Kleine lettertjes, grote meneer. Producer Wouter Van Belle, het geheime wapen van Luc De Vos, Stijn Meuris, Flip Kowlier, Joost Zweegers en Axelle Red, geeft bijna nooit interviews, maar áls hij het doet is het goed prijs – net als de aanleiding voor dit gesprek overigens, zijn magistrale solodebuut ‘Wow & Flutter’. Hou u klaar voor eNKELE emmers woest naar buiten gulpend gal over de Belgische muziekindustrie. ‘In de studio kreeg ik ooit telefoon van EEN platenbaas: ‘Proficiat, mijnheer Van Belle. Dankzij u verliezen we één miljard. ” Door Wouter Van Driessche en Jan Delvaux l Foto’s Charlie De Keersmaecker

Met platen van Wouter Van Belle is het zoals met kruisbeelden, huisstofmijten en Tupperware-dozen. Elk rechtgeaard Vlaams gezin heeft er minstens één in huis, maar in het geval van Van Belle is dat nauwelijks of niet geweten. De producer/arrangeur uit Hombeek is altijd een schaduwspeler gebleven, hoewel hij een cruciale hand had in bijna alle cruciale Belgische platen van de voorbije twintig jaar. Alleen al in ‘100 op 1’, de lijst van beste vaderlandse liedjes aller tijden volgens de luisteraars van Radio 1, is hij goed voor achttien nominaties, waarvan liefst drie in de top tien.

De voorbije twintig jaar heeft Wouter Van Belle achter de schermen van de Belpop zowat alle denkbare en ondenkbare rollen gespeeld. Hij is de piano van Mia, de versnelling in Ik Hou Van U en de strijkers aan het einde van Daar Gaat Ze. Hij was de man achter de knoppen bij The Way To Your Heart en The Best Is Yet To Come, en de architect van het internationale succes van Axelle Red. Hij is, kortom, een apart hoofdstuk in onze nationale muziekgeschiedenis, boekdeel: Het Kruim Der Natie.

Wouter Van Belle denkt met zijn oren en heeft een uitzonderlijke neus voor talent. Als oprichter van het kleine maar fijne platenhuis Petrol schonk hij de wereld Flip Kowlier, Stash en Yevgueni. En bovendien kan hij – letterlijk en figuurlijk – hits maken, al was het maar door ze met een engelengeduld in hun definitieve plooi te boetseren. Van Belle: ‘Aan Sensualité van Axelle Red heb ik zes weken zitten sleutelen. Toen ik begon, startte in Mechelen de bouw van een nieuwe McDonald’s. Toen ik klaar was, ging die open.’

Zoals alle groten is Wouter Van Belle geliefd, gehaat én gerespecteerd. En zoals alle groten blijft hij ook verbazen, zelfs na twintig jaar. Zijn solodebuut Wow & Flutter – techneuts voor hoge en lage klankfouten door snelheidsschommelingen – is bijvoorbeeld veel meer dan zomaar een dubbelalbum. Het is een manisch merkwaardig tweeluik geworden, zoals er hier sinds de middeleeuwen geen meer werden gemaakt. Ongeëvenaard en onevenaarbaar, zowel qua handwerk en manuren als qua permanente kwaliteitszorg en prijskaartje – ‘een flinke villa met een zwembad’, naar verluidt.

Wow & Flutter laat zich nog het best omschrijven als de ontlading na 41 jaar luisteren en in stilte bezig zijn. Van Belle hield namelijk alles bij wat hij ooit maakte – goed voor tientallen cd’s vol kindernummers, veldopnames als jonge klankentapper en flarden nachtelijke experimenten na zijn studio-uren als producer – en puurde, samen met coproducer Peter Obbels, daaruit in de zomer van 2000 tweeëntwintig nieuwe nummers.

In 2002 startte het werk aan de grande finale, onder het goedkeurend oor van Andrew Powell, Van Belles grootste voorbeeld. De Welshman leverde in de jaren 70 magie aan Kate Bush, Cockney Rebel, John Miles en Alan Parsons Project, maar dat belette hem niet om ‘diep onder de indruk’ te zijn van de demo’s die hij uit Hombeek toegestuurd kreeg. (Van Belle: ‘Zijn enthousiasme was het mooiste compliment dat ik ooit kreeg. Alsof Joost Zweegers van Paul McCartney te horen zou krijgen dat hij zijn nummers geweldig vindt.’)

