Tien tegen één, dat er ooit een film gemaakt wordt over het leven van Michael Bublé. Alleen het einde ligt nog open. Werktitel: From Rags To Riches. Of: A Fisherman’s Tale. Bij wijze van voorpublicatie: de beste quotes uit het te verwachten scenario.

* ‘Luister je nog altijd naar die mietjesmuziek?’

Bublés vader, een zalmvisser en fan van Led Zeppelin en The Who, als hij zijn zoon ’s avonds laat weer eens betrapte in zijn kamer, luisterend naar Sarah Vaughan, Ella Fitzgerald of Frank Sinatra, muziek die zijn grootvader hem met de paplepel had meegegeven. Bublé Jr. werkte zelf ook een tijdje in de visserij, vooraleer hij zich volledig op zijn talent als crooner richtte. ‘Op om vier uur ’s ochtends. In bed om 11 uur ’s avonds’, zei hij daarover. ‘Tussenin, het hardst denkbare werk ooit.’

* ‘Hallo! Jij speelt sax en mijn kleinzoon hier is een zanger. Als je hem laat spelen met jouw band, dan installeer ik gratis een warmwaterketel bij je thuis.’

Bublés grootvader, een Italiaanse immigrant en loodgieter, tegen om het even welke artiest in om het even welke club in Vancouver, om zijn kleinzoon een kans te geven om zijn talent te showen. Vanaf zijn zestiende speelde Bublé overal waar hij kon: in nachtclubs en stripbars, op cruiseschepen, in vaudevilles en revues. Een helse leerschool, zegt hij zelf. ‘Ik heb veel gevochten. Je speelt ’s avonds laat in een bar voor drie of vier man die je na één nummer toesnauwen je bek te houden. Wisten zij veel hoe hard een klap van een microfoon aankomt.’

* ‘Als jij en je vrouw ervan houden, dan is dat geweldig. Zo niet, dan heb je er een onderlegger bij.’

Bublé, bij het overhandigen van een demo aan een onbekende, na een verplicht nummertje als opwarmer van een zakenlunch. Na tien jaar ploeteren wou Bublé er de brui aan geven, maar een dag later belde de onbekende hem op, zei hem dat hij een medewerker was van de toenmalige Canadese eerste minister Brian Mulroney en nodigde hem uit om het trouwfeest van diens dochter muzikaal op te luisteren. Een van de genodigden op dat feest was David Foster, platenbons bij Warner en producer van o.m. Céline Dion en Madonna. De rest is geschiedenis.

* ‘Als je hard kunt maken dat ik dan een miljoen platen meer zal verkopen, wil ik mijn naam wel in Santaga veranderen. Anders niet.’

Bublé, vol zelfvertrouwen – zij het na een nacht lang tobben – tijdens zijn contractbespreking met de bonzen van Warner Bros die een naamsverandering suggereerden. ‘Bublé’ bekte volgens hen niet goed. Santaga, de familienaam van zijn moeder, was een mogelijk alternatief, omdat het wat aan Sinatra deed denken.

* ‘Ik ben in de Filipijnen geweest, in Singapore, Italië, Japan, Zweden, Zuid-Afrika, Israël, en ik heb geleerd dat al die landen een ding gemeen hebben: there are hot women everywhere!’

Bublé tijdens een van zijn optredens. Een quote die de censuurcommissie mild moet stemmen, want er zijn explicietere alternatieven voorhanden, zoals ‘Man, I’d love to lick her vagina’ (over een serveerster, tegen een journalist van het Britse muziekblad Q), of ‘Ik haat het als mensen niet over mijn muziek schrijven, maar wel over mijn lul… gigantisch als hij is.’ (tegen diezelfde journalist) Bublé genoot de eerste jaren van zijn doorbraak met volle teugen van de roem, en blies zo een acht jaar oude relatie op. Ondertussen is hij naar eigen zeggen iets bezadigder en heeft hij een relatie met Hollywoodactrice Emily Blunt. Benieuwd of die zijn nieuwe tournee overleeft.

(K.D.)