Na stops in Frankfurt en Los Angeles doet de tentoonstellingAnime! High Art – Pop Culture nu ook het Gentse Caermersklooster aan.De geschiedenis van de Japanse animatiefilm wordt errijkelijk geïllustreerd aan de hand van tekeningen,objecten en filmbeelden. Ter voorbereiding alvasteen spoedcursus anime.

A Akira

Deze cyberpunkklassieker uit 1988 van Katsuhiro Otomo isgebaseerd op diens gelijknamige strips. Een bikerbendeleider tracht zijnparanormaal begaafde vriend tehelpen wanneer die in postnucleairNeo Tokio bij een geheim militair project betrokken raakt. Verwacht van Akiraeen mix van cyberfilosofie, maatschappijkritiek, celanimatie en digitaleeffecten plus enkele geweldscènesdie indertijd nogal wat deiningveroorzaakten.

Astro Boy

Een van de populairste creaties van ‘mangagod’ Osamu Tezuka is de door atoomenergie aangedreven robot Astro. Die wordt door zijn schepper ontworpen om zijn overleden zoon te vervangen,belandt vervolgens in een circus en wordt uiteindelijk door het ministerie van Wetenschap opgepikt als misdaadbestrijder. De manga verscheen voorhet eerst in 1952, en in 1963 volgde een tekenfilmserie die ook in Amerika werd uitgezonden. Het maakt Astro Boy de eerste mondiale animeheld.

Amano, Yoshitaka

Amano is niet alleen de schilder enontwerper van anime’s als VampireHunter D. (1985), hij ontwikkelde voor computerspellengigant Square Enixook de videogame Final Fantasy.Bovendien wordt hij beschouwd als een van Japans meest succesvolle hedendaagse kunstenaars. Amano werkt meestal met zwarte inkt tegen eenwitte achtergrond of met polychrome autoverf op aluminium. Zijn elegantefiguren vallen op door hun intense,starende blik.

B Bowlingbalogen

Een van de opvallendste kenmerken van animefiguren zijn hun buitenproportionele, bowlingbalvormige ogen. Naar verluidt was mangapeetvader Osamu Tezuka de eerste die deze op Betty Boop en Mickey Mouse geïnspireerde blik bezigde, omdat het zijn personages toeliet meer en intensere emoties uit te drukken. Andere fysieke kenmerken die frequent voorkomen zijn de glanzende haren, de kleine wipneusjes en de minuscule monden.

Bishônen

Letterlijk vertaald: ‘mooie jongen’. De term wordt gebruikt om een androgyn ideaaltype aan te duiden en stamt uit de oude Japanse homo-erotische literatuur. In het mangajargon verwijst hij ook naar een delicate tekenstijl waarbij jongens worden vervrouwelijkt met lange wimpers, slanke tailles en golvend haar, zoals in Dragon Knights.

C Candy Candy

Tussen 1975 en 1979 werd deze manga uitgegeven door Nakayoshi Magazine, al is het vooral productiehuis Toei Animation dat er met de tekenfilm-serie midden jaren 80 ook in het westen een hit van maakte. Het titelpersonage is een goedhartig weesmeisje met dikke krullen en guitige sproeten dat van haar beste maatje gescheiden wordt wanneer die in een pleeggezin belandt. Goed voor een heuse eightieshype, een karrenvracht merchandising en miljoenen smachtende meisjes.

D Dragon Ball

In 2007 waren er al meer dan 150 miljoen albums verkocht van deze manga geschreven en geïllustreerd door Akira Toriyama. Bovendien zijn de tekenfilmseries Dragon Ball, Dragon Ball Z en Dragon Ball GT (de enige die niet van de manga is afgeleid) al even populair. Alles draait rond de avonturen van Goku, een buitenaardse jongen met apenstaart die opgroeit tot martialartsmeester. De successerie is gebaseerd op de 16e-eeuwse Chinese volksroman De Reis naar het Westen en werd dit jaar omgezet naar een eerste liveactionprent en Playstation-videogame.

E Edo

Het Edotijdperk (1603-1868) wordt beschouwd als de periode waarinde Japanse tekenstijl vaste vorm kreeg. De komst van de boekdrukkunst zorgde immers voor een verhoogde nood aan illustraties, gaande van dagdagelijkse prenten (ukiyo-e) tot complexe kleuren- of brokaatprints (nishiki-e). Bekende kunstenaars uit deze periode zijn Utagawa Kunisada, diens leerling Kunichika en Katsushika Hokusai – de auteur van het beroemde schetsenboek Hokusai Manga.