In 2005 dirigeerde Powell de 54 muzikanten van het prestigieuze London Chamber Orchestra in de Abbey Road Studios in Londen, waar de plaat deels opgenomen werd. ‘Componist’ Van Belle luisterde met tranen in de ogen, en is er een jaar later nog altijd ondersteboven van. ‘ Wow & Flutter is een ambachtelijke, tijdloze plaat. Er staan geen delays of andere novelty-effectjes op. Alles is echt, en alles staat noot voor noot op partituur. Over honderd jaar kan een orkest de twee platen nog altijd zonder problemen opvoeren. Prachtige gedachte, toch?’

Er ligt een vakantie in het verschiet om alle Van Belles in uw huis op te sporen, en eindeloos in Wow & Flutter te verdwalen. Voor uw eigen welzijn: vergeet geen adem te halen als u voor het eerst met de tekst van Maan geconfronteerd wordt – Lennaert Nijgh had er bij leven met plezier een vitaal orgaan voor afgestaan – en ga voor alle veiligheid even zitten als u zangeres Nele Taminau ‘een Laïs’ hoort doen in Koningin Waltz.

Wouter Van Belle:Maan werd geschreven door Joeri Cornille, een dichter die ik een jaar of vijftien geleden leerde kennen. Ik boekte een studio en muzikanten om samen met hem een plaat op te nemen, maar hij was me helaas één detail vergeten te vertellen. Hij had zich drie weken voor de opnames laten opereren aan zijn stem. (lacht) Later heeft Wigbert nog Titanic van hem gebruikt, en heeft Laïs De Reiziger opgenomen. Hij is een van die weinige tekstschrijvers die nog in het Nederlands durven denken – de meesten hebben daar de moed niet voor.

‘Koningin Waltz’ van Nele Taminau is ook bijzonder sterk – precies een éénvrouws-Laïs.

Van Belle: Ja, en ook daar zit een grappig verhaal achter. Ik schreef dat nummer uit pure frustratie na een vergadering over de tweede plaat van Laïs. Ik wilde hen dolgraag producen, maar hun advocaat vroeg meteen wat het zou kosten. ‘7500 euro per nummer’, zei ik. ‘Studio, muzikanten, ereloon – all in. ‘ Waarop hij: ‘Ah bon? Dan word ik ook producer.’ Gedaan vergadering. (lacht)

De derde Laïs-plaat, ‘Douce Victime’, mocht je wel producen.

Van Belle: Ja, maar ik was niet blij met de mix. Toen die klaar was, kreeg ik een telefoontje van de platenfirma. Alles moest in no time afgewerkt worden, want hun boekjaar werd afgesloten. Ik ben toen echt zwaar onder druk gezet. (Boos) Toen de plaat ‘klaar’ was, dropten ze onmiddellijk 15.000 stuks in de winkels. Zo hadden ze een gouden plaat, en waren ze zeker van media-aandacht. En de platenfirma haalde zijn zakencijfer… Toen heb ik gezworen: ‘Ik maak nooit meer een plaat voor de industrie.’

Sabbeltiet Suzy

‘Producer’ is een van die beroepen waarvan niemand schijnt te weten wat ze precies inhouden. Mogen we het ietwat oneerbiedig met een ’tuner’ vergelijken? Iemand brengt je een Lada en jij maakt er een Porsche van?

Van Belle: Daar zit misschien wel iets in, ja. Een goede producer is iemand die een potentiële hit herkent, en er dan een reële hit van maakt. Van ‘Sabbeltiet Suzy’ naar ‘Satelliet Suzy’ – zoiets. (lacht)Ik Hou Van U van Noordkaap is daar een goed voorbeeld van. Eerst was dat een nummer van één minuut veertig voor de soundtrack van Manneken Pis. Veel te kort voor de radio, maar ik wist meteen: hit! Ik heb weinig aan de muziek veranderd, maar na de ‘stop’ liet ik de intro opnieuw beginnen, met een kleine versnelling aan het eind. Mia van Gorky is ook zo’n verhaal. Voor de opnames zei ik aan hun drummer: geen hi hats, tik op uw bil in plaats van op uw cimbalen. En zélf zette ik een gewicht op de pedalen van mijn piano, om er de ‘room’ mee te kunnen opnemen. Maar nu word ik te technisch, zeker?

