Norman ‘Fatboy Slim’ Cook voelde zich schuldig omdat zijn remix van ‘Brimful Of Asha’ een hit werd en Cornershop een ‘verkeerd’ publiek zou hebben bezorgd. Trek het je niet aan, Norman, want de multiculturele groep doet dat zelf evenmin. ‘We pleiten niet graag alleen maar voor bekeerden.’

Door Peter Van Dyck

Handcream For A Generation. Uit op 1/4 (Wiiija/V2).

My Dancing Days Are Gone. Born Disco, Died Heavy Metal. Hong Kong Book Of Kung Fu. It’s Indian Tobacco My Friend. Kawasaki, Hotter Than Chapati. Cornershop staat bekend om zijn lange, spitsvondige songtitels. Ook typerend voor de groep, én voor de Londense metropool waar de leden ervan wonen en werken, is de transcontinentale, multiculturele en psychedelische fusion van Punjabi-folkpop, Velvet Underground-gitaren en hiphopbeats, exuberant ingekleurd met een exotisch instrumentarium en vreemde geluidseffecten.

Die complexe muziek bleef, vooral in eigen land, lang onbegrepen. Pas met de Fatboy Slim-remix van Brimful Of Asha, gevolgd door intensief toeren in ’97 en ’98, kwam de definitieve doorbraak. Het vorige album When I Was Born For The 7th Time was niet alleen artistiek, maar ook commercieel een succes. Het nieuwe Handcream For A Generation is opnieuw behoorlijk groovy en bijna even dansbaar als zijproject Clinton. Cornershop maakt funky muziek die je doet nadenken. Food for soul and brain.

Bandleider Tjinder Singh, een kind van Indiase ouders en samen met gitarist/toetsenman Ben Ayres de creatieve spil, is een wat enigmatische man. Tegendraads en met een apart gevoel voor humor. Dat laatste blijkt onder meer uit het onconventionele gebruik van vocalen op Handcream For A Generation. Soms wordt de luisteraar rechtstreeks aangesproken, zoals door de reggae-zanger die in Motion The 11 de muziek plots laat stilleggen omdat hij iets wil zeggen, stemmen worden vaak ook gesampled en vervormd. Op de openingstrack Heavy Soup mag soulzanger Otis Clay, de plaat inleidend, de rol spelen van master of ceremony. De inspiratie daarvoor haalden ze bij de live-soulalbums van de jaren ’60 en ’70.

Heb je de Clinton full-cd ‘Disco And The Halfway To Discontent’ tussendoor gemaakt om even te kunnen ontsnappen aan Cornershop?

TjinderSingh: Ja. Na het vele toeren met Cornershop waren we uitgeput. Aan de rand van de zenuwinzinking. We wilden ons wat amuseren in de studio, zonder dat we dat live moesten promoten.

Je hebt, voor je het werk aan ‘Handcream For A Generation’ begon, een half jaar in Parijs gewoond. Ik meen dan ook wat van de Franse discovibe in sommige songs te horen.

Door Peter Van Dyck

Ik vond het al raar dat je als Brit in ‘Brimful Of Asha’ naar Dutronc en naar George Brassens’ ‘Bon Publique’ verwees.

Singh: Nu weet je het: ik leerde die muziek via mijn lief kennen. ( lacht)

Ben Ayres: Het is ook tekenend voor ons. In onze platencollecties vind je de meest uiteenlopende dingen: gospel, country, reggae, noem maar op.

Is er geen enkel genre dat je huis niet binnen komt?

Ayres: We geven de meeste genres wel een kans.

Singh: Nu je het toch over reggae had: de moderne, digitale reggae lust ik niet. Toen de echte drummers om economische redenen vervangen werden door ritmemachines verloor het veel van zijn charme en frisheid.

Heel wat bands proberen tegenwoordig diverse stijlen te mengen, maar slechts weinigen slagen erin het natuurlijk en harmonieus te houden. Moet je lang zwoegen om de mix juist te krijgen?

Ayres: Zomaar wat stijlen bij elkaar klutsen, wat velen doen, is iets wat wij bewust vermijden. Wij sturen onze songs onverwachte richtingen uit, door voor een wijdlopend instrumentarium te kiezen.

