ACHTER HET MASKER VAN DE PORNOGRAAF

Er schuilt een charlatan in iedere mens die een ‘von’ tussen voor- en achternaam plakt, dus ook in Lars Trier. De begenadigde filmregisseur zorgt er bewust voor dat het altijd ook deels over hemzelf gaat. Een inleiding tot het larsisme.

Stellan Skarsgård lanceert de term: de Zweed die ook al in Breaking the Waves (1996) en Dogville (2003) acteerde, gebruikt die om uit te leggen waarom Lars von Trier een pornofilm aankondigt en vervolgens iets heel anders maakt. ‘Nymphomaniac is geen pornofilm. De film bekijken en tegelijk rukken, het gaat je niet lukken. Het lukt zelfs Lars niet’, grijnst hij. ‘Een larsisme is ergens een ironische draai aan geven zodat het niet meer zo hoogdravend en pretentieus lijkt. Een larsisme is een meesterwerk uit je mouw schudden en het rommel noemen. Dat soort ironie ligt in zijn aard.’

Je hoeft larsisme niet tot die occasionele potsenmakerij te beperken, de term past ook op de strategie die Lars Trier al toepast sinds hij als artiest in spe zichzelf uitvond door tussen een veel voorkomende voor- en dito achternaam een von te voegen. Die strategie komt erop neer dat hij zijn eigen persoon – personage? – in de strijd om de aandacht gooit, en hij heeft ze altijd al gehanteerd. Peter Schepelern, Lars von Trier-professor aan de universiteit van Kopenhagen, zwaait met een krantenstukje dat de regisseur in wording op zijn twintigste in een lokale krant publiceerde. Het gaat over het huis waar zijn grote held August Strindberg zijn bekendste toneelstuk Fröken Julie schreef. Hij kent zichzelf in het stuk én de foto een grote plaats toe en signeert dan al met de verzonnen ‘von’. Die strategie heeft hij eind 2013 zo ver gedreven dat Philip Einstein Lipski, de bedenker van de succesvolle campagne voor Nymphomaniac, zonder blikken of blozen vertelt dat hij met de regisseur uitgebreid ‘het merk Lars von Trier’ heeft besproken. ‘Hij is zeer bedreven in het zichzelf van buitenaf bekijken. Geen grotere expert over het merk Lars von Trier dan Lars von Trier zelf.’

IK BEN EEN GETORMENTEERDE GEKKE KUNSTENAAR

Zal Cannes Nymphomaniac selecteren en Lars von Trier weer in de armen sluiten? Komt er een brave en een hardcoreversie? Wat vertelt de poster? De groepsfoto? De trailer? Zowel in de sociale als in de traditionele media trok het kleinste nieuwtje over Nymphomaniac het voorbije jaar de aandacht. De Nymphomaniac-gekte is natuurlijk een gevolg van nieuwsgierigheid naar ‘de pornofilm’ van ‘provocateur’ Von Trier maar ook van een lange, uitgekiende promotiecampagne die inspeelde op het spanningsveld tussen porno/lage cultuur en Von Trier/hoge cultuur.

Die campagne moest de traditionele weg voor Von Trierfilms vervangen. ‘Een film van hem marketen, was vroeger saai: de poster af hebben tegen Cannes, de rode loper doen, interviews geven en klaar’, zegt producer Louise Vesth. ‘Toen duidelijk werd dat Cannes Nymphomaniac niet moest, planden we een release met kerst. Dat betekende dat we een jaar lang promotie konden voeren, met alles erop en eraan.’ Campagnebedenker Lipski wijst op de grote inbreng van Von Trier zelf. ‘De grootste puzzelstukken droeg hij zelf aan. Hij kwam met het ()-logo en de slogan ‘Forget about Love’.’

In die hele machinerie speelt Von Trier de gemuilkorfde artiest. Op een groepsfoto met alle hoofdrolspelers poseert hij met tape op de mond. Vreemd, want niemand heeft hem een spreekverbod opgelegd. Het klopt niet eens dat hij zwijgt sinds de beruchte persconferentie in Cannes waar hij grapte over zijn sympathie voor Hitler. In de dagen na zijn verbanning van het Franse festival bleef hij interviews geven. In de zomer van dat jaar, 2011, ontving hij nog journalisten in Kopenhagen. Maar het beeld van de gecensureerde kunstenaar wordt doorgetrokken, tot in de bioscoopzaal. Nymphomaniac 1 en 2, samen goed voor vier uur film, beginnen met de mededeling dat je een ingekorte, gecensureerde (!) versie krijgt te zien. Von Triers montage was namelijk nog anderhalf uur langer. Ostentatief afstand nemen van de (door iemand anders) ingekorte bioscoopversie is in deze boerenbedrog. Von Trier staat samen met Peter Aalbæk Jensen aan het hoofd van filmbedrijf Zentropa. Hij hoeft de final cut niet uit handen te geven als hij dat niet wil.

