‘ALLES WAT IK OVER MEZELF LEES, DOET ME LACHEN’

PUKKELPOP, 16/8, 17.05 UUR Klaar voor een donker maar verleidelijk klankspel, gezongen en belichaamd door een wulpse meisjesversie van d’Angelo? Na twee enthousiast ontvangen ep’s staat het Londense manusje-van-alles FKA twigs klaar om haar langspeeldebuut te presenteren op Pukkelpop. ‘Ik heb klop gehad, maar ben er sterker uit gekomen.’

Bloedheet is het, de dag dat Tahliah Barnett alias FKA twigs (met kleine t) voor de Europese pers audiëntie houdt in het kantoor van haar platenfirma in Londen. De broeierigheid slaat elke bewoner van de Britse hoofdstad murw maar past bij LP1, haar debuutalbum dat binnenkort verschijnt via Young Turks: een sensuele bom van een plaat waarop Twigs (de FKA is erbij gekomen na een klacht van een gelijknamige artiest) dolt met thema’s als dominantie, overgave en menselijke chemie, onder een satijnen lappendeken van krolse klanken en etherische r&b.

‘So, what do you want to ask me?’ klinkt het zodra ik plaats heb genomen in de sofa recht tegenover Barnett. Ze legt de klemtoon op de you, begeleid door een al dan niet gespeelde zucht verveling en een zweem plagerigheid. Een hele dag in een snikhete kamer bivakkeren – een drilboor en ander zwaar tuig kloppen onophoudelijk op de gesloten ramen – gaat een mens niet in de koude kleren zitten. Er parelen zweetdruppels op haar hoge voorhoofd. De grote, ronde, donkere ogen eronder kijken onbewogen dwars door me heen. Een dieprood gestift, klein pruilmondje vervolledigt haar vreemde, door Jamaicaanse en Spaanse genen gevormde trekken. Haar frame is klein en fijn maar hangt stevig aan elkaar. Het is het lijf van een professionele danseres (haar bijnaam komt van hoe haar gewrichten vroeger kraakten tijdens de opwarming) die ooit in de achtergrond opdraafde bij popdiva’s als Kylie en Jessie J. Tegenwoordig gooit ze lijf en leden in de strijd van haar eigen, soms even confronterende als elegante clips. YouTube-tip: Papi Pacify.

Zoals veel jonge beginnende artiesten wier schouders onder de druk van de hype staan, blijkt Barnett een wispelturige, soms tegendraadse gesprekspartner, die beweert liever te praten over ‘de muziek, en het creatieve proces’ dan over zichzelf, en vaak vragen terugkaatst of ontwijkt. Omdat deze loden dag een vrijdag de dertiende is, begin ik met een gemakkelijke.

Ben je een bijgelovig iemand?

TAHLIAH BARNETT: Neen. Ik geloof wel in voortekenen. Ik geloof dat de wereld je voortdurend hints geeft en dat je daarnaar moet luisteren wanneer je ze opmerkt. Maar daarmee bedoel ik dus niet een zwarte kat die de straat oversteekt.

Wat bedoel je wel?

BARNETT: Denken aan een Zuid-Amerikaanse percussionist die ik kan gebruiken in een song en vijftien minuten later een flyer zien hangen waarop een Zuid-Amerikaanse percussionist reclame maakt voor zichzelf. Meteen het e-mailadres opschrijven wanneer zoiets voorvalt! Je moet openstaan voor de positieve tekens die het lot op je pad legt, je moet ze zien en uit de lucht plukken wanneer ze zich aandienen.

Ik vermoed dat artiesten meer zulke tekenen zien dan de doorsneemens.

BARNETT: Ik bén een doorsneemens! Ik sta ’s ochtends op, poets mijn tanden, ontbijt – niet noodzakelijk in die volgorde – neem een douche, kleed me aan en denk na over wat ik die dag ga doen. Hopelijk is het een dag waarop ik muziek kan maken, en ondertussen een idee kan uitwerken voor een videoclip. Ik ben een gewoon meisje dat simpelweg graag dingen maakt, en dingen doet, en dingen oefent. Wat ik niet graag doe, is over dingen praten. Analyseren, daar heb ik een hekel aan.

Dan wel een gewoon meisje dat geschoold is in klassiek ballet, tapdans, operazang en door het magazine Dazed geen zangeres of muzikant, maar een ‘auteur’ genoemd wordt.

BARNETT: Ik hou van klassieke, simpele dingen. Opera en ballet horen daarbij.

Ballet simpel?

BARNETT: Ja. Je werkt heel hard en probeert elke dag opnieuw je fysiek te perfectioneren. That’s it. Simpel dus.

