Er staan nauwelijks twee titels achter zijn naam, Dorothée van den Berghes ‘Meisje’ en nu Tom Barmans ‘Any Way the Wind Blows’, maar Matthias Schoenaerts was in Berlijn en Cannes toch al Vlaanderens rijzende ster. Hij blijft er zelf heel bescheiden bij. ‘Als je niet af en toe op je bek durft te gaan, moet je er niet aan beginnen.’

any way the wind blows

Vanaf 18/6 in de bioscoop

Aan gewichtige mensen heeft de filmwereld en deze aardkloot zeker geen gebrek. Matthias Schoenaerts behoort niet tot hen. De jonge acteur antwoordt serieus op de vragen en is ernstig over zijn vak, maar over zichzelf doet hij nooit gewichtig (en wie zijn wij om gewichtig te doen over het feit dat hij de zoon is van Julien Schoenaerts, misschien wel de belangrijkste acteur uit de Vlaamse geschiedenis). Naar zijn gevoel verliest een acteur zich niet in zijn eigen persoontje, maar in anderen. In Any Way the Wind Blows, Tom Barmans sensuele mozaïek van ‘ t stad – waar hij geboren en getogen is -, verliest Schoenaerts zich in Chouki, een secret artist die op een morbide plan broedt. De intensiteit van het personage is beslist ook die van de vertolker. Schoenaerts is Chouki, al mag je die vereenzelviging niet zomaar uitspreken.

‘Any Way the Wind Blows’ is je tweede langspeelfilm. Hoe ben je in de productie terechtgekomen?

Matthias Schoenaerts: Via the straight and classic way: ik heb gewoon auditie gedaan. Ik kende Tom niet, ik wist alleen dat hij muziek maakte. De andere rollen waren voor het merendeel echt op de acteurs geschreven. De rol van Natalie was op Natalie Broods geschreven, die van Firmin op Dirk Roofthooft, die van Walter op Frank Vercruyssen. Tom heeft de personages bedacht met die acteurs in zijn hoofd. Oorspronkelijk was ook Chouki geschreven voor een van Toms vrienden, maar die kon de rol niet spelen. Alleen voor dat personage is er een casting geweest. Ik heb een auditie gedaan. That was it.

En dan was er dus ‘jouw’ Chouki.

Schoenaerts: Tom was daar van bij het begin heel duidelijk over: Chouki moest van mij worden, ik moest niet zomaar zijn beeld van zijn vriend invullen. Ik moest er mijn ding mee doen. Heel veel gebeurt op het gevoel. Ik heb er veel over nagedacht, maar op een bepaald moment moet je dat allemaal loslaten. Dan kom je de set op en probeer je elkaar zoveel mogelijk aan te voelen. Je moet wel altijd een openheid behouden als je bezig bent. Als je te intens met een rol bezig bent, bestaat makkelijk het gevaar dat je een eiland wordt, terwijl je nog moet openstaan voor het contact met de andere mensen. Je mag niet volledig geïsoleerd raken in het traject van je personage.

Waren er zaken die Barman duidelijk had beschreven?

Schoenaerts: Neen, er was niks beschreven. Niemand van ons heeft vooraf een karakterschets gekregen. Ik had echt het gevoel dat Tom erop vertrouwde dat de mensen hun werk zouden doen. Zo simpel is het. Je krijgt een rol en je bent er creatief mee. Je geeft iets terug, want je krijgt heel veel van die rol. En als je graag speelt, doe je dat met plezier.

Blij dus dat je eraan hebt meegewerkt?

Schoenaerts: Absoluut. Gewoon al omdat we acht of negen fantastische weken hebben gehad.

Je begon met theater, nu heb je twee films gedaan. Is het risico om op je bek te gaan minder groot voor een filmacteur dan voor een theateracteur?

Schoenaerts: Neen. Zijn is zijn.

De manier van acteren verschilt voor jou dus niet.

Schoenaerts: Spelen is spelen, zo simpel is het. Je probeert je altijd even hard te geven. Soms haal je dat niet, maar je wilt er wel altijd volledig ‘in’ zitten. Je brengt een wereld over op het publiek, en op de theaterplanken doe je dat anders dan op een filmset, maar uiteindelijk gaat het wel over dezelfde dingen. De dingen waar je over nadenkt, waar je naar op zoek gaat, komen uit dezelfde voedingsbodem. De concrete uitvoering verschilt, maar veel belang heeft dat niet. Het gaat over contact met mensen. Dus ga je niet anders spelen. Je moet de mensen gewoon willen bereiken. Je gaat in het theater niet denken: O, ik moet nu luider praten. Neen, je praat automatisch luider omdat je wilt dat de mensen het zullen horen. Dat is iets heel anders. De mensen komen naar iets kijken, die willen iets voelen en ik moet daar gewoon voor zorgen.

Ga je zelf veel naar het theater?

