Van nobudgetfilmer tot Hollywoodgigant, van huis-, tuin- en keukenhorror tot digitale spektakellawines: een terugblik op het veelzijdige oeuvre van Sam Raimi.

The Evil Dead (1981)

Met: Bruce Campbell, Ellen Sandweiss, Richard DeManicor

Een stel vrienden voor en achter de camera, voor 85.000 dollar namaakbloed, latexmaskers en pellicule en een splatterverhaaltje over studenten die onder leiding van fetisjacteur Bruce Campbell de nachtmerrie van hun leven meemaken wanneer ze in een afgelegen vakantiehuisje met een bandrecorder demonen opwekken. Meer had Sam Raimi als 22-jarige snaak niet nodig om een van de invloedrijkste debuutfilms uit de eighties ineen te knutselen. Zijn mix van kinetische cameracapriolen, horrorclichés en slapstick, en zijn inventieve gebruik van steadicams, vleeshaken, potloden en andere scherpe voorwerpen zou ontelbare keren worden geïmiteerd. Een onvermoeibare cultklassieker die nog steeds in één (naar ontbindende zombies riekende) adem wordt vernoemd met ander heerlijk vleesvertier als The Texas Chainsaw Massacre en The Hills Have Eyes.

Crimewave (1985)

Met: Louise Lasser, Paul L. Smith, Brion James

Zo energiek en berucht als zijn debuut was, zo obscuur en onnozel is Raimi’s tweede langspeler: een farce over twee freakerige huurmoordenaars die indertijd in een verminkte versie werd uitgebracht en waar Raimi liefst zo weinig mogelijk aan wordt herinnerd. Dat laatste geldt trouwens ook voor de scenaristen van deze cartooneske flauwekul: de broertjes Ethan en Joel Coen oftewel de makers van Barton Fink, Fargo en The Big Lebowski, wier typisch surrëele gags en groteske personages hier vooral een demente indruk maken.

Evil Dead 2 (1987)

Met: Bruce Campbell, Sarah Berry, Dan Hicks

Meestal zijn sequels een stuk flauwer dan het origineel, maar daar is deze zotte horrorfilm – een kruising tussen The Blair Witch Project, een slideshow van dokter Beaucourt en Circus Bouglione – een welkome uitzondering op. Raimi trekt de kaart van de zelfparodie en voert zijn kwieke stijl en de elasticiteit van Bruce Campbells lijf door tot in het extreme. Het verhaaltje is even futiel als in deel één: Ash, de enige overlevende, vindt er niks beters op dan naar de blokhut terug te keren waar zijn vrienden indertijd tot zombies muteerden en bevindt zich voor iemand ‘onvoorstelbare idioot!’ kan roepen alweer tussen de rondvliegende oogballen en bloedende muren.

Darkman (1990)

Met: Liam Neeson, Frances McDormand, Colin Friels

Raimi’s eerste mediumbudgetfilm is deze respectvol naar allerlei huiverklassiekers knipogende comicverfilming gebaseerd op The Shadow, al diende Raimi om copyrightredenen uiteindelijk zijn eigen superheld te verzinnen. Dat werd de verminkte wraakengel Darkman (Neeson) – dokter Westlake voor de burgerlijke stand – die de kunsthuid die hij uitvond gebruikt om zich te wreken op de snoodaards die hem hebben verminkt. Ondanks de tegenvallende kassaresultaten: een slimme B-film die horror aan fantastiek koppelt en gretig citeert uit Dr. Hekyll and Mr. Hyde, Frankenstein en The Mummy.

Army of Darkness (1992)

Met: Bruce Campbell, Embedt Davitz, Marcus Gilbert

Het sluitstuk van de Evil Dead-trilogie. In deze fantasyparodie wordt de groteske gruwel uit de eerste episodes aangelengd met een skelettenleger, middeleeuwse marteltuigen en Bruce Campbell die als ridder-met-kettingzaag een jonkvrouw uit de klauwen van de dood moet redden. Campbell is namelijk, met dank aan een teletijdmachine en de nooit voor enige wansmaak terugschrikkende superproducer Dino de Laurentiis, in het 13e-eeuwse Engeland beland met als gevolg: een hysterische mix van slapstick- en slashertaferelen, Rambo en Ronde Tafelridders, en blitse special effects en stopmotioneffecten à la Ray Harryhausen.

