Cibelle @ GENT JAZZ

Tenzij u Lieven Verstraete heet, is de kans veeleer klein dat u al van Cibelle hebt gehoord. Cibelle is een Braziliaanse chanteuse die even vlot tussen soul en bossanova dribbelt als Luis Fabiano tussen twee Chileense verdedigers. Op Gent Jazz kunt u haar volgende week uitgebreid besnuffelen. ‘Ik word graag aangeraakt door mijn publiek.’

Cibelle mag er dan wel si belle uitzien – ze is niet voor niets fotomodel geweest – haar naam hoort u uit te spreken als Ci-bell-ee. Qua aanvullende personalia hoeft u voorts alleen te weten dat ze dikke maatjes is met Devendra Banhart en CocoRosie, dat ze bijgevolg een weinig naar wierook en patchoeli geurt en dat ze de mond vol heeft van chakra’s en energiebanen.

Aangezien wij nog geen ying van een yang kunnen onderscheiden, besluiten we het op een terrasje vlakbij haar woonst in Oost-Londen met de Braziliaanse zangeres maar over iets geheel anders te hebben. Over haar band met België bijvoorbeeld.

Cibelle: Een heel gezellig landje, België. Als jullie steden nog iets multicultureler waren geweest, dan had ik nu misschien in Antwerpen of Brussel gewoond in plaats van in Londen. Tien-twaalf jaar geleden ben ik in België beland via Suba (de Servisch-Braziliaanse muzikant die haar lanceerde; nvdr.). Hij had een platencontract bij het Belgische label Crammed Discs, waar ik na zijn dood in 1999 zelf ook getekend heb. Ik leerde Gent kennen, en Antwerpen, en Brussel. Maar zoals gezegd: East-London is much more coloured, ik voel me hier meer thuis.

In wat voor een omgeving ben je in Brazilië opgegroeid?

Cibelle: In zo’n typisch appartementsblok in een van de buitenwijken van São Paolo. Ik heb geen grote jeugdtrauma’s, maar ik herinner me die periode toch als een trieste tijd. Ik schoot bijvoorbeeld helemaal niet op met de kinderen van onze building. Ik was het lelijke eendje: ik gedroeg me anders, had andere interesses en droeg andere kleren. Ik was een outsider. Nu ben ik net trots om een outsider te zijn, maar toen leed ik daaronder. Elk kind wil erbij horen, hé. Pas toen ik als tiener modellenwerk begon te doen, is mijn zelfbeeld er een beetje op vooruitgegaan.

Het lelijke eendje werd een mooie zwaan?

Cibelle: Zoiets. Dat modellenwerk was uiteindelijk ook maar een boost van vijf minuten, hoor. Zo lang heeft het me ongeveer gekost om in te zien hoe ziek en verderfelijk de modewereld eigenlijk is. Wat ze er ook over mogen zeggen: het ís een oppervlakkige wereld, het gáát alleen maar over schoonheid, en je télt alleen maar mee als je extreem mager bent. Kijk, ik ben altijd erg slank geweest, maar toch raakte ik er in die periode van overtuigd dat ik moddervet was. Toen ik op een dag naast een anorectisch meisje boven de pot hing met een vinger in mijn mond, wist ik: ‘Hier zit iets grondig fout.’ Niet veel later ben ik er uitgestapt.

Jouw platen zijn zonder uitzondering conceptplaten waarop je een personage vertolkt. In hoeverre kom je overeen met Sonja Khalecallon, je alter ego op ‘Las Venus Resort Palace Hotel’?

Cibelle: Het is in ieder geval iemand die ik zelf zou willen zijn. Sonja Khalecallon is namelijk een gecombineerd anagram: de namen van enkelen van mijn grootste helden en heldinnen zitten erin. Sonia – met een i – is bijvoorbeeld de goeroe van een van mijn vriendinnen. Maar ook Frida Khalo kun je vaag in dat anagram herkennen. De rest moet je zelf maar ontdekken.

Tijdens je vorige tournee ging je de hort op met tien muzikanten van wie er telkens drie een dagelijks wisselend trio vormden. Werk je nog steeds op die manier?

Cibelle: Helaas, dat bleek niet te betalen. (Lacht) Jammer, want ik vond het een leuke manier om van elke avond een compleet ander concert te maken. Maar mijn huidige groep is minstens even straf, hoor. Ongelooflijk hoe intiem het voelt als we samen muziek maken. Ik kan het echt met niets anders vergelijken dan met een orgie. We spelen ook heel lijfelijk en tactiel: zeker nu het zo warm is, kronkelen we met onze bezwete lijven voortdurend tegen elkaar aan. Dus mijn geheim voor een goed concert is: elke avond een stevig potje vrijen met mijn muzikanten. It gets very sexual sometimes.

Kan het publiek in Gent deelnemen of mogen ze alleen de spreekwoordelijke camera vasthouden?

Cibelle:(Lacht) Doorgaans spring ik zélf voor een schunnig dansje in het publiek. Ik word graag aangeraakt door mijn fans. Maar ze moeten hun grenzen kennen. Eergisteren in Polen begon een man mij echt te bepotelen: dat is nu ook weer niet de bedoeling. Een andere keer ben ik een tijdlang gestalkt door een gast die ik op een avond tegen me had aangetrokken. Aanraken en dansen mag, maar stalken gaat me toch wat te ver.

Ik durf het nauwelijks te zeggen, maar tot in Gent!

Cibelle: Tot in Gent!

Door Vincent Byloo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content