‘I’ve got nothing to say’, zingt Julian Casablancas op het nieuwe album van The Strokes, maar onder dreiging van een microfoon blijkt dat allemaal heel erg mee te vallen. ‘Mocht ik The Strokes enkel via de pers kennen, ik zou ons háten.’

‘FIRST IMPRESSIONS OF EARTH’ – UIT BIJ SONY/BMG

The Strokes! We hebben erover gehoord dat ze de coolste groep ter wereld zijn. Dat hun debuut Is This It de beste plaat is sinds de millenniumwissel. Dat ze in één handige voordeelverpakking het allergeweldigste verzamelen van hun thuisstad New York – Lou Reed, The Ramones, Talking Heads en Television. Dat ze al een contract kregen toen een platenbaas dertig seconden van hun eerste demo had gehoord. En dat fans desnoods hun lichaam aanbieden om aan tickets te geraken voor één van hun concerten.

We hebben gelezen dat zanger Julian Casablancas de zoon is van John Casablancas, oprichter van het modellenagentschap Elite. Dat de vader van gitarist Albert Hammond Jr. meer dan 360 miljoen platen verkocht, dankzij monsterhits voor Tina Turner (I Don’t Wanna Lose You), Starship (Nothing’s Gonna Stop Us Now) en Leo Sayer (When I Need You). Dat ze niet met vijf zijn, maar met zes – manager Ryan Gentles is een officieel groepslid. En dat ze gestalkt worden door supermodellen, rocklegendes en andere A-list celebrities.

Hell, we weten zelfs dat ze alle vijf hetzelfde lievelingsboek hebben (The Count Of Monte Christo). Dat ze elkaar wel eens een tong durven draaien. Dat drummer Fab Moretti het doet met actrice Drew Barrymore. Dat Julian Casablancas naar dezelfde school ging als Roy Lichtenstein en Truman Capote. En dat diezelfde Casablancas het sterrenbeeld Leeuw heeft en geen Pringles lust.

Nochtans valt er over The Strokes eigenlijk maar één ding te zeggen. In de jaren vóór Is This It werd de wereld geregeerd door – horresco referens – Korn, Limp Bizkit, Slipknot en Papa Roach. Na Is This It werden dat The Libertines, Franz Ferdinand, Interpol en Bloc Party. (En Coldplay en George Bush, natuurlijk, maar dat was niet hun fout.)

Onze ontmoeting met Julian Casablancas ( ’the moody Stroke’) en Nick Valensi ( ’the goofy Stroke’) in Amsterdam begint met een Spinal Tap-moment om U tegen te zeggen. Iemand heeft het roemruchte Hitler-nummer van het maandblad Deng meegebracht (Hilters hoofd op het lijf van Valensi, titel: ‘Hitler is hip’), alleen blijkt dat de gitarist… jood is. ‘How the fuck could they do that to me?’, roept hij. ‘Ik ken mensen die de Holocaust hebben overleefd!’ Gelukkig hebben we een openingsvraag klaar waarmee we erger kunnen voorkomen – daags voordien hebben we Casablancas een onderbroek op zijn hoofd zien zetten tijdens een concert in De Melkweg.

Die onderbroek van gisterenavond: was dat een statement of gewoon, euh, onderbroekenhumor?

Julian Casalancas: Oh, that was just me being silly. Ergens halverwege het concert zag ik dat ding plots liggen en ik dacht: ‘ What the hell? Ik zet het gewoon op mijn hoofd.’ Het zag er redelijk proper uit – voor zover ik kon oordelen, toch. (lacht) ’t Was wel de eerste keer dat er een mannenonderbroek op het podium werd gegooid, denk ik.

Meestal krijgen jullie slipjes?

Casablancas: Dat ook, maar vooral foto’s en briefjes. Albert krijgt veel fanmail. ‘Love you, Albert’, staat er dan op, meestal met het adres van één of ander hotel, of een telefoonnummer.

Nick Valensi: Ik vind het altijd leuk als mensen joints op het podium gooien. Je merkt dat ze met liefde gevuld werden – ’t is vaak uitstekende stuff.

Je rookt ze op?

Valensi: Natuurlijk! Wat dacht je? Dat ik ze zou laten liggen? Het is maar weed, hoor.

Casablancas: (droog)No, it isn’t.

