BUONGIORNO, NOTTE ****

BUONGIORNO, NOTTE. Toen hadden ook revolutionaire marxisten nog een kanariepiet.

Zaterdag 26/10, 00.25 – Ned 2. Marco Bellocchio, IT 2003

Op 16 maart 1978 wordt Aldo Moro, gewezen premier en voorzitter van de Italiaanse christen-democraten, in Rome ontvoerd door de linkse revolutionaire beweging Brigate Rosse. Vijf lijfwachten kwamen daarbij om. Vierenvijftig dagen later wordt Moro’s lichaam doorzeefd met kogels teruggevonden in de kofferbak van een rode Renault 4, geparkeerd in het historische centrum van Rome. Het is een van de meest traumatische episodes uit de naoorlogse politieke geschiedenis van Italië, een die synoniem staat voor de anni di piombo, de jaren van lood, zoals die roerige periode genoemd wordt. Daarover draaide Marco Bellocchio het sobere Buongiorno, notte.

Politiek heeft altijd al deel uitgemaakt van het DNA van Bellocchio, een vriend van Pasolini. Bellocchio (°1939) was ooit lid van de communistische partij, maar zwoer later het dogmatische marxisme af. Buongiorno, notte is een soort ideologisch excuus voor dat verleden. De film is vrij geïnspireerd op het boek Il prigioniero (1998) van Anna Laura Braghetti, een lid van de Rode Brigades en de bewaakster van de ‘gevangenis van het volk’, het appartement in de Via Montalcini waar Moro werd gevangengehouden. In de film is zij herdoopt tot Chiara.

Het is door haar ogen, de enige vrouw in een vierkoppig commando, dat we naar de relatie tussen Moro en zijn ontvoerders kijken. Zo zien we hoe de jonge Chiara (Maya Sansa, bekend van La meglio gioventù) haar tijd verdeelt tussen haar werk in de bibliotheek en het runnen van het appartement – van koken en boodschappen doen tot Moro (Roberto Herlitzka) bewaken. Tegelijk volgt ze ook het ritueel van de ondervragingen en ‘het proces’ van Moro, in de ogen van het commando schuldig voor het historische compromis met de communistische partij en het verraad aan de klassenstrijd.

Bellocchio’s zorgvuldige reconstructie doorsnijdt de gebeurtenissen voortdurend met nieuwsbeelden, archiefmateriaal uit Russische propagandafilms over Stalin en beelden uit Roberto Rossellini’s melodrama Paisà (1946), over de bevrijding van Italië. Het punt dat Bellocchio op die manier maakt is dubbel. Enerzijds onderstreept hij zo de dubbelzinnige rol van de regeringspartijen en paus Paulus VI, die weigerden om te onderhandelen, anderzijds laat hij ook zien hoe de Brigate Rosse verblind waren door hun eigen ideologie en ze dezelfde wreedheden begingen als de fascisten decennia daarvoor.

Bellocchio focust daarbij vooral op Chiara’s wroeging, een stukje manipulatie van de geschiedenis – vandaar ook de naamswijziging van het personage. De echte Anna Laura Braghetti was een jaar na de ontvoering nog betrokken bij twee moordaanslagen. Haar inkeer kwam pas later. In de film droomt ze ervan om Moro bevrijd te zien, iets wat Bellocchio finaal ook toont: Moro wandelt door de straten van Rome, een statement dat zijn geest in Italië nog altijd rondwaart.

LUC JORIS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content