Euh…

Van Belle: Als je de pedalen van een piano blokkeert, nemen de snaren de frequenties uit de omgeving over. Je moet het maar eens proberen: als je er ‘hey’ in roept, krijg je een echo – ‘he-hey’. En dat effect was wat Mia nog nodig had, om het de juiste sfeer te geven.

En jouw talent is dat je dat dan aanvoelt?

Van Belle: Ik ben blij dat je ‘aanvoelen’ zegt, want meestal gebeuren zulke dingen totaal onbewust. ’t Is niet dat ik eerst lang en diep over de sfeer van Mia heb zitten nadenken, hé. Ik ben die middag in de studio gewoon achter de piano gekropen, en ik heb in één take mijn partij gespeeld. De rest werd op de een of andere manier… getelefoneerd. Heel veel in muziek is toeval.

Veel Belgische muzikanten hebben hun beste plaat met jou opgenomen. Gorky (‘Gorky’), Novastar (‘Novastar’), Axelle Red (‘A Tâtons’), Noordkaap (Gigant) – zelfs Belgian Asociality (‘ATP’). Omdat je hen beter ‘aanvoelde’ dan je collega’s?

Van Belle: Vooral omdat ik zo weinig nadenk, vrees ik. Ik heb heel vaak met budgetjes van niks moeten werken, zeker in het begin. Maar ik heb nooit gedacht: ‘Voor dat geld maak ik maar zo- of zoveel tijd vrij.’ Nee: ik heb altijd dag en nacht als een bezetene aan platen gewerkt, tot ze helemaal af waren. Ik wou ook ‘albums’ maken, dus niet twee hitsingles en de rest opvulling zoals tegenwoordig de norm is. Ik ben heel lang verschrikkelijk naïef geweest.

Maar nu niet meer?

Van Belle: Op mijn dertigste heb ik een burn-out gehad, en dat is een serieuze eye-opener geweest. Ik had mezelf jarenlang geen enkele grens gesteld, gevolg: ik was echt compleet op. Van toen ik mijn eerste transistortje kreeg, rond mijn zesde, was ik alleen nog maar met muziek bezig geweest. Van zes uur ’s ochtends tot middernacht zat ik constant naar de radio te luisteren. Zelfs tijdens de pauzes op school. Ik was echt verslaafd aan muziek – nog altijd, trouwens. Een nummer dat klopt, dat is gewoon zo schoon… Daar kan echt niks tegenop, dat is echt: Graag Zien, Houden Van. Toen Koen Wauters Daar Gaat Ze inzong, heb ik zeker een halfuur zitten janken onder de mengtafel, puur van ontroering.

‘Ik ben lang verschrikkelijk naïef geweest’, zei je net. Je hebt nochtans de reputatie een keiharde zakenman te zijn.

Van Belle: Ik ben dat tegen wil en dank geworden, ja. Het eerste waar je als producer mee te maken krijgt, is een economische realiteit. Je krijgt een budget van de platenfirma, en dat bepaalt hoe ver je kunt dromen. Muziek is in de eerste plaats keiharde business, hé. Zelfs in een klein land als België.

Zie: ‘Douce Victime’ van Laïs.

Van Belle: Ja, en zo zijn er tientallen voorbeelden. Toen ik met Axelle Red in Nashville zat voor A Tâtons, kreeg ik telefoon van de A&R-manager van Virgin Belgium. ‘Proficiat, mijnheer Van Belle! Dit kost de EMI-group één miljard! (25 miljoen euro; nvdr.) Hij vond de mix maar niks en dacht dat de plaat zou floppen, en dus belde hij me speciaal vanuit het vliegtuig om me dat te zeggen. ‘Een miljoen platen niét verkopen, met rechten en alles erop en eraan, dat is één miljard! Bedankt, mijnheer Van Belle!’ Als je dan niet verschrikkelijk zeker bent van jezelf, ga je eronderdoor, hé.

Hoe oud was je toen? Eind de twintig?