F Final Fantasy:The Spirits Within

Al in de jaren 80 waren Japanse filmmakers ijverig in de weer met 3D-computeranimatie, en in 2001 pakten Sony en Square Pictures uit met dit dure prestigeproject. Bedoeling was om de Amerikanen in de CG-wedloop de loef af te steken met deze fotorealistische sciencefictionfilm naar de succesvolle videogamefranchise uit 1987. In de film zijn de eerste computergeanimeerde ‘mensen’ te bewonderen, in casu: wetenschapster Aki Ross en haar collegae die de aarde van boosaardige aliens moeten bevrijden. Hoewel er vier jaar lang aan gewerkt werd, bleek de film een kritische en commerciële flop. De Final Fantasy-computerspelletjes zijn wel populair:er werden al 85 miljoen exemplarenvan verkocht – and counting.

G Ghibli

De animatiestudio werd in 1985 opgericht door regisseurs Hayao Miyazaki en Isao Takahata én producent Toshio Suzuki met de bedoeling op een onafhankelijke manier kwaliteitsvolle films te produceren. Sindsdien groeide hij uit tot een van ’s werelds meest succesvolle animatiebedrijven met een unieke stijl en filosofie, een eigen museum en een indrukwekkende cataloog: van Laputa:Castle in the Sky over Grave of the Fireflies tot Spirited Away, de enige anime tot hier toe die een Oscar wist te winnen. De naam Ghibli haalde Miyazaki bij de Italiaanse verkenningsvliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog, terwijl de bosgeest Totoro uit zijn gelijknamige succesfilm dienst doet als studiologo.

Ghost in the Shell

Deze cyberpunkthriller uit 1995 over de vrouwelijke cyborg Kusanagi diende als voorbeeld voor The Matrix. Kusanagi is lid van Sectie 9, een veiligheidsdienstdie de Puppet Master achternazit, een mysterieuze hacker die het op menselijke zielen heeft gemunt. Dit meesterwerk – een mix van celanimatie enCGI – werd geregisseerd door Patlabor-maker Mamoru Oshii en is gebaseerd op de vernuftige manga’s van Masamune Shirow die in 1989 voor het eerst werden gepubliceerd. Naast deze film zijn er nog twee langspelers, alsook twee tekenfilmseries, twee romans en driePlaystationgames.

H Hentai

Hoewel het woord ‘metamorfose’ of ‘abnormaliteit’ betekent, kan het ook worden vertaald als ‘pervers(eling)’. In het Westen dient het om het subgenre van de (soft)pornografische manga of anime mee aan te duiden waarvoor in Japan zelf meestal de term ‘etchi’ wordt gebruikt. Daarin komen alle denkbare fetisjen in alle denkbare gradaties aan bod: van sm over incest en pedofilie tot bestialiteit. Hoewel het genre zijn roots heeft in de eeuwenoude erotische Shungaprenten kent het dankzij het internet vooral de jongste vijftien jaar een enorme boom. Enkele tips voor de hentaimaagden: de verpleegstersserie Night Shift Nurses, de controversiële neonoir Kite en de stoute schoolmeidenserie Angel of Darkness – van horen zeggen uiteraard.

I Industrie

De voorbije decennia groeide anime uit van typisch Japans cultfenomeen tot mondiale mega-industrie. Zo zou de totale jaaromzet van alleen al de animeseries en de bijbehorende merchandising om en bij de 2,5 miljard dollar bedragen, terwijl de totale Amerikaanse animemarkt op een waarde van 4,35 miljard dollar wordt geschat. Geen wonder dat de Japanse overheid – die doorgaans nochtans niet erg happig is om de nationale cultuur te exporteren – sinds enkele jaren de wereldwijde marketing gretig ondersteunt.

J Josei

Letterlijk: ‘vrouw’. Dit mangagenre richt zich hoofdzakelijk op jonge vrouwen – de mannelijke equivalent heet ‘seinen’ – en verhaalt vooral over het alle-daagse leven. De stijl is realistischer en de thematiek meer volwassen dan die van de shôjo of meisjesmanga. Bekende voorbeelden zijn Paradise Kiss en Hatsimitsu to Clover.

K Kitazawa, Rakuten

De in 1876 geboren schilder en mangaka was niet alleen de eerste professionele cartoonist in Japan, hij was ook de eerste om de term manga in de moderne betekenis te gebruiken. In 1905 startte hij met het satirische magazine Tokyo Puck dat ook in China, Korea en Taiwan verscheen en in het Engels werd vertaald. In 1929 stelde hij tentoon in Parijs en later werd hij opgenomen in het Franse Légion d’honneur.