Cornershop heeft een enorme evolutie ondergaan. In het begin brachten jullie pure noise. Wat is het keerpunt geweest?

Singh: De ontdekking van de technologie. Die gaf ons de kans om geluiden te manipuleren. Het probleem is: als je erover praat, klinkt het idioot. We doen wat spontaan in ons opkomt. We willen de muziek niet kapot analyseren. Proberen het te omschrijven, maakt het klinischer dan het in werkelijkheid is. Als we nadenken, is het over de zakelijke kant. We willen totale controle en stellen zélf de graficus aan die de hoezen ontwerpt en de producer die een remix maakt.

Je zou kunnen stellen dat je songs nu minder politiek zijn. Hoe verklaar je dat?

Singh: Ik vind ze hoegenaamd niet minder politiek. Wogs Will Walk is héél militant. Het hele album is doordrongen van politiek bewustzijn.

Maar het is minder expliciet, niet?

Singh: Heel wat mensen zagen de politieke geladenheid van Brimful Of Asha ook al niet in. Ze vonden het gewoon een leuke melodie. Staging The Plaguing Of The Raised Platform verwijst naar raciale spanningen. Lessons Learned From Rocky I To Rocky III gaat over de muziekindustrie, over hoe je als muzikant moet vechten tegen marketinglui.

Ayres: Het klopt dat we er niet té duidelijk in willen zijn. Het mag niet sloganesk worden. Daarom kleden we onze boodschap in. Daardoor lijkt het minder expliciet.

Wat wilde je met ‘Brimful Of Asha’ dan vertellen?

Singh: Dat de Indiase regering de bevolking vraagt religieus, nederig en eenvoudig te zijn, maar tegelijk zelf enorm corrupt is. Ze breekt huizen af om dammen te kunnen bouwen.

Je zingt ook: ‘people power in the disco hour’. Disco had een historisch belang: het bracht kleurlingen én blanken samen.

Singh: People Power is een oud Clinton-nummer. Eén nummer op twee verschillende albums, door twee verschillende labels laten uitbrengen: als dat geen politieke zet is? ( lacht) De song verwijst naar de positieve energie die vrijkomt als mensen dansen. Maar ik vraag de mensen om ook nog wat energie over te houden om écht actie te ondernemen.

Kan Cornershop dat ook: mensen bij elkaar brengen?

Singh: Ik hoop van niet. ( lacht) Ik hoop dat we hen integendeel uit elkaar drijven. Nee serieus, dat is onze taak niet.

Met ‘Wogs Will Walk’ snijd je weer je stokpaardje ‘racisme’ aan.

Singh: Dat gaat veeleer over progressie. Er komt heel wat softwaretechnologie uit India overwaaien. Niets zal de Indiërs in die ontwikkeling stoppen. Ik maak me geen illusies over racisme: dat zal altijd blijven bestaan. Dus kan je maar beter zonder omkijken vooruitgaan.

Hoe was het om, als groep die zo kritisch staat tegenover de muziekindustrie, langs de Amerikaanse stadions te toeren met Oasis?

Ayres: Fantastisch. We konden het goed vinden met Oasis. Ze respecteerden ons. We hadden nooit eerder zo’n groot publiek bereikt.

Singh: Oasis was op dat moment de grootste Engelse groep. We trokken elke avond met elkaar op en hebben sindsdien contact gehouden.

Noel Gallagher en ex-Oasis-bassist Paul McGuigan zijn allebei op het nieuwe album te horen.

Ayres: Guigsy was toevallig in de buurt. We dachten dat zijn basspel wel zou passen in het nummer Lessons Learned From Rocky I To Rocky III.

Singh: Noel zou eerst op het Clinton-album al iets komen doen, maar dat ging niet door omdat Oasis toen naar Frankrijk moest.

Klopt het dat je Oasis in het verleden ‘a pile of shit’ hebt genoemd?

Singh: Dat was vóór we hen persoonlijk leerden kennen. Ik kon toen nog zeggen wat ik wilde. ( lacht) Journalisten houden van dat soort uitspraken, zoals je weet.

Je zei ooit: ‘Ik zie er het nut niet van in om te stelen van The Beatles, zonder er een persoonlijk element aan toe te voegen.’ Dat interpreteer ik als een onrechtstreekse sneer aan het adres van Oasis.