Van Belle: Zoiets, ja. Maar ik wist dat we goud in handen hadden, en ik heb gelijk gekregen ook. À Tâtons blijft tot vandaag de best verkochte plaat van Axelle Red. Ik zie haar daar nog altijd zitten, in zak en as, er schoot echt niks meer van over. En ik weet nog dat ik haar zei: ‘Komaan, meiske, kop op. We werken die plaat af, en we gaan er een miljoen van verkopen, méér zelfs.’ Een producer mag nooit opgeven, hé. Als iedereen knock-out ligt, moet hij er nog altijd staan.

‘Fuck off’-geld

Heb je enig idee hoeveel platen je als producer hebt verkocht?

Van Belle: Een miljoen of vier-vijf, zeker? (Fel) Reken maar uit, hé, volgens de redenering van de grote baas van Virgin Belgium destijds. Ik heb de Belgische muziekindustrie miljarden opgebracht.

Heb je daar zelf ook wat van gezien?

Van Belle: Natuurlijk wel. Dat is altijd mijn voorwaarde geweest voor ik platen aannam. ‘Ik wil hier gerust voor een prutsbudgetje vijf maanden dag en nacht aan werken, maar dan wil ik wel credits.’ Als ik Mia op de radio hoor, vind ik het eerlijk gezegd ook maar normaal dat ik daarvoor betaald word. Ik heb dat nummer mee gemaakt, hé. Plus: vraag maar aan Luc De Vos, Axelle Red, Stijn Meuris en Joost Zweegers aan welke platen ze het meest verdiend hebben. Als ze eerlijk zijn, zullen ze allemaal zeggen: ‘Aan die met Wouter Van Belle.’ Ook al moesten ze een deeltje van de opbrengsten aan mij afstaan.

‘Een deeltje’ van de opbrengsten van vijf miljoen platen: dat maakt van jou een rijk man.

Van Belle: Pfff, wat is ‘rijk’? Ik heb al mijn opbrengsten weer geïnvesteerd in muziek. Als ik morgen alles verkoop: rechten, label en studio, heb ik geld om het een tijdje rustig aan te doen. In het begin van mijn carrière heb ik een gouden raad gekregen van (collega-producer) Roland Verlooven. Die zei me: ‘Je moet jezelf 10 jaar geven als producer, daarna moet je fuck off-money hebben, nee-geld. Als je dan nog om den brode platen moet aannemen, wordt het een hel.’ Dat heb ik altijd héél goed in mijn achterhoofd gehouden. (Windt zich op) Weet je wat het is? België is een ongelooflijk kutland, voor succes in het algemeen, en voor muziek in het bijzonder. Er is een veel te kleine markt, en daardoor zijn er gewoon geen budgetten om goede platen te maken. Hoe denk je dat ik Wow & Flutter gefinancierd heb gekregen? Niét met mijn productiewerk voor Gorky of Novastar of Noordkaap, hoor. Negentig procent van mijn centen komt uit Frankrijk, via Axelle Red. Dat is mijn kip met de gouden eieren geweest.

En de hoerastemming rond dEUS, Soulwax en Hooverphonic dan? Het gaat toch beter dan ooit met de Belgische muziek?

Van Belle: Béter dan ooit? Sléchter dan ooit zal je bedoelen! Allez, noem eens één Belgische groep die internationaal nog meetelt? En dan bedoel ik: die buiten België honderdduizenden platen verkoopt? Zo hebben we er al jaren geen meer gehad, hé. En niet omdat het tegenzit, hoor. Onze groepen zijn gewoon niet goed genoeg. dEUS heeft het even in zich gehad om een wereldgroep te worden, ja. Ten tijde van hun eerste plaat, Worst Case Scenario, toen je de spanning tussen de groepsleden nog kon voélen.

De jongste platen van dEUS en Hooverphonic werden anders wel onthaald als meesterwerken.