The Quick and The Dead (1995)

Met: Sharon Stone, Russell Crowe, Leonardo DiCaprio

Raimi zet zijn raid op Hollywood in met deze redelijk dure hommage aan de spaghettiwestern. Voor het wraakverhaal – sexy gunslinger (Sharon Stone) rekent af met schurk (Gene Hackman) – hoef je het niet te doen, maar de fraaie Far Westplaatjes en de cast maken veel goed (Stone is nog sneller in het trekken van haar pistool dan in het kruisen van haar benen). Niet meteen een dampend schot in de roos, deze neowestern, maar toch een stuk geestiger dan de critici indertijd beweerden, met de sfeervolle fotografie en camerashots vanuit kogelstandpunt als typische Raimitoetsen.

A Simple Plan (1998)

Met: Bill Paxton, Bridget Fonda, Billy Bob Thornton

Een van Raimi’s meest onderschatte films is deze spannende en aandoenlijke Midwestthriller over twee broers (Paxton & Thornton) en hun kameraad die een bom geld vinden in een gecrasht vliegtuigje, dat in eigen zak proberen te stoppen maar hun plan zien mislukken door hebzucht. Met zijn winterse plattelandsdecors, treffende observaties en goed gedoseerde mix van film noir en zwarte komedie trekken de critici meteen de vergelijking met Fargo van Raimi’s kameraden Joel en Ethan Coen. Maar Raimi lijkt al evenveel mosterd te halen bij Edgar Allen Poe, Hitchcock en de fortiesklassieker Treasure of the Sierra Madre.

For Love of The Game (1999)

Met: Kevin Costner, Kelly Preston, John C. Reilly

‘Als ik een emotionele psychothriller kan maken,’ moet Raimi hebben gedacht, ‘dan kan ik ook een emotioneel sportdrama maken.’ Afgaand op deze duffe tearjerker verkeerde hij in een overmoedige bui. In Costners derde baseballfilm (na Bull Durham en Field of Dreams) voert de langzaam uitdovende Hollywoodster zichzelf op als een langzaam uitdovende baseballster die moet kiezen tussen een laatste comeback of een laatste kus van zijn vriendin. Het gesnotter is voorspelbaar, veel verrassender is dat Raimi zijn energetische stijl verruilde voor het soort meloclichés dat eerder een verleden in weekend- dan in griezelfilms doen vermoeden.

The Gift (2000)

Met: Cate Blanchett, Giovani Ribisi, Keanu Reeves

‘De slimste bovennatuurlijke thriller sinds The Sixth Sense‘, kopte The New Yorker. ‘Een whodunit boordevol clichés’, aldus TheNew York Times. Raimi’s poging om transcendente suspense te vermengen met zuiders familiedrama – naar een scenario van Billy Bob Thornton – is geen onverdeeld succes, maar wél stijlvol in beeld gezet en degelijk vertolkt. Cate Blanchett is een helderziende weduwe die wegzinkt in een web van verdachtmakingen wanneer haar voorspellingen rond een verdwijningszaak de gemoederen verder ophitsen. Geen verplichte bijdrage aan het genre; wél rustieke cinema waarin zelfs Keanu Reeves een zweem van geloofwaardigheid geniet.

Spider-Man (2002)

Met: Tobey Maguire, Willem Dafoe, Kirsten Dunst

Ondanks zijn gevarieerde cv had Raimi nog nooit een blockbuster gemaakt toen Sony hem 150 miljoen dollar toevertrouwde voor een comicverfilming vol grote sterren, actiescènes en CGI. Een risico dat ze zich niet beklaagden: Raimi katapulteerde zich met deze spektakellawine tot in de nok van Hollywood, want met een opbrengst van dik 800 miljoen dollar staat Spider-Man nog altijd op nummer 15 in het lijstje van grootste kaskrakers ooit. Het in postproductie toegevoegde 9/11-sfeertje – Spidey die slingerend tussen de wolkenkrabbers (minus de Twin Towers die digitaal werden gewist) over Manhattan en de Amerikaanse Droom waakt – krijgt u er gratis bovenop.

Spider-Man 2 (2004)

Met: Tobey Maguire, Kirsten Dunst, Alfred Molina

Commercieel bijna even succesvol als episode één en door de critici nog beter onthaald is deze bombastische blockbuster waarin Spidey moet afrekenen met de half octopus/half Einsteinslechterik Doc Ock (Molina), en zijn burgerlijke gedaante Peter Parker met een liefdesrivaal die Mary Jane (Dunst) voor het altaar tracht te lokken. De perfecte mix van drama, actie en sciencefiction, wordt hier en daar gegild. Ten kantore Focus, waar de nuchterheid regeert, weet alleen de actiescène op de metro enige opwinding teweeg te brengen en luidt het verdict: Raimi heeft zijn shock and awe-stijl definitief verruild voor degelijk, maar weinig origineel mainstreamspektakel.

(D.M.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content