Waar kwam de fascinatie voor oude kunsten als opera en ballet vandaan?

BARNETT: Ik weet het niet. Ik was jong toen ik aan die opleidingen begon, zonder er veel bij na te denken. Op die leeftijd doe je gewoon waar je op dat moment zin in hebt, je volgt de weg die natuurlijk aanvoelt. Ik kom niet uit een artistiek nest, maar mijn moeder had wel gezegd dat ik eender welke opleiding of cursus mocht volgen, dus probeerde ik gewoon alles uit dat in me opkwam. (lacht)

Zangeres, danseres, producer, muzikant, artiest, auteur: wat prefereer je, of in welke volgorde moet dat alles staan?

BARNETT:(diepe zucht, lange stilte)

Moeilijke keuze?

BARNETT: Neen, ik weet het gewoon niet. Het maakt me niet uit. Maakt het jou iets uit?

Je bent een nieuwe naam in de muziek, ik vermoed dat onze lezers je graag willen leren kennen, en je hebt meer in je mars dan mooi zingen.

BARNETT: Ja, natuurlijk, maar wie ben ik om te bepalen of wat ik doe iets buitengewoon fantastisch is, of iets klein eenvoudigs? Ik wil het niet hebben over mijn ego, begrijp je? Neem nu het woord ‘artiest’. Michelangelo was een artiest, weet je wel.

Hij had ook meer in zijn mars dan enkel mooie fresco’s, maar waarschijnlijk kon hij niet goed zingen.

BARNETT:(lachje) Gelukkig voor hem, want anders zou hij waarschijnlijk ook constant overhoopgelegen hebben met zijn ego. Dat is het nadeel van zangeres zijn: de hele focus ligt op een haast perverse manier op je eigen persoontje. Wat en hoe ik zing is maar een onderdeel van een groter geheel. Ik denk na over dingen, en dan maak ik dingen. Dat kan een song, een video, of een fotoreportage zijn. Je mag die dingen van mij gerust kunst noemen, maar dat hoeft niet. Alles is toch subjectief, en elk artikel dat ik over mezelf lees, brengt me aan het lachen, eerlijk gezegd.

Ook als een journalist schrijft dat je ‘de toekomst van de muziek’ bent?

BARNETT: Wat moet ik dáár nu op zeggen? Je doelt opnieuw op dat artikel in Dazed. Ik kan toch geen commentaar geven op wat die journalist schrijft?

Waarom niet?

BARNETT:(kribbig) Wat was de vraag dan precies?

Hoe voelt het wanneer een gerenommeerd maandblad aan het prille begin van je muzikale carrière schrijft dat je de toekomst van de muziek bent? Is het iets waar je bewust naar streeft, vooruitstrevend zijn?

BARNETT: Kijk, ik schrijf over wat ik voel. Ik doe heel hard mijn best, met de nodige zorg en consideratie, om mijn teksten en muziek te doordrenken met die gevoelens. Ik heb het gevoel dat ik bovenal een eerlijk artiest ben, ik blijf altijd trouw aan mezelf. Dat is waar ik naar streef. Die reis zal soms harder en langer zijn dan die van anderen die recht op hun doel afgaan voor de verkeerde redenen. Wanneer een magazine – dat al jaren contact met me heeft, en dat ik al lang op afstand houdt – me op zijn cover zet en me een platform geeft, ben ik ongelooflijk dankbaar. Want ik kom van nergens, ik heb geen geld, ik heb niks. Wanneer een magazine naar me luistert en me steunt, me een budget ter beschikking stelt om sommige van mijn krankzinnige ideeën uit te voeren, wanneer ze me naar New York vliegen voor een fotoshoot met Inez Van Lamsweerde (bekende modefotografe, nvdr.), dan ben ik dankbaar. Als ik moet lachen met een uitspraak als ‘FKA twigs is the future of music’, dan is dat niet omdat ik het slechte journalistiek vind, maar omdat het gênant is om zoiets over jezelf te lezen. Ik ben tenslotte maar een klein meisje van 26 vol ideeën dat niet goed weet waar ze precies mee bezig is. Mijn kennis van hedendaagse muziek is niet eens groot genoeg om te weten wat zoiets precies betekent, maar de journalist in kwestie houdt oprecht van mijn muziek en vindt het blijkbaar de moeite om daarover te schrijven. Voor mij voelt het als iets dat mijn moeder zou zeggen, begrijp je? Zelfvertrouwen is voor de meeste artiesten een fragiel gegeven, en wanneer mensen me complimenteren, moet ik nog steeds zenuwachtig lachen, want ik ben nog volop aan het schaven aan wat ik doe. En dat is het einde van mijn antwoord op je vraag.