Van Belle: In het geval van dEUS klopt dat ook, maar Hooverphonic vind ik echt zum kotzen. Iedereen wordt hier over het algemeen de hemel in geprezen, in plaats van kritiek geeft iedereen mekaar schouderklopjes. Stijn Meuris heeft ooit gezegd: ‘Als iets in België ongeveer half goed is, vindt iedereen het al fantastisch.’ En zo is het ook, al was het maar uit noodzaak. Als radio’s geen halfgoeie Belgische platen draaien, draaien ze gewoon géén Belgische platen meer. (Fel) Als kind van een jaar of tien wist ik al na vijf seconden of een nummer op de radio Belgisch was. Een enkele keer heb ik mij vergist: bij Suspicion van Toy. Daarvan heb ik twee maanden gedacht dat het van ergens anders kwam. En dat kwam door de zanger en de drummer. Het is niet voor niets dat ik al 15 jaar met drummer Marc Bonne werk. Hij is véél meer dan een muzikant voor mij. Samen met Peter Obbels is hij mee verantwoordelijk voor de productie van Wow & Flutter.

Waaraan hoor je dan dat een nummer Belgisch is?

Van Belle: Geen idee, je hoort het gewoon. Net zoals je aan een Belgische film ziet dat hij van hier is. Is het je nog nooit opgevallen dat Belgische films meestal onderbelicht zijn? Heel vreemd. Wel: zo is het met muziek ook.

Nooit overwogen om je geluk elders te gaan zoeken, zoals je held Bert Paige zaliger destijds? Die trok naar Nederland, om met Ramses Shaffy en Boudewijn De Groot te werken.

Van Belle: Toen ik voor Wow & Flutter in Londen zat, overviel dat me wel eens. De liefde voor muziek die je daar voelt, en de gedrevenheid, en het perfectionisme… Dat vind je hier niet, hé, of toch niet in die mate. Ik heb tientallen keren huilend op de Eurostar terug naar België gezeten. Alleen al het respect dat ik daar krijg, is fenomenaal.

Krijg je dat respect niet in België?

Van Belle: Nee, integendeel. Ze konden me goed gebruiken voor hun platen, maar voor de rest waren ze me altijd liever kwijt dan rijk. Denk je dat Axelle Red ook maar één keer heeft gezegd hoe belangrijk ik voor haar ben geweest? Nee, als ze haar in interviews vroegen waarom ze met Wouter Van Belle werkte, zei ze: ‘Omdat hij de enige was die aan Steve Cropper durfde zeggen dat zijn gitaar vals stond.’ Sorry, maar ik ben méér dan een grote mond. Luc De Vos, nog zo’n voorbeeld. Toen we samen Gorky maakten, was er een soort broederband tussen ons, zo van: ‘Wij gaan samen de beste plaat van de wereld maken.’ Tot er gouden platen geperst werden: toen werd ik gewoon ‘vergeten’. En dan Joost Zweegers van Novastar, die heeft me zoveel pijn gedaan… Ik heb samen met Marc Bonne acht maanden dag en nacht aan zijn debuutplaat gewerkt, gewoon: omdat we zo sterk in hem geloofden. Samen met de platenfirma beslisten we het album te laten mixen door John Luongo. Maar wat zei Joost in de pers toen zijn plaatje uit was? ‘Wouter Van Belle kon het niet meer.’ Ook de enorme inbreng van Marc Bonne werd gewoon doodgezwegen…. En Mr. Luongo werd verkocht als de grote man achter Novastar!

Zeker dat je niet kwaad bent omdat ‘Wrong’ onlangs geremixt werd door de man achter Coldplay, om een Europese doorbraak te forceren?

Van Belle: Breek me de bek niet open! Er werd me gevraagd mijn toestemming te geven voor die remix van Wrong – als producer moet ik daar mijn goedkeuring voor geven. Maar toen ik liet vallen dat ik mijn mix beter vond, zeiden ze bij zijn platenmaatschappij doodleuk: ‘We brengen hem toch uit, sleep ons dan maar voor het gerecht.’ (Zucht) De simpliciteit van de business ook! ‘Geef een Belgische hit aan de mixer van Coldplay, en het zal wel internationaal aanslaan.’ Moedeloos word ik daarvan.

De vraag van tien miljoen om mee af te sluiten, dan maar. Veertienjarige met groepje heeft dit interview gelezen, en besluit het allemaal beter te doen. Welk advies geef je hem?

Van Belle: Luister naar niets of niemand, alleen naar jezelf. Probeer dus niet Neil Young te zijn, of Tom Barman, maar doe je eigen ding. En stuur vooral een demo naar Petrol: www.petrolmusic.be.

Mijnheer Van Belle: bedankt!

Wouter Van Driessche en Jan Delvaux

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content