L Lupin the 3rd

Hoewel de coole kleinzoon van gentlemandief Arsène Lupin al in de sixties het levenslicht zag in de manga’s van Monkey Punch – Kazuhiko Kato – werd hij in de seventies pas écht een cultheld. Dat heeft hij te danken aan de tekenfilms en films waaraan ook Ghiblioprichters Miyazaki en Takahata meewerkten. De favoriete Japanse tekenfilmheld van Steven Spielberg maakte later trouwens ook carrière in tal van videogames.

M Manga(-ka)

Oftewel het Japanse equivalent voor stripverhaal. Het woord werd in de 19e eeuw bedacht door schilder en karikaturist Katsushika Hokusai en is een samenvoeging van ‘man’ en ‘ga’, wat ‘onverantwoord plaatje’ betekent. Een striptekenaar noemt men een mangaka.

Miyazaki, Hayao

De Ghibligoeroe begon zijn carrière midden jaren 60 als tekenaar en scenarist bij Toei en Nippon Animation. Daar ontmoette hij Isao Takahata – zijn latere Ghiblikompaan – met wie hij de tv-serie Lupin the 3rd en de langspeler Nausicaä of the Valley of the Wind maakte. Internationaal succes kwam er met het fantasyepos Princess Mononoke (1997) en met de Oscarwinnende familiefabel Spirited Away (2001). Verder werkte Miyazaki ook mee aan verschillende World Masterpiece Theaterseries met adaptaties van klassieke romans en aan tal van Tezuka’s Mushiproducties – waaronder de bekende kinderserie Heidi, Girl of the Alps (1974).

N Nippon Animation

Samen met Studio Ghibli zowat de bekendste japanimatiestudio, al legde Nippon zich in tegenstelling tot Ghibli vooral toe op tv-series en straight to video-producten. Succesnummers zijn Maja de Bij, Little House on the Prairie en Heidi, Girl of the Alps, plus de literaire adaptaties Anne of Green Gables en The Adventures of Tom Sawyer.

Naruto

De manga van Masashi Kishimoto over de hyperactieve puberninja verscheen voor het eerst in 1999 en telt ondertussen 47 volumes, al brak Naruto pas echt door toen ook de televisieseries onze contreien bereikten. De succesfranchise – in 2006 goed voor tien procent van de mangaomzet – is vooral gericht op jongens die de Pokémonrage zijn ontgroeid en resulteerde inmiddels ook in video-games, kaartspellen, boeken, cd’s enzes films.

O Otaku

Met de term ‘otaku’ – slang voor ‘nerd’ – wordt verwezen naar de miljoenen obsessieve manga- en animefans. Ze verzamelen online op fansites als Anime News Network, kennen de plot van Space Battleship Yamato uit het hoofd en troepen samen op otakons(expo’s) en cosplays (verkleedpartijtjes). Vaak slapen ze zelfs op een kussen van hun favoriete animefiguur die ze als hun levenspartner beschouwen. Een bekende otaku is de voormalige Japanse premier Taro Aso.

P Pokémon

Deze Nintendogame werd in 1996 gecreëerd door Satoshi Tajiri en is ondertussen uitgegroeid tot ’s werelds op één na populairste mediafranchise – na Super Mario. Sinds 1999 is het ook in de Benelux een megahype, dankzij de strips, films, tv-series, cd’s, ruilkaartspellen, knuffels en god weet wat. In totaal zijn er 493 Pokémons; wezentjes waarvan de gele Pikachu – half konijn, half hamster – de bekendste is, alsook de favoriet van Ash Ketchum, de jonge held uit de afgeleide tekenfilmserie.

Q Quiz Magic Academy

Een OAV of Original Animated Video – anime die direct op video of dvd wordt uitgebracht – over schoolmeisjes die hun slechte reputatie hopen op te poetsen door aan een magiewedstrijd deel te nemen. Geen idee of deze kortfilm ergens op slaat, maar niet veel animetermen beginnen nu eenmaal met een q.