Singh: Heb je Liam al eens bezig gezien op een podium? Hij is zichzelf. Een superster.

Ayres: Dat citaat sloeg op iets anders. Het ging over de Beatles-cover Norwegian Wood die we hebben opgenomen. We vonden dat we zo’n nummer op een frisse manier moesten interpreteren.

Heeft Norman Cook – alias Fatboy Slim – zelf voorgesteld om ‘Brimful Of Asha’ te remixen, omdat hij een snellere versie wilde om op zijn DJ-sets te draaien?

Singh: Hij had het nummer op de radio gehoord en hield ervan.

Ayres: Het was oorspronkelijk niet de bedoeling om die remix uit te brengen, maar we waren er dol op. De originele versie had ook niet slecht geboerd op de radio, maar haalde niet de hitlijsten.

Achteraf verklaarde hij zich een beetje schuldig te voelen. Hij had de indruk dat door de hit een verkeerd publiek naar je optredens gelokt werd.

Ayres: Dat kan best, maar dat vonden we geen probleem. Integendeel, we pleiten niet graag alleen maar voor bekeerden. Het is altijd leuk als je het gevoel hebt dat je mensen moet overtuigen.

Singh: In Engeland ligt dat moeilijk. In Amerika is de situatie helemaal anders. In de rest van Europa ook. Europa heeft ons gered.

Het valt inderdaad op dat je in eigen land langer genegeerd werd dan elders.

Singh: Nu is het terug in evenwicht. In het begin botsten we op een muur, omdat de Britten niet gewend waren aan een Aziaat die muziek maakte die buiten de Indiase klassieke sfeer lag. Ze konden het niet pikken dat we iets ánders deden en dat de frontman op de koop toe een wog ( kleurling, pvd) was. Als ze niet willen luisteren, moet je niet meteen de moed opgeven. De aanhouder wint.

Ayres: De Britse pers staart zich blind op trends. In Amerika draait het veel meer om de muziek.

De Britse pers houdt ook van polemieken. Toen jullie in ’93 platen van Morrissey verbrandden, nadat hij de skinheadcultuur en de Britse waarden in een interview had verheerlijkt, kregen jullie plots wél aandacht.

Ayres: Van dat mogelijke effect waren we ons wel degelijk bewust.

Singh: Morrissey heeft in een interview gezegd dat wij, samen met The Popes, de beste albums van de voorbije vijftien jaar hebben gemaakt. Niet slecht dat we zo’n impact blijken te hebben op iemand wiens carrière we wilden verpulveren. ( lacht) Dat is toch wel heel vriendelijk van hem.

De Britse muziekscene mag blij zijn dat de Aziaten alsnog hun stem laten horen.

Singh: Ben ik het niet mee eens. De meeste Aziatische groepen en artiesten staan nergens voor. Ze heulen met de wolven van de muziekindustrie mee. Het kortetermijndenken overheerst. De Aziaten zijn een tijdje en vogue geweest. Die periode is nu alweer voorbij en dat hebben ze alleen maar aan zichzelf te wijten.

Wat Nitin Sawhney en jullie doen, behoort tot het beste wat momenteel uit Groot-Brittannië komt, toch?

Singh: Zo zie ik dat helemaal niet. Op muzikaal vlak gebeurt er volstrekt niets in het Brits-Aziatische kamp. Naar darts kijken op tv is véél boeiender. ( lacht)

Was de Asian Underground-beweging een slechte zaak, omdat het de muziek in een hokje plaatste?

Singh: Inderdaad. Wat wij deden, toen we onze entree maakten in de muziekwereld was net alle hokjes afbreken. Asian Underground stelde niets voor. Het was niet eens underground. Ze stalen alle ideeën van ons en van Fun-Da-Mental. Ze plagieerden zelfs ons logo. In Amerika hebben ze van ons succes geprofiteerd. En dan moet ik in de brochure van De Nachten lezen dat ik de broer zou zijn van Talvin Singh, de sluwe vos die heel die Asian Underground in gang heeft gezet. Wat een onzin.

‘Asian Underground stelde niets voor. Het was niet eens underground.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content