Dan stel ik er nog eentje: zie je jezelf als iemand die provoceert?

BARNETT: Neen.

Denk je dat je sommige mensen provoceert?

BARNETT:Apparently, yeah. Ik vind het niet erg. Ik besteed sowieso weinig aandacht aan de nasleep of de neveneffecten van wat ik maak. Het zijn maar ideeën, en concepten. Voor mezelf waak ik erover dat ik geen artistieke of morele grenzen overschrijd, maar eenmaal iets af is, laat ik het los. Once it’s done, I don’t mind the aftermath.

Ideeën zijn soms als virussen.

BARNETT: Hoe bedoel je, concreet?

Door je teksten en je videoclips ben je al een pion geworden in het debat over vrouwelijke seksualiteit en feminisme dat opnieuw volop woedt, buiten en binnen de popmuziek. Ik las een interessant opiniestuk, op The Fader, waarin de auteur jou als antwoord op de discussie tussen het kamp-Sinead O’Connor en het kamp-Miley Cyrus naar voren schoof. Niet hoeveel of wat je toont, is van belang, maar hoe je het toont.

BARNETT: Oh, dat stuk. Het was inderdaad best een interessant artikel, maar saai. Het betoog van die journaliste was nogal vrijblijvend, vond ik: ze nam zelf geen standpunt in. Als je zelf geen mening kunt vormen, zet mijn naam dan alsjeblief niet in je artikel, zoek iemand anders om je halve theorie mee te illustreren.

Maar of ik een feministe ben? Natuurlijk, honderd procent, en ik hoop van jou hetzelfde. De gelijkheid tussen man en vrouw – daar gaat feminisme toch over? – lijkt me de normaalste zaak van de wereld. Mijn moeder heeft me grootgebracht met het idee een trotse en krachtige vrouw te zijn, en mijn seksualiteit te omhelzen. Als zulke dingen naar buiten komen in mijn muziek is dat eerder dankzij mijn persoonlijkheid dan door mijn overtuiging. Ik vraag me bewust niet af hoe ik de ‘vrouwenzaak’ vooruit kan helpen.

Desalniettemin belooft de albumcover van LP1 stof te doen opwaaien. Het is een dromerig, bijna sprookjesachtig beeld, maar je ziet er wel uit alsof je bont en blauw bent geslagen.

BARNETT: Zo voelde ik me ook op een bepaald moment tijdens het maken van dit album. Soms was het een gevecht, en ik ben onderweg enkele vrienden verloren, mensen met wie ik samenwerkte en die me in de steek gelaten hebben, emotioneel en praktisch. Echt verschrikkelijk vind ik dat. Ik voelde me heel erg kwetsbaar en twee maanden voor de plaat af was, wilde er ik compleet murw de brui aan geven. Soms kreeg ik de indruk dat sommige mensen bang waren van mijn ideeën, en me enkel wilden laten groeien onder hun voorwaarden. Ze gaven me geen krediet. Ik heb daarover verteld aan Jesse Kanda, die de hoes ontworpen heeft, en hij is met dat beeld afgekomen. Ik heb geweend toen ik het voor het eerst zag. Het ziet eruit als een klap in het gezicht, maar ook weer niet. Het is een beeld dat glundert, maar tegelijk heel brutaal is. Euforisch én gevoelloos. Ik heb klop gehad, maar ben er sterker uit gekomen, want er zit shiny, sparkling spul op mijn gezicht dat me er mooi doet uitzien. Die albumhoes illustreert de plaat perfect.

En dat voor iemand die niet graag dingen analyseert.

BARNETT:(giechelt) Ach ja, weet je…

WANNEER DE RECORDER OPNIEUW AF staat, vraagt Barnett wat ik van de plaat vind. Ik vertel de waarheid: dat het een sterk, verleidelijk album is dat je meesleept in haar wereld, zonder de som te zijn van haar invloeden.

‘En, denk jij dat het de toekomst van de muziek is?’ vraagt ze, opnieuw plagerig. Muziek staat boven verleden en toekomst, antwoord ik. Is Marvin Gaye of Frank Sinatra muziek van het verleden? Voor het eerst lacht ze het spleetje tussen haar bovenste twee tanden helemaal bloot. ‘That’s it, zo denk ik er ook over.’

LP1

Uit op 11/8 via Young Turks.

DOOR JONAS BOEL

FKA twigs ‘NATUURLIJK BEN IK EEN FEMINISTE, MAAR IK VRAAG ME BEWUST NIET AF HOE IK DE ‘VROUWENZAAK’ VOORUIT KAN HELPEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content