BORINAGE BASS

BambY BENJAMIN BAYEUL °1986, Bachelor Electro-akoestiek Conservatorium van Mons. / R-One ERWAN CHARLIE DODSON °1985, studeert Electro-akoestiek aan het Conservatorium van Mons. / LeBelgeElectrod FRANÇOIS VOLRAL °1985, Bachelor Electro-akoestiek aan Conservatorium Mons, timmert ook solo aan dubstep/electro- project. © FOTO'S WOUTER VAN VAERENBERGH
Hannes Cattebeke
Hannes Cattebeke Freelance journalist voor onder meer Knack

Niet alleen onze premier komt uit Mons, maar ook Belgiës hoop op dubstepgebied, drie geschoolde werklozen die verenigd zijn in Ganja White Night. Verslag van tussen de afgedankte mijnterrils van de Borinage. ‘Een voltijdse secretaresse, dat is wat we nodig hebben.’

Er stopt een bus voor de deur in Ghlin, deelgemeente van Mons. Handig, als je het zoals de mannen van Ganja White Night moet doen met een OCMW-loontje. Een vriend met een IT-bedrijfje en een huis in verbouwing laat hen repeteren in een kamer op zijn bovenverdieping. Ze beschikken over vijftien vierkante meter, niet betegeld en enkel verlicht door een streepje daglicht. De eerste winterkou is onverbiddelijk, want ‘centrale verwarming is er nog niet’.

Maar hei, honderd meter verderop in de straat ligt café Sainte-Barbe, genoemd naar de in deze streek alomtegenwoordige patroonheilige van de mijnwerkers. ‘Euhm, we zijn er nog nooit binnen geweest’, zegt R-One (Erwan), de stilste van de drie leden van Ganja White Night. ‘Het zit er vol met poivreaus.‘ Het woordenboek maakt ons niets wijzer. ‘Ik zou ook niet weten wat het betekent. Wij gebruiken het voor mannen die normaal thuis de godganse dag Cara Pils zitten te zuipen.’

Ook de twee andere muzikanten van het dubstepensemble, BambY (Benjamin) en LeBelgeElectrod (François), hebben niets met Ghlin. Alle drie wonen ze op een kot in het centrum van Mons. LBE verzon zijn nom de plume ooit in zeven haasten toen hij een track wou opladen op muziekforum electrobel.be. ‘En voor de bijnaam van Benjamin moet je maar eens in zijn ogen kijken.’ BambY: ‘Ze noemen me al zo van tijdens mijn tienerjaren. Maar mijn moeder leeft nog.’

‘ZALIG, MAAR EEN BEETJE WAZIG’

Op het internet zijn tientallen nummers terug te vinden van zowel Ganja White Night als van het soloproject van LeBelgeElectrod. Een ‘fysiek album’, zoals dat tegenwoordig heet, zat er echter nog niet in. Bij kenners doet hun naam wel een belletje rinkelen. Murdock, Vlaamse éminence grise van de jungle-drum’n bass-dubstep, weet hen wel te appreciëren. ‘Een beetje wazig, maar zalige gasten. Mannen die tot voor kort niets liever deden dan apestoned een hele nacht aan knoppen te zitten draaien. Als ze dan ’s anderendaags tegen de middag wakker werden, luisterden ze naar het resultaat en waren ze tevreden dat het iets had opgeleverd. Hun dubstep is in grote mate gebaseerd op de breakcore en breakbeat die R-One en LBE een paar jaar geleden maakten. Met hun drieën leggen ze de laatste tijd ook heel gemakkelijk de link naar reggae en hiphop. Het doet me heel erg denken aan het Dourfestival, bij hen in de buurt en ook zo eclectisch. Om de een of andere reden zijn de dingen uit Wallonië toch altijd iets gestoorder dan wat wij hier maken. Dat was zo met de techno en de house indertijd. En dat zie je nu ook weer in de dubstep.’