Valensi: Je bedoelt… dat er iets anders zou kunnen inzitten? Jeez, je hebt gelijk! Maybe I shouldn’t be picking things of the floor and smoking them .Toen ik een jaar of veertien was, heb ik eens zonder het te weten angel dust (een chemische drug, hier beter bekend als PCP; nvdr.) genomen. Fucked me up real bad.

Zoals het hoort sloten jullie het concert gisteren af met ‘Jullie waren ons beste publiek ooit.’ Hoe doe je zoiets avond na avond oprecht klinken?

Casablancas: Gewoon: door er nooit gewend aan te raken. Het kan idioot klinken, maar ik vind het nog altijd raar dat mensen beginnen te gillen als we muziek spelen. Surrealistisch, zelfs. Veel muzikanten doen daar een beetje blasé over, maar mij raakt het elke keer. Handtekeningen uitdelen, da’s ook zoiets dat nooit went. I get the concept, daar niet van, maar ik blijf het vreemd vinden als mensen mij een plaat en een stift in de handen duwen. (lacht)

Hebben jullie zelf ooit bij iemand om een handtekening gebedeld?

Valensi: Toen ik een jaar of zestien was één keer – of toch bijna. Ik was naar een concert van Bob Dylan gaan kijken in Tramps, een kleine club in New York. Het had me een fortuin gekost om aan een ticket te geraken – 250 dollar of zo – en ik moest en zou een handtekening krijgen. Na het concert bleef ik uren wachten aan de ingang, maar toen hij uiteindelijk buitenkwam bleef ik aan de grond genageld. Ik weet nog dat alles precies in slowmotion gebeurde en dat ik dacht: ‘Oh… my… God… this… is… so… cool… Bob Dylan… is… walking… to… his… car… and… is… now… driving… away… Damn!’ (lacht)

Orgie met supermodellen

Voor ‘First Impressions Of Earth’ werkten jullie met producer David Khane, een oudgediende van onder meer Paul McCartney, Tony Bennett en Cher. Wat voor man is hij?

Valensi: Eerlijk? Een on-waar-schijn-lijk moeilijke vent. Als iemand iets had ingespeeld, was zijn eerste reactie altijd: ‘Herbeginnen.’ Hij wond er ook geen doekjes om. ‘Die gitaarlijn klinkt verschrikkelijk,’ zei hij dan, ‘zelfs mijn neefje van twaalf kan beter.’ Hij kon vreselijk hard zijn, maar op de één of andere manier werkte dat voor ons.

Casablancas: Eerst wilden we weer met Gordon werken (Gordon Raphael, de producer van de eerste twee Strokes-platen; nvdr.). David was ingehuurd als zijn assistent, maar uiteindelijk bleek hij de man die we nodig hadden. Hij was De Baas, we voelden onmiddellijk aan: ‘ There is no fucking around with this guy.’

Valensi: Met deze plaat wilden we nieuwe dingen proberen en daarvoor hadden we iemand nodig die ons uit onze comfort zone haalde. Zodra je het jezelf te gemakkelijk maakt, begin je te sucken, hé.

Was de uitdaging niet vooral om anders te klinken dan alle groepen die jullie geïnspireerd hebben? The Libertines, Razorlight, The Hives, The Vines… Wie nu pas inschakelt, zou kunnen denken dat jullie hén kopieerden, niet omgekeerd.

Valensi: Daar zitten we wel een beetje mee, ja. Daarnet zei één van je collega’s nog dat Juicebox(de geweldige eerste single van ‘First Impressions Of Earth’; nvdr.) hem een beetje aan The Vines deed denken. Frustrerend, maar wat doe je eraan? Je kunt alleen maar hopen dat je credits krijgt voor je werk, zeker?

Casablancas: Ik vind wel dat we die erkenning krijgen, hoor. Toen de eerste plaat van The Libertines uitkwam, zei Pete Doherty: ‘Het eerste optreden van The Strokes in Londen, dat was een openbaring voor ons. Plots hadden we zin om de zaken serieus aan te pakken.’ Als ik zoiets lees, denk ik niet: Concurrentie! Dan ben ik gewoon… trots.

Julian, voor de release van jullie vorige plaat, ‘Room On Fire’, zei je in ‘Mojo’: ‘De druk is veel te groot. Als dit nog lang duurt, gaan we exploderen.’