Schoenaerts: Neen. Ik heb het niet echt nodig. Ik ga af en toe, als ik weet dat iets echt fantastisch zou kunnen zijn. Ik speel doodgraag, maar ik ben geen theaterfreak. Als ik echter een goede voorstelling heb gezien, dan ben ik daar zeker wel drie weken euforisch over. Dan denk ik: Wat een mooi vak. Als ik iets slechts heb gezien, denk ik: Misschien doe ik wel dezelfde stommiteiten. En als dat zo is, waar ben ik dan mee bezig? Het is een heel dubbel gevoel. Heel kwetsbaar ook. Maar als je niet op je bek durft te gaan, dan moet je er niet aan beginnen. Je moet jezelf de ruimte geven om te falen. Dat hoort allemaal bij risico’s nemen. Als je verder wilt gaan, moet je loslaten wat je kent en stappen durven te zetten in een gebied dat je niet kent. Het is dus vrij logisch dat je af en toe op je smoel gaat.

Is het echte leven jouw oefenterrein of is het acteren jouw oefenterrein om beter te kunnen leven?

Schoenaerts: Een mix van beide. Alles tast je aan. Dat verandert je. Je berekent het niet, het gebeurt gewoon. Je laat je aantasten door iets, je leeft daarin mee en dan laat je dat weer los. Ik maak daar ook niet zo graag een onderscheid in. Ik hoor het woord ‘acteren’ ook helemaal niet graag. Er wordt een verkeerde betekenis aan gegeven. Acteren is niet ‘doen alsof’, maar doen tout court. To act betekent to do. En je bent niet zozeer wat je zegt, maar veeleer wat je doet. To do is to be. En dus is to act ook to be.

Je laat je personage dus niet los?

Schoenaerts: Neen, ik vind het te schoon om los te laten, dus zou ik niet weten waarom ik dat zou doen. Maar ik besef wel dat als het gedaan is, het ook gedáán is. Het is een wisselwerking. Je wordt nooit helemaal iemand anders. Ik geloof niet in die volledige transformatie. Ik praat daar niet graag over, omdat mensen altijd op zoek zijn naar verhaaltjes. Het wordt allemaal te sterk geromantiseerd, te hard opgeblazen.

Wat geeft voor jou de doorslag als je een scenario leest?

Schoenaerts: Uiteraard is het superbelangrijk met wie je werkt. Misschien is dat wel het belangrijkste. Ik wil echt met mensen werken waar ik een goed gevoel bij heb. Ik wil niet werken met ne grave regisseur, ik wil werken met een fijne mens en als dat ne grave regisseur is, dan is dat mooi meegenomen. Je bent op zoek naar mensen waarvan je denkt: Daar zou ik van kunnen houden. Echt in de pure zin van het woord. Omdat de periode die je dan samen doormaakt waardevol is. Je hebt het gevoel dat je samen iets hebt meegemaakt. Niet zoiets als ‘o ja, wij hebben samen een film gemaakt’ of ‘ja, wij hebben samen een stuk gespeeld’. Dat interesseert me niet. Het is drie maanden bij mensen zijn en volledig bij die mensen zijn. Zonder te vergeten dat je aan het werk bent, en dat je een stuk of een film aan het maken bent. Je moet professioneel genoeg zijn om je niet in dat soms persoonlijk gezwam te verliezen. Je moet daar heel helder in blijven. Maar je wilt wel met mensen werken waar je een verbintenis mee hebt, zonder dat je per se weet wat die verbintenis inhoudt. Dat had ik met Tom, met Dorotheé. Dat betekent niet dat wij elkaar door en door kennen, dat hoeft allemaal niet. Je houdt gewoon van de manier waarop hij of zij naar dingen kijkt.

Hoe belangrijk is het verhaal voor jou?

Schoenaerts: Het verhaal is de tweede stap. Hoewel: eigenlijk gaat het samen. Ik bedoel maar, het kunnen de fijnste mensen ter wereld zijn, if it sucks, it sucks. Het verhaal moet boeien, het moet prikkelen. Op het moment dat je het leest, moet het al onmiddellijk beginnen pruttelen in je hoofd. Het moet mijn verbeelding op gang brengen. Het verhaal moet zich beginnen afspelen in mijn hoofd, alsof ik de film zelf aan het maken ben. Het moet iets zijn dat me intrigeert, waar ik niet meteen bij kan, maar dat me toch raakt. En een goede catering is ook altijd meegenomen.

Wat vind je in het algemeen van de Vlaamse cinema?

Schoenaerts: Ik ben niet echt fan, denk ik. Ik vind de Vlaamse film niet eigenzinnig, niet gedreven genoeg. Ik proef er soms te weinig kloten in. Mensen durven niet echt uit de bocht te gaan. Ik vind dat je risico’s moet nemen, soms ook ten koste van jezelf. Gewoon om grenzen te verleggen. Ik mis mensen die tot op het bot gaan. En dat apprecieer ik aan Tom. Hij is echt diep moeten gaan om dit te realiseren. Hij heeft enorme risico’s genomen en het lef gehad om zijn ding te doen. Als ik een film zie, wil ik ook op een of andere manier proeven wie die heeft gemaakt. En ik proef soms te weinig.