Ganja White Night trad al op in onder meer Canada, Engeland, Ierland en Finland, en eind november deelden ze in Londen zowaar de affiche met de oude knarren van The Orb. ‘Voor de tweede keer al. Maar dat kan enkel omdat we de organisator van die avonden een tijdje geleden beter hebben leren kennen. Behalve in Vlaanderen, zijn we eigenlijk nog nooit gevraagd door een organisator die we niet zelf kenden uit het circuit.’

GEEN PUBLIEK, WEL SUBSIDIES

De werkstukken van Ganja White Night liggen ver van de 4/4 dubstep die tegenwoordig op elke drukbezochte electroparty uit de boxen dreunt. Ze zijn nauwelijks in een hokje te duwen, maar hun hoekige beats, baslijnen waar je draaierig van wordt en uitgepuurde geluidseffecten maken hen toch heel herkenbaar. Alle drie leerden ze de stiel op het conservatorium van Mons, in de klas ‘Electro-akoestische compositie’ van Annette Vande Gorne. ‘Zij maakt deel uit van de Frans-Belgische Acousmatique-beweging’, zegt LeBelgeElectrod. ‘Het belangrijkste wat je daar-over moet weten, is dat de leden zich al vijftig jaar enkel bezighouden met geluid. Ze gebruiken geen ritmes of tempo’s. Als je kan, moet je eens een concert gaan bekijken. (lacht) Er zit geen kat, maar ze krijgen er wel subsidies voor. Wij gaan niet akkoord met alles wat ze doen, maar door bij Annette in de leer te gaan, hebben we wel een andere kijk op muziek gekregen en staan we een stuk verder dan de meeste dingen die je nu op de radio hoort. Het is zeker niet slecht dat er een groot publiek is voor dubstep. Alleen kunnen wij dat soort muziek niet maken. Er zit geen persoonlijkheid in. Nu ja, niet iedereen hoeft muziek te maken zoals wij.’

BAMBY: Wij zoeken de energie wel op, maar het hoeft niet noodzakelijk dansbaar te zijn. De dj’s die van die dubstep draaien in 4/4 nemen geen risico’s. Ze weten op voorhand dat al die gastjes hun handen omhoog zullen gaan steken als ze er een bepaald effect tussengooien.

Op In the Garden, het tweede album van Ganja White Night dat sinds oktober op het internet te koop is, staan wel een paar nummers waarvan gehoopt werd dat ze de radio konden halen. ‘Door enkele gastzangers uit te nodigen, hoopten we iets meer mensen aan te spreken’, vertelt BambY. ‘Maar onder meer omdat onze videoclip van Buddha (featuring Simon, een Waalse reggaezanger; nvdr.) vakkundig in de puree werd gedraaid, is er niets van gekomen.’

Door al die samenwerkingen liet In the Garden ook heel lang op zich wachten. ‘We nemen altijd onze tijd. Toen we de nummers eindelijk af hadden, hebben we nog weken in de studio gezeten.’

LEBELGEELECTROD: Een van die gasten die meewerkten, sliep in mijn bed. Ik heb toen al die tijd in een koude badkamer gemaft.

BAMBY: Het ironische is dat Shekel-Supernova, het enige nummer dat we in twee dagen ineengeflanst hebben, online de beste verkoopcijfers haalt.

BINNEN DE MINUUT

De drie zijn net terug van Engeland. Nog niet alle iPads, samplers, drumcomputers en mengpanelen zijn aangesloten op het computercircuit. Op onze vraag geven ze toch een korte demonstratie van hoe een repetitie er toegaat.

BAMBY: Meestal start R-One met een ritme. Zodra hij er tevreden over is, exporteert hij dat naar ons gemeenschappelijk systeem. Vervolgens beginnen we daarop te experimenteren en voegen we allerlei dingen toe. François zorgt doorgaans voor de de-sign en de baslijnen. Dat is echt zijn ’trip’ en dat merk je ook aan zijn solowerk. Ik houd alles netjes bij in mapjes. En als we het niet eens raken over welke stukken we willen overhouden, dan stemmen we gewoon. La démocratie, quoi. We laten heel het stuk afspelen en iedereen geeft afzonderlijk punten bij elke minuut. Die tellen we dan samen en de minuten met de meeste punten behouden we.