Casablancas: Zo voelde het in die tijd echt aan. Alsof iemand een pistool tegen ons hoofd hield. We beseften heel goed dat onze tweede plaat nooit zo verrassend kon zijn als Is This It, maar tegelijk wisten we: ‘Niemand zal met minder genoegen nemen.’ We waren allemaal verschrikkelijk opgenaaid . Als ik er nu aan terugdenk lijkt het bijna grappig, maar er was een tijd dat ik dacht: this is the road to typical shit. Binnenkort beginnen we elkaar te haten, dan gaan we splitten en nooit meer met elkaar praten… There was a lot of backlash, we hebben ons echt over onszelf heen moeten zetten.

Casablancas: Goh, weet je: we hebben afgeleerd om in dat soort termen te denken. Met Room On Fire wilden we aan iedereens verwachtingen voldoen, nu proberen we alleen nog om onszelf niet te ontgoochelen. Niet dat de lat daarom minder hoog ligt, hoor – integendeel zelfs. Maar het helpt wel om één en ander te relativeren. We maken ook maar platen, hé. Niet zomaar platen, maar wel maar platen.

Valensi: Na Is This It waren we ons gevoel voor perspectief een beetje kwijt, denk ik. Het leek ook zo onwezenlijk. 11 songs en dan zo’n reactie… The whole thing was just blown out of proportion. We dachten allemaal: ‘Dit is een misverstand. geweldig zijn we nu ook weer niet.’ (lacht)

Doen er veel misverstanden over The Strokes de ronde?

Casablancas: (sarcastisch) Misverstanden? Waar zouden die vandaan moeten komen? Journalisten liegen toch niet? Die schrijven toch alleen de waarheid?

Wat is het belachelijkste dat jullie al over jezelf gelezen hebben?

Casablancas: Man, er is al zoveel onzin geschreven… Dat we een prefab-groepje zijn dat samengesteld werd door een paar marketingjongens, misschien? Dat we met een helikopter naar ons repetitiekot vliegen? Of dat we orgieën houden met supermodellen? And that’s just the funny shit. Een krant heeft ooit het adres gepubliceerd van Fab (Fabrizio Moretti, drummer en vriendje van actrice Drew Barrymore; nvdr.). Dat was een stuk minder grappig.

Valensi: Volgens mij wordt er ook ongelooflijk veel verkeerd begrepen, om niet te zeggen: niet begrepen. Als ik zie hoeveel journalisten nauwelijks een woord Engels spreken… Vorige week nog: een man die stamelde: ‘You. Are. So. Cool. Yes?’ Wat zeg je op zoiets? ‘Yes, we are the coolest’? (lacht)

Ik las ergens dat jullie al voor jullie eerste repetitie een manager onder de arm namen, en een advocaat.

Casablancas:Whatever!(lacht) Nee, we kunnen daar nu wel om lachen, maar dat soort bullshit stories wordt door veel mensen wel voor waar aangenomen, hé. Ik heb het al vaak gezegd, maar ik blijf erbij: mocht ik The Strokes enkel van de pers kennen, ik zou ons echt haten.

Valensi: En dan die verhalen over onze ‘bevoorrechte opvoeding’. Alsof we in een Ferrari rondreden en opgroeiden als Paris fucking Hilton! We hebben verdomme hard gewerkt om te geraken waar we nu staan. Studies, day jobs en sociaal leven opgegeven… Dat iemand daar eens een artikel over schrijft. Maar dat is niet interessant genoeg, zeker?

Casablancas: Ach, weet je: ik troost me met de gedachte dat de waarheid het uiteindelijk toch zal halen. Op een dag zal iedereen wel inzien dat al die ‘rich-boys-stalked-by-supermodels’-crap nergens op slaat.

Kicken op stank

Iets anders. Ik weet dat je niet graag over je teksten praat, Julian, maar toch heb ik een paar zinnen opgeschreven.

Valensi:Oh shit! Weet je wel zeker dat je jezelf dit wil aandoen? De sfeer was net zo goed, verpest het nu niet! (lacht)

In ‘Ask Me Anything’, een nummer dat me gek genoeg aan Rufus Wainwright doet denken…

Valensi: And on top of that you’re calling my man gay! Now thát’s gonna help!

In ‘Ask Me Anything’ zing je dus: ‘I hate them all / I hate myself for hating them.’ Wie zijn ’them’?

Casablancas: Gewoon: them. Ik schreef dat nummer toen ik gefrustreerd was omdat bepaalde mensen in bepaalde situaties… Sorry, maar ik heb écht geen zin om daarover te praten.

‘Red Light’ dan maar? Daarin heb je het over ‘an entire generation that has nothing to say.’ Jouw generatie?

