Amai, amai

Justin Vernon had na zijn vorige plaat wat goed te maken. We kunnen u heden met vreugde melden dat er vreugde te melden valt. Hoewel: is I, I Bon Ivers zwanenzang?

Wat het was met 22, A Million (2016)? Dat het lastig is een artiest te waarderen die zijn eigen stijl zo kotsbeu is dat hij zichzelf begraaft onder het lawaaierigste voorhanden – in het geval van onze indiefolktroubadour een truckvracht electronica. Als dat een zomerplaat was, dan een met een fikse zonneslag.

I, I zou dan weer de herfst omkaderen zoals For Emma, Forever Ago (2008) en Bon Iver (2011) dat blijkbaar al met winter en lente hadden gedaan. Waardoor het erop lijkt dat Vernon met deze vierde worp een contract met zichzelf heeft uitgediend. Jusqu’à plus jamais, Bon Iver?

Valt te bezien. Voorlopig zijn we nog een tijd zoet met I, I, dat in alle opzichten oordeelkundiger is geassembleerd dan zijn voorganger. Om maar iets te zeggen: veel elektronische draperingen alweer, maar zonder die verrekte stemvervormingen – het meest uitgeholde popspeeltje van de eenentwintigste eeuw – hoor je tenminste weer een zanger die ziel en zaligheid in zijn songs legt.

Gek genoeg is I, I niet zo’n persoonlijke plaat als For Emma, Forever Ago. Emotioneel, dat wel. In Naeem en Faith, om maar twee hoogtepunten te noemen, verhelpt Vernon donkere gedachten en een tanend geloof door saamhorigheid te bepleiten, zoals zang en muziek op de thermiek van een krachtige humane gedachte zweven. Het is dat sommige nummers in navolging van 22, A Million abstract aandoen, of de eerstkomende Olympische Spelen hadden de hymnes voor de openingsceremonie al beet.

Amai, amai

Voor solidariteit moet men met velen zijn. Zodoende passeert een schare bevriende extra stemmen, waaronder die van Moses Sumney, James Blake, Jenn Wassner (Wye Oak) en de haast obligate Bruce Hornsby – in misschien wel de beste song op de plaat, U (Man Like). Elders, in de achtergrond, staat soms het Brooklyn Youth Chorus op hemelse wijze zichzelf te wezen.

Je stuit op grilligheid maar ook paradoxale coherentie. Zowel uit het rustieke Marion als het glibberig digitale Jelmore spreekt hartverwarmend impressionisme: niet wat men kan duiden telt, maar wat men voelt. Holyfields en het onder een wollige saxgedachte kreunende Sh’Diah zijn weliswaar te wazig, maar wie met een kleine blaas of chronische dorst is behept zal toch twee keer kunnen rechtstaan zonder iets te missen.

Samengevat, nu ook voor de allerkleinsten: de vierde Bon Iver is meer amai, amai dan ai, ai.

Bon Iver ****

I, I

indiepop/electro

Jagjaguwar

Stream

U (Man Like)

Hey, Ma

Rab

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content