La légende du grand judo; Le château de l’araignée; La forteresse cachée; Sanjuro; Barberousse; Dodes’kaden. (Alle films in originele Japanse versie met uitsluitend Franse onderschriften).

Films: Extra’s: (Arte Video)

Wat de luxe boekencollectie La Pléiade is voor bibliofielen, is deze uit Frankrijk geïmporteerde superbox voor cinefielen. De klassiekers van een van de reuzen uit de filmgeschiedenis werden niet alleen meticuleus gedigitaliseerd maar worden ook omkaderd door achtergrondmateriaal en analyses, terwijl de fraaie maar strenge vormgeving ze tot het pronkstuk maakt van uw privé-filmotheek. En dit alles tegen een vrij democratisch prijsje.

De zes films omspannen nagenoeg de hele carrière van Akira Kurosawa, van zijn eerste proeve achter de camera, Sanshiro Sugata (1944) tot zijn eerste kleurenfilm Dodes’kaden (1970).

Het regiedebuut van de toen 33-jarige regisseur is een ware revelatie. In dit verhaal over de rivaliteit tussen judo en jujitsu komt de gespierde, atletische vertelstijl die zo kenmerkend is voor de meest westerse onder de Japanse regisseurs al ten volle tot bloei en past hij ook al zijn favoriete stijlmerken (zoals het ‘gordijn’ als overgang – het oude beeld dat letterlijk weggeduwd wordt door het nieuwe) met brio toe. Le château de l’araignée (1957) is ook bekend onder de internationale titel Throne of Blood: er valt voor beide titels iets te zeggen, want zowel het motief van de spin als van het bloed beheerst deze magistrale adaptatie van Macbeth. Met La Forteresse cachée uit 1958 (waar George Lucas de mosterd haalde voor Star Wars) en Sanjuro uit 1962 toont Kurosawa zich de onovertroffen meester van de actiecinema. Zijn capaciteit om puur door mise-en-scène, sublieme breedbeeldcomposities en gecomprimeerde telelensbeelden ingewikkelde strategieën glashelder in beeld te zetten, is ongeëvenaard. Het artsenepos Barberousse (Akahige; 1965) en de poëtische bidonvillekroniek Dodes’kaden onthullen dan weer de menslievende filosofie van deze humanist.

Het kijkplezier wordt nog aanzienlijk vergroot door het exemplarische bonusmateriaal. Het door de militaire censuur getroffen La légende du grand judo krijgt een commentaar van de Franse cineast Christophe Gans die de historische en sociologische achtergronden schetst, noodzakelijk om deze prent die zich afspeelt in het Meiji-tijdperk te begrijpen. Bij andere films ( Sanjuro; Dodes’kaden) worden sleutelscènes deskundig toegelicht. Voorts zijn er fragmenten uit een degelijk BBC-interview met de regisseur, trailers van Japanse ‘martial arts’ films, portretten van vaste componist Masuro Sato en favoriete acteur Toshiro Mifune (hij speelde de hoofdrol in zestien van de dertig films van Kurosawa), een beschouwing over de vrouwen in de films van deze mannenregisseur. Zonder het mooiste toemaatje te vergeten: AK, het meesterlijk document (72 minuten) dat Chris Marker maakte tijdens de opname van Ran en dat een goed inzicht geeft in de werkmethoden van Kurosawa.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content