Casablancas: Als je dat erin wil zien. (Ontwijkend) Ik schreef Red Light toen ik terugkwam van de opera, waar ik Requiem van Mozart was gaan zien. Ik had gratis tickets gekregen, en nadien kwam die tekst er zomaar uitgerold.

Zomaar? In een ander nummer herhaal je tot in den treure: ‘I’ve got nothing to say.’ Blijkbaar zit het je toch wel hoog.

Valensi: (Klapt in de handen) I like this!

Casablancas: I don’t. Ik heb geen zin om alles van naaldje tot draadje te zitten analyseren. Later misschien, als ik groot ben. (grijnst)

Laat me de vraag anders stellen. ‘NME’ nam je onlangs op in zijn jaarlijkse ‘Cool List’, met als argument: ‘Na vijf jaar en drie albums weet nog steeds niemand waar hij het over heeft.’ Weet je het eigenlijk zélf wel?

Casablancas: Soms wel, soms niet, het hangt er echt van af. (Ongemakkelijk) Eigenlijk is dat ook waar veel van mijn teksten over gaan, denk ik. De puinhoop in mijn hoofd. There’s a lot of vague shit going through my head en vaak probeer ik met mijn teksten gewoon… dingen uit te vlooien.

Wel opvallend: niemand heeft het ooit over de humor in je teksten. Terwijl: zinnen als ‘So many fish in the sea / She wanted him / He wanted me’…

Casablancas: (klaart op)Thank you so much for pointing that out! Heel veel dingen die ik zing zijn ironisch of tongue in cheek. Maar om één of andere reden komt dat nooit zo over. Enfin, kunnen we nu over iets anders praten?

Artiesten uit New York klagen vaak dat hun stad er de laatste jaren ongelooflijk op achteruit is gegaan. Moby: ‘Je ziet overal soldaten met machinegeweren.’ Jon Spencer: ‘Na middernacht kan je nergens nog een deftige lapdance krijgen.’

Valensi: Pfff… New York is de laatste tien jaar veel veranderd, zeker sinds (oud-burgemeester) Giuliani. De sfeer is veel minder relaxed, je mag geen alcohol meer drinken op straat… Maar of New York daarom minder cool is geworden? Het is er veiliger en properder nu, en het ruikt niet meer overal naar pis. Het is een fijnere plaats om te wonen dan tien jaar geleden en misschien is dat niet eens zo’n slechte zaak. Ik kick in elk geval niet echt op vuil, stank of drive-by-shootings. Weinig mensen, denk ik.

Casablancas: De aanslagen hebben natuurlijk ook veel veranderd. De terrorist alarms, de police trains die om de haverklap passeren… Ik vind het ook nog altijd raar om op 6th Avenue te lopen en géén Twin Towers te zien.

De titel van ‘Room On Fire’ verwees – onder meer – naar 9/11, maar op het eerste gehoor lijkt ‘First Impressions Of Earth’ een apolitieke plaat. Engagement is nochtans weer heel erg in.

Casablancas: Ik weet het, maar zelf ben ik er nog niet echt uit wat we daarmee aan moeten. Do we want to speak out? ’s Avonds op café misschien, maar op onze platen en in onze interviews? Weet je, ik heb nog te vaak het gevoel dat mijn mening er toch niet toe doet. Wie wil nu weten wat ik denk over het beleid van George Bush? En zouden mensen de wereldhandel echt fair maken omdat ik het hen vraag? Ik vrees van niet, eerlijk gezegd.

Zijn de anderen het daarmee eens?

Casablancas: Ik denk het wel. Over belangrijke dingen zijn er bijna nooit meningsverschillen. The shit we argue about, is usually the really small shit. De sportschoenen die één van ons gekocht heeft – dat soort onnozelheden.

Valensi: Als we ooit splitten, zal het om sportschoenen zijn, niet om muzikale of filosofische meningsverschillen. (lacht)

Tot slot: hoe blij zijn jullie zélf eigenlijk met de eretitel van ‘coolste groep ter wereld’? Ik geloof dat het Lou Reed was die ooit zei: ‘People get it all wrong. Rock-‘n-roll is not about being cool, it’s about being passionate.’

Casablancas: Goh, ‘Cool’ is ook maar een woord, weet je wel? Voor mijn part noemen mensen ons ‘sushi’, of ‘voodoo’, of ‘karate’. Zolang ze ons maar goed vinden en er iets positiefs mee bedoelen.

Door Wouter Van Driessche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content