De voorbije jaren opereerde Conor Oberst (28) voornamelijk onder zijn nom de plume Bright Eyes. Anno 2008 brengt hij nog eens een plaat onder eigen naam uit, en dat is toch alweer van zijn tienerjaren geleden. Al gaat het sindsdien merkbaar beter met Amerika’s folkvertegenwoordiger: ‘In vergelijking met de 16-jarige Conor ben ik nu een stralend zonnetje.’

Toen we Conor Oberst vorig jaar spraken naar aanleiding van Cassadaga, de laatste plaat van Bright Eyes, was hij net 27 geworden. Dat baarde hem grote zorgen, want een ijzeren rock-‘n-rollwet wil dat muzikanten in hun 27e levensjaar erg vatbaar zijn voor een vroegtijdige dood – zie onder anderen Jimi Hendrix en Kurt Cobain. Maar Oberst vierde onlangs heel gelukkig zijn 28e verjaardag. Dat verdient een compliment, vonden wij.

Proficiat!

Conor Oberst: Met m’n nieuwe plaat, bedoel je?

Met je 28e verjaardag.

Oberst: Yeah, I survived! Ik moet toegeven dat ik ‘m een jaar lang ferm geknepen heb. Toen ik eindelijk 28 werd, heb ik dat zo uitbundig gevierd dat ik bijna het eerste lid van The 28 Club was. En geef toe: dat zou maar zielig geweest zijn. (lacht)

Je hebt je nieuwe plaat opgenomen in de Valle Mistico in Mexico. Was je na de hippiecommune Cassadaga aan een nieuw toevluchtsoord toe?

Oberst: Zoiets, ja. Ik kan niet lang op één plaats blijven hangen, zeker niet als ik aan een plaat wil werken. Dan moet ik zo ver mogelijk van mijn dagelijkse omgeving verwijderd zijn. Thuis word ik toch maar om de haverklap uit m’n concentratie gehaald: door de telefoon, een buur die langskomt of vrienden die me mee op café nemen. In Mexico zaten we in een verlaten hotelletje, helemaal geïsoleerd van de wereld en met een telefoon die nooit werkte. Wilden we iets gaan drinken, dan moesten we naar Tepoztlán, op drie kwartier wandelen van onze studio. Na een dozijn tequila’s deden we over de terugweg natuurlijk dubbel zo lang. (lacht)

In de Valle Mistico worden nogal wat ufo’s gespot.

Oberst: Ja, naar verluidt is de vallei erg populair bij buitenaardse wezens. Helaas: niet één vliegende schotel gezien! Jammer, cause I honestly believe the truth is out there. Het universum is zo groot dat wij onmogelijk de enige levende wezens kunnen zijn.

Okay… Waarom heb je je nieuwe plaat eigenlijk niet onder de naam Bright Eyes uitgebracht?

Oberst: Omdat Mike Mogis niet meespeelt en hij echt een essentieel onderdeel van Bright Eyes is. Wel vreemd om na tien jaar weer een plaat zónder hem te maken. Alsof ik het handje van mijn mama losliet. Aanvankelijk was het wat onwennig, maar gaandeweg voelde het als… (schuldbewust) een bevrijding. Ik bedoel: Mike is een geweldige muzikant en een fantastische producer, maar ook een beetje een geluidsperfectionist. Het was een verademing om mijn nummers deze keer met een bende vrienden live op te nemen met een 16-track recorder. Al heb ik hierna evengoed weer zin om een keurig geproducete plaat te maken. En ik broed trouwens ook op een plaat met M. Ward en Jim James van My Morning Jacket.

Een van de songs op je nieuwe plaat heet ‘I Don’t Want To Die (In A Hospital)’. Slechte ervaringen met ziekenhuizen?

Oberst:(lacht) Nee nee, ik heb dat nummer voor een vriend geschreven. Hij werd onlangs 75 en ligt al een hele poos in het ziekenhuis. De dood zélf boezemt hem geen angst in, maar hij wil absoluut niet in een ziekenhuisbed sterven. Hij heeft me zelfs doen beloven om ‘m uit het ziekenhuis te bevrijden als het zover is. Een belofte die ik zeker zal nakomen.

In ‘Moab’ viel me een filosofische bespiegeling op: ‘You can’t break out of a circle that you never knew you were in.’

Oberst: Ik ben echt trots op die zin, omdat hij een jarenlange frustratie samenvat. We weten vaak niet waarom we bepaalde dingen wél doen en andere niet. Kortom: waarom we ons gedragen zoals we ons gedragen. Terwijl we allemaal voorbestemd zijn. Door onze omgeving, onze opvoeding en onze afkomst. Als tiener vond ik niets zo erg als op mijn vader lijken. En nu ik mezelf meer en meer in hem herken, heb ik daar vreemd genoeg vrede mee.

En toch dacht ik dat ‘Moab’ over een gebroken relatie ging, waarin de maskers zijn afgevallen.

Oberst: Dat óók, ja. Het tweede deel van het nummer sluit aan bij het eerste: het gaat over jezelf anders willen voordoen. En dat heb ik in een relatie wel eens tot in het extreme gedaan. ’t Gaat heel specifiek over een periode waarin ik nogal ongelukkig was over mezelf. Om dat te compenseren, hield ik tegen-over mijn toenmalige vriendin al mijn slechte kantjes verborgen. Gewoon om in de illusie te verkeren dat ik een beter mens was. Ik hoef je niet uit te leggen dat ik dat niet lang heb volgehouden. Op een bepaald moment vallen zoals je zegt de maskers af. Ik kan blijkbaar heel slecht liegen tegen mezelf.

Je bent de voorbije vijftien jaar onwaarschijnlijk productief geweest. Nooit bang dat de inspiratie een keer opdroogt?

Oberst: Eerlijk gezegd praat ik daar niet graag over, want ik ben nogal bijgelovig als het op creativiteit aankomt. Erover praten maakt misschien boze geesten wakker. (lacht) Ik weet dat het spirituele quatsch klinkt, maar ik heb het gevoel dat een of andere inspiratiebron mij al die jaren goedgezind is geweest. It’s completely out of my hands. Dus: volgende vraag!

Onlangs heb ik ‘Spend An Evening With Saddle Creek’ nog eens gezien, een documentaire over de opmars van ‘jouw’ Omaha-scene. Wat was je als 16-jarige toch een serieuze, ongelukkige en humorloze kerel!

Oberst:I know! Na de première heb ik er nooit meer naar gekeken. (lacht) Als ik mijn 16-jarige zelve nu zou terugzien, zou ik wellicht óók denken: ‘Cheer up, miserable fuck!‘ Maar ja, ik was – zoals veel tieners – tot het besef gekomen dat de wereld niet het paradijs is waarvoor ik het als kind hield. En dus liep ik er wat ongelukkig bij. Blij dat die periode voorbij is. Ik heb nog steeds last van melancholische buien, maar in vergelijking met de 16-jarige Conor ben ik nu een stralend zonnetje.

‘CONOR OBERST’

Uit bij Wichita

CONOR OBERST & THE MYSTIC VALLEY BAND LIVE

3/9 Botanique, Brussel

Door Vincent Byloo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content