Waar denk je dat de zielloosheid van veel Vlaamse films vandaan komt? Een tekort aan talentvolle mensen, of een te veilige financieringspolitiek?

Schoenaerts: De mensen zijn er, daar ben ik zeker van. Ik zie veel mensen van wie ik denk: Als die de kans zouden krijgen… Er is heel veel potentieel, maar op een bepaald punt gaat men zich toch nestelen in een zekere veiligheid of braafheid. Ik kan me voorstellen dat er enorm veel moeilijkheden of problemen vasthangen aan de financiering van ‘een simpel filmke’. Dat het een hel is. Dat films maken op artistiek vlak een van de moeilijkste en meest omslachtige dingen is. Maar aan de andere kant heb ik ook zoiets van: Filmmaken is overal moeilijk. Ik denk dat iedereen die een film wil maken het lastig heeft, zeker in Europa. Het hangt ervan af hoe hard je ervoor gaat. Als je er echt in gelooft, zal je er geraken.

Moet een film ervoor zorgen dat je ‘als een ander mens’ de zaal uitstapt?

Schoenaerts: Liefst wel. Hoewel: je moet je niet te veel illusies maken over de plaats van cinema in de wereld. Sommige films geven je de kans om tot inzicht te komen, maar je bent zelf verantwoordelijk voor wat je met dat inzicht doet. Het maakt niet uit van welk land of uit welke cultuur het komt, altijd kom je dezelfde thema’s tegen, dezelfde menselijke worstelingen: omgaan met eenzaamheid en onzekerheid, zoeken naar liefde en geborgenheid, omgaan met teleurstellingen, gruwel, haat, verlies, afscheid en dood. Soms heb je veel films nodig, soms is één scène genoeg om in te zien dat dingen anders kunnen of anders moeten.

Welke film doet je verlangen om zelf een film te maken?

Schoenaerts: Geen seconde twijfel: de Mexicaanse film Amores Perros van regisseur Alejandro Gonzalez Inarritú. Die film heeft alles. Er zit humor in, verdriet, perversiteit, geweld, liefde, passie, poëzie, alles wat de mens tot mens maakt. En dat alles zit er dan ook nog eens in met het maximum aan intensiteit dat zoiets kan hebben. Want het volstaat niet om alle ingrediënten te hebben, je moet er ook iets mee doen. En dat doet die film absoluut. Je proeft het, je leeft het, dat universum zuigt je volledig op. Ik kijk naar een film omdat ik iets wil meemaken. Ik wil geraakt worden, bewogen worden in mijn stoel. Ik wil schrikken, bang worden, verliefd worden. De dingen moeten mij gewoon bewegen. En dan maakt het niets uit welke stijl of welk genre dit of dat is. Het moet gewoon op een of andere manier de essentie raken.

Als je niet met een stuk of een film bezig bent, waar kunnen we je dan vinden?

Schoenaerts: Daar kan ik heel makkelijk op antwoorden. Ofwel ben ik ergens aan het voetballen met een paar maten ofwel ben ik ergens graffiti aan het spuiten. Een van de twee, dat is zeker.

Graffiti is je ding, niet? Heb je daar vandaag ook nog tijd voor?

Schoenaerts: Die vraag stelt zich niet eens. Graffiti is mijn leven. Ik heb dat nodig. Het moet lukken om tijd te vinden, want ik kan niet anders. Als ik mij volledig aan iets heb gegeven, dan moet ik dat ook kunnen stoppen. Dan ben ik ‘op’, heb ik het nodig om mezelf weer op te laden. De komende maanden zal ik vooral daarmee bezig zijn. Samen met Arno Arnouts en Manuel Gerullis organiseer ik de tweede editie van een non-profit wereldtournee voor internationale graffitiartiesten, Meeting of stylez. In vijftien verschillende steden – waaronder Parijs, Minsk, Madrid, Kopenhagen, Drogheda, Amsterdam, New York, Philadelphia en ook Antwerpen – gaan we op zoek naar verwaarloosde plaatsen, die we dan omtoveren tot een inspirerende en bezielende plek waar de mensen even hun ellende kunnen vergeten.

De wereld een stuk mooier maken.

Schoenaerts: Ja, misschien wel. Het klinkt inderdaad heel zoet en melig, maar ik vind dat je altijd een spoor van liefde moet nalaten.

Door Julie Van Geluwe Foto Guy Kokken

‘Ik mis in de Vlaamse film mensen die tot op het bot gaan. En dat apprecieer ik aan Tom. Hij heeft risico’s genomen en had het lef om zijn ding te doen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content