Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Black Frank – Ridley Scott goes seventies met een stevige misdaadkroniek over Harlems heroïnekoning Frank Lucas. Maar écht funky wordt het nooit.

Ridley Scott met Denzel Washington, Russell Crowe, Josh Brolin, Chiwetel Ejiofor, Cuba Gooding Jr.

Mocht Ridley Scott evenveel smaak hebben als talent, dan behoorde de Britse veteraan allang tot het selecte clubje van Kubrick, Wilder, Lynch en co. Helaas durft de ex-reclamegoeroe zich wel eens verliezen in gladgepolijste bombast en staat er voor elke klassieker als Alien, Blade Runner of Gladiator een pladijsplatte draak als G.I. Jane, Conquest of Paradise of White Squall op zijn cv – zodat je de oudere broer van Tony (een nog véél verdachtere designfilmer) telkens weer met de nodige scepsis benadert. Ook nu dus, zelfs al komt hij vanuit Harlem aandraven met een epische misdaadkroniek die seventiesklassiekers als Super Fly, Serpico en The French Connection achternawil.

Het op feiten gebaseerde verhaal speelt zich af in de vroege jaren 70 en vertelt, gespreid over 160 vlot voorbijvliegende minuten, over de opkomst en val van de zwarte drugbaron Frank Lucas (Denzel Washington), die zijn heroïne de VS van A wist binnen te smokkelen door die te verstoppen in de lijkkisten van gesneuvelde Vietnamsoldaten. Met die heel eigen invulling van de Amerikaanse Droom wist Lucas zelfs de Italiaanse maffia van de New Yorkse mean streets te verjagen. Tot hij ten val werd gebracht door Richie Roberts (Russell Crowe), zowat de enige speurder van de NYPD, als we American Gangster mogen geloven, die niet zelf aan het spul zat of smeergeld aannam.

De buddystereotiepen van de pater familias met sociopathische trekjes en de foute flik met het gouden hart zijn dan ook nooit veraf. Maar de voornaamste handicap tegenover de meer dubbelzinnige en beklemmende seventiesvoorbeelden zijn de motoriek en de aankleding van het geheel. Niet alleen heeft Scott weer de neiging alle nuances dicht te plamuren met contemporaine souldeuntjes en een score die er weliswaar het tempo inhoudt. Vooral zijn constante gezap tussen actie en dialoog, familiale aangelegenheden en gewelduitbarstingen, gangster en flik, zonder dieper in te gaan op de sociopolitieke achtergrond, maken het geheel oppervlakkig en weinig meeslepend.

Wat niet wegneemt dat de highlights uit Lucas’ onwaarschijnlijke, letterlijk en figuurlijk tussen zwart en wit schipperende levensverhaal op zich al verwondering en intrige sorteren. En dat Scott – die zich hoedt voor het kopiëren van de naturalistische seventiesstijl – nog altijd een aardig potje kan filmen. Samen met cinematograaf Harris Savides weet hij, met diepe kleuren, simpele kaders en grimmige grootstadsdecors, een bijna perfecte retrolook te creëren. Alsof Harlem nog altijd wordt bevolkt door straathoertjes met afrokapsel en plateauzolen en drugkoningen die met nertsmantels en gouden kettingen tussen de brownstones flaneren. Een hoogst entertainende en exquis aangekleede misdaadfilm dus, maar niet die diepgravende Cadaver Connectionkroniek (de bijnaam van Lucas’ morbide heroïnesyndicaat) die Scott in gedachten had.

Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content