R Robots

Gigantische, door mensen bestuurde robotten – ook wel mecha genaamd – zijn altijd al hot geweest in animekringen. Meestal gaat het om geavanceerde vechtmachines of gepantserde voertuigen met benen in plaats van rupsbanden of wielen. De oudste Japanse mecha duikt op in Gigantor – een manga uit 1956 die als tekenfilmserie in 1966 ook in de States te zien was. Het hoogtepunt blijft echter de supersuccesvolle Gundam-franchise. Die bracht ondertussen al 50 miljard yen op en zorgde voor een opsplitsing in twee subgenres. In het ‘super robot’-genre ligt de nadruk op hightech en mystiek, terwijl in het ‘real robot’-genre de mecha gewoon gebruiksvoorwerpen zijn zoals in Patlabor.

S Shônen/shôjo

Mangastrips worden doorgaans ingedeeld in subgenres die zichop verschillende doelgroepen richten.Zo zijn shônen met veel actie en humor bedoeld voor jongens, terwijl shôjo met meer fantastische en romantische thema’s op tienermeisjes mikken. Populaire shônen zijn Naruto en Dragonball,shôjohits zijn Swan en Wedding Peach.

T Tezuka, Osamu

Met een oeuvre van 150.000 tekeningen, 700 manga’s en zeker 60 animatiefilms heeft Dr. Osamu Tezuka – de man was een arts – zijn eretitel ‘god van de manga’ niet gestolen. De bekendste creaties van de in 1989 overleden pionier zijn Astro Boy en Kimba de Witte Leeuw, die hun eigen tekenfilmseriekregen, plus: zijn reïncarnatie-epos Phoenix. Hoewel hij zich door Disney en andere westerse bronnen liet inspireren, lag Tezuka aan de basis van de archetypische japanimatiestijl met de grote ogen als het meest in het – euhm – oog springende kenmerk. Astro Boy-fan Stanley Kubrick vroeg hem in 1965 tevergeefs als artdirector voor 2001: A Space Odyssey.

U Urushihara, Satoshi

Mangaka die zijn carrière begon bij Toei Animation en zich daarbuiten vooral toelegde op het hentaigenre. Hij creëerde verschillende personages voor animefilms (denk aan Legend ofLemnear uit 1987) en videogames. Zijn bekendste manga’s zijn Chirality (1995-1997) en Plastic Little (2004).

V Visual kei

Deze muzikale subcultuur stamt eigenlijk uit de eighties met new wave- en metalbands als Dead End enX Japan als boegbeelden. Toch brak zepas de jongste jaren ook in het Westen door dankzij de recente animeboom. De typische kenmerken: excentrieke kleren, kleurrijke kapsels, tonnen make-up en een androgyne look.

W Wereldoorlog

Hoewel de eerste animegolf er pas kwam in de jaren 50 toen de Japanse economie spectaculair verrees uit de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog, werden er ook daarvoor al tekenfilmsgemaakt. Het oudste is een twee minuten durend filmpje over een samoerai uit 1917. De vroegste talkie is dan weer Chikara to Onna no Yo no Naka uit 1933, een korte zwart-witfilm over een huisvader die inzijn slaap zijn overspel opbiecht.

X X – The Movie

Twee groepen van helderziendekrijgers nemen het tegen elkaar op in deze sciencefictionthriller uit 1996 van veteraan Rintaro – pseudoniem van Shige-yuki Hayashi – en een van de grootste animeregisseurs ooit. De film is gebaseerd op de gelijknamige apocalyptische strips van het mangacollectief Clamp.

Y Year 24 Group

De naam van een groep vrouwelijke mangaka’s die in de jaren 70 de shôjomanga ingrijpend veranderde, dankzij de introductie van feministische, seksuele en filosofische thema’s.Bekende leden zijn Moto Hagio ( They Were Eleven, 1976) en Ryoko Yamagishi die in 1971 met Our White Room de eerste yurimanga afleverde (zie onder).

Yuri

De term betekent ‘lelie’ en verwijst naar manga’s en anime’s die over de meisjesliefde verhalen. Hoewel ze hun roots hebben in de Japanse lesbische literatuur van begin 20e eeuw, duiken ze pas in de jaren 70 in stripverhalen op. De mannelijke, homo-erotische tegenhanger heet yaoi.

Z Zettai Ryouiki

Dat die gekke Japanners dol zijnop schoolmeisjes in uniform weten we uit tal van anime’s en hentaifilms.Ook daarin gaan ze trouwens nauwgezette werk: deze term – letterlijk: ‘absoluut territorium’ – verwijst naar een kledingstijl waarbij een wiskundig bepaalde hoeveelheid huid zichtbaar is tussen rokje en

kniekousen. Don’t ask.

Anime! High Art – Pop Culture

Van 9/10 tot 1/1/2010, Caermersklooster, Gent.

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content