We verhuizen naar de Grote Markt van Mons. Het regent oude wijven. De serveerster van Le Ropieur komt zeggen dat de heren gerust boven in het café een sigaret mogen roken. ‘Dan zal ik daar heel discreet een asbak zetten’, fluistert ze samenzweerderig.

De Corsendonk en Karmeliet vloeien rijkelijk.

BAMBY: We zijn wel serieuzer geworden dan pakweg drie jaar geleden. Tijdens de repetities smoren en drinken we nog maar zelden. Soms heeft het veel weg van een 9-to-5-job. Allez, 10-to-6. Onze geluidskwaliteit is ook gevoelig verbeterd. Al ons geld gaat naar materiaal en nieuwe programma’s.

LBE: En naar bier.

BAMBY: Ooit moesten we eens spelen in Sint-Niklaas, waar we trouwens ook op oudejaar optreden. De ochtend daarna werd ik alleen wakker in een bed&breakfast in Londen. Het enige wat ik nog weet van die avond is dat er veel vrouwen bij waren. Ik heb dan maar de Eurostar terug naar Brussel genomen.

LBE:(Onderkaak vooruit, glinstering in de ogen) ‘Als we al die jaren niet zo veel gesmoord en gedronken hadden… Dan hé, wel dan stonden we nu in het voorprogramma van Justin Bieber.

BAMBY: Neen. Dan waren we wellicht zelfs geen muzikant geworden en was ik nu programmeur in een bedrijf. 3000 euro per maand.

LBE: Een job naast de muziek is voor mij onmogelijk. Dat zou het niveau van mijn muziek naar beneden halen.

BAMBY:Face it, man. Het is van moeten. Onze burgemeester en premier heeft met zijn regering de ‘degressieve werkloosheidsuitkering’ goedgekeurd.

Kan Dour niet een opstapje zijn om de carrière van Ganja White Night te lanceren?

BAMBY: Vier jaar geleden, nog voor we goed en wel begonnen waren, hebben we eens deelgenomen aan een concours waarvan de winnaar mocht optreden op Dour. We hadden niets van ervaring. En je moet weten dat wij als zowat enige dubstepband ter wereld alles live doen, wat het ook niet eenvoudig maakt om snel ergens een set te spelen. We stonden met bevende handen achter onze computers. Ik ben een absolute nul in scratchen, maar toch had ik dat in mijn hoofd gehaald.

LBE: Er stonden zeker zes mensen te kijken. En geloof me, dat is veel meer stress dan voor duizend man spelen.

BAMBY: We hebben zo’n degout gekregen door die ervaring dat we het nooit meer geprobeerd hebben. Begrijp ons niet verkeerd: we zouden nu niets liever doen dan eens op een groot festival staan. Maar dan willen we dat niet dankzij een of andere gunstige wind. Ze moeten ons echt willen, voor een correcte prijs en een mooie plaats in de line-up.

En zo timmert het drietal verder aan de weg, wachtend tot de gebraden kippetjes hen in de mond vliegen.

BAMBY: Ik weet het. We zouden meer promotie moeten maken, maar daar kruipt zo veel energie in dat er geen tijd meer zou overblijven om muziek te maken. Een voltijdse secretaresse man, dat is wat we nodig hebben.

DOWNLOAD

Ganja White Night: Green-O-Matic (feat. Glÿph)

LeBelgeElectrod: Life is a Wobble Bass

GANJA WHITE NIGHT (DJ-SET)

31/12, Cirque des Bizous

’t Bau-huis, Sint-Niklaas

www.vivalola.be

HANNES CATTEBEKE

‘ZONDER WEED ZATEN WE NU IN HET VOORPROGRAMMA VAN JUSTIN BIEBER.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content