

Je kan je plaat niet ‘A&E’ noemen zonder dat journalisten daar vragen over stellen. Bij deze: waarvoor staan die twee letters?

GRAHAM COXON: Het is kort voor Accident & Emergency, de spoedafdeling in Britse ziekenhuizen. De plek waar je naartoe gaat als je per ongeluk je vinger afsnijdt, gewond raakt in een dronken gevecht of lazarus met je kop tegen de straatstenen gaat.

Was dat een persoonlijke getuigenis?

COXON:(Lacht) Ik ben er maar een keer of twee geweest – ik weet zelfs niet meer waarvoor. Maar de verschrikkelijke sfeer die er hangt, heeft diepe indruk op me gemaakt. Je komt er alleen maar ’s nachts, je moet altijd lang wachten, en je bent omgeven door dronken, agressieve lui of mensen met een bebloede windel die een gruwelijke wonde lijkt te verbergen. Het is geen plaats waar je graag naartoe gaat: het is een plek die angst inboezemt.

Ik ben geen marketingexpert, maar ‘een plek die angst inboezemt’ lijkt me niet de beste pitch om een album te verkopen.

COXON: Het leek me wel goed samen te vatten waar de plaat over gaat. Ik ben gematigd bezorgd om Groot-Brittannië. Ik zie te vaak documentaires passeren op tv over het nachtleven van de jeugd in de Britse grootsteden. Dan zie je een groep meisjes die zich opmaken om uit te gaan: snel acht shotjes sterke drank naar binnen gieten en dan de deur uit. En in het volgende beeld liggen ze op hun rug op straat, uitgeteld. Het ergste is dat het die jongeren niet eens kan schelen. Ze lijken niks meer om zichzelf te geven.

Mogen we jou een cultuurpessimist noemen?

COXON: Wellicht wel. (Lacht) Maar ik ben in de eerste plaats een technologische pessimist. Ik denk niet dat er nog nood is aan verdere technologische vooruitgang. Een jaar of zes geleden was voor mij alles perfect. Het had daar mogen ophouden. Ik bedoel: hoeveel pixels heb je eigenlijk nodig om een deugdelijke foto te trekken? En dan nog zal die foto niet zo goed zijn als die van een analoge camera van vijftig jaar geleden.

COXON: Ik ben gewoon verward omdat mensen blind technologie omarmen die hun noden overstijgt. Mensen lijken te denken dat ‘nieuw’ per definitie ‘goed’ is. Ik ben het daar niet mee eens. Pen en papier volstonden voor mij.

Ook muzikaal lijkt ‘nieuw’ je weinig te zeggen. Je grijpt op ‘A&E’ haast uitsluitend terug naar sounds uit het verleden: nu eens Can en Neu, dan weer Sonic Youth of zelfs oude Blur. Elk nummer lijkt een ander geluid te verkennen: is dat wat jou boeit als muzikant?

COXON: Ik voel me in de studio als een boer die zijn gewassen roteert. Het vierslagstelsel, als je dat nog iets zegt. Om de zoveel tijd keer ik naar dezelfde dingen terug.

Eigenlijk deed je dat ook al met Blur, dat in zijn Britpop-periode schatplichtig was aan bands als The Kinks, The Small Faces en The Jam.

COXON: Laat ons eerlijk zijn: pop heeft nooit om nieuwheid gedraaid. Oh! Darling van The Beatles was toch ook een pastiche op de fifties popsong? Ze deden zelfs covers van Buddy Holly. En de enige reden waarom elke muzikant songs van drie minuten schrijft, is omdat een of andere Amerikaanse radio-dj dat in de jaren vijftig zo heeft beslist.

Hoe kijk je terug op de hele Britpop-periode?

COXON: Ik ben er nog niet uit. De popmuziek maakte me vaak ziek. Neem nu Country House: verschrikkelijk nummer. Een goede song, pientere lyrics, maar oh zo catchy. Bijna cynisch: het doet me denken aan een kopje thee met tien suikerklontjes. Maar aan de andere kant was Blur ook meer dan een popmachine. Om de vergelijking te maken: er was de High Street Blur, maar er waren ook de zijstraatjes, met allemaal leuke winkeltjes. Alleen associëren de meeste mensen Blur met Boys & Girls en Song 2, terwijl ik net die andere dingen interessanter vond.

Nu, ergens mis ik het wel. Ik zag pas No Distance Left To Run, de documentaire over onze reünie in 2009. Er zaten oude beelden in van ons vieren, opgewonden dollend in de kleedkamer. Die schaamteloze onschuld van toen: dat mis ik.

Nu we het toch over hét onderwerp hebben: ik las dat er plannen waren voor een nieuwe plaat van Blur.

COXON: Dat heb ik ook gelezen. Ik keek op een dag op Twitter en las dat ik had gezegd dat we zeker een nieuwe plaat gingen uitbrengen. Dat was voor mij ook nieuws. (Lacht) Laat me het zo verwoorden: we schieten weer op met elkaar. We zien elkaar, we praten over alles. Maar er zijn geen data vastgelegd om in de studio te kruipen. Ik ben bezig, Damon is áltijd bezig: Blur zal sowieso meer een on and off thing zijn.

A&E

Uit op 30/3 bij EMI.

DOOR GEERT ZAGERS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content