Verbannen worden door Cannes, het festival waar hij zo mee vergroeid was, was een schok. Maar persona non grata verklaard worden, past perfect bij het beeld van de getormenteerde gekke kunstenaar. ‘Een beeld waar hij al altijd mee heeft gedweept’, zegt Schepelern. De academicus illustreert die stelling met een zelfportret van de jonge Von Trier. Op de achtergrond: Golgotha, de plaats waar ene Jezus van Nazareth gekruisigd werd.

In hetzelfde plaatje passen Von Triers veelvuldig vermelde vliegangst, de verlammende depressie die tot Antichrist leidde, de paniekaanvallen die hij wijt aan een extreem libertijnse opvoeding en de vele scherpe uithalen naar zijn hardvochtige moeder.

IK BEN EEN NAZI

Von Trier houdt vol dat hij in Cannes idioot, naïef en dom was en verkeerd begrepen werd. Maar de krasse uitspraken die hij daar deed, kwamen niet uit de lucht gevallen. Melancholia dreigde zomaar voorbij te trekken, als een van de vele tientallen films in Cannes. Een gedachte waar Von Trier van gruwt. Dit is een man die, de vijftig voorbij, de letters f-u-c-k liet tatoeëren op de knokkels van zijn rechterhand. Toen ik hem op Cannes 2011 daarnaar vroeg, zei hij: ‘Gilles Jacob (erevoorzitter van het festival, nvdr.) schreef in een van zijn boeken dat ik de eerste keer in Cannes een leren jekker droeg, maar later een kostuum. Hij insinueerde daarmee dat rebellen uiteindelijk terugkeren naar de kudde. Dat irriteert me mateloos. Die tatoeage is zijn fout. Het is ook zijn fout dat ik straks een pornofilm draai om opnieuw een rebel te zijn. Ook op je 55e kun je daarnaar snakken.’ Er moest op die persconferentie wat gebeuren. Melancholia zelf gaf géén aanleiding tot discussie, terwijl een Von Trier daar haast altijd toe aanzet: in Antichrist, dat zijn verrijzenis na een extreme depressie had ingeluid, was er de genitale verminking van Charlotte Gainsbourg en Willem Dafoe; bij Dogville kon er over het krijtlijnendecor, de behandeling van Nicole Kidman en anti-amerikanisme gepraat worden, na Dancer in the Dark was er de vete met Björk.

En al voor de Hitleruitspraak zorgde Von Triers persconferentie op Cannes 2011 voor animio. Hij schoffeerde Kirsten Dunst en Charlotte Gainsbourg toen hij het over zijn toen op stapel staande pornoproject had. ‘Die twee willen een hardcorefilm. Ik zei dat ik tussendoor wel veel gepraat wilde. Maar ze geven geen zier om de dialogen, ze willen enkel massa’s onplezierige seks.’ De zaal gierde van het lachen en leek niet te geloven wat hij zei. Al helemaal niet toen hij beweerde voor die pornofilm het schisma tussen de oosterse en de westerse kerk te bestuderen. ‘Die kerkenkwestie is belangrijk voor Kirstens orgasmes.’ Dunst komt uiteindelijk in Nymphomaniac niet voor. Aan het Oosters Schisma is wel een heel hoofdstuk gewijd. Daar waar Von Trier ernstig te nemen was, gebeurde het niet. En vice versa.

IK BEN EEN CULTUURRADICALIST

Toch verkoopt het merk Von Trier geen gebakken lucht. Net als alle sterke merken heeft het een stevige fundering. De Deen heeft heel wat sterke films gemaakt met bekroonde vertolkingen en moedige politiek- filosofische standpunten. Ook lang na Dogma 95 bleef hij met vorm experimenteren. Misschien is het potsierlijk om tegen de Russische regisseur Andrej Tarkovski aan te schurken door hem herhaaldelijk te bedanken op de aftiteling. Maar je moet Von Trier nageven dat hij ten minste geprobeerd heeft om uit te groeien tot een grote Europese auteur zoals Tarkovski, Antonioni of Bergman dat weleer waren. Werden zij nog geëerd, Von Trier is actief in tijden die veel argwanender staan tegenover filmauteurs. Alle middelen zijn dan goed om de aandacht te trekken: liever verguisd dan genegeerd.

Om op te vallen en mensen voor het hoofd te stoten, hoeft hij zichzelf geen geweld aan te doen. Het vloeit voort uit zijn levenshouding en de overtuigingen die hij in zijn films consequent verdedigt. De korte samenvatting: ‘Ik ben een cultuurradicalist.’ Kulturradikalisme was een Deense beweging die vooral tussen de twee wereldoorlogen bloeide. Culturele vernieuwingen en vrijheid van meningsuiting werden omarmd, religie aangevallen, sociale normen in vraag gesteld, militarisme, hypocrisie en preutse seksuele moraal gelaakt.

Nymphomaniac zonder hardcore zou voor Von Trier je reinste zelfverraad geweest zijn. ‘Nymphomaniac toont de erotische evolutie van een nymfomane van haar geboorte tot haar vijftigste’, legde hij mij in 2011 in Cannes uit. ‘Net zoals in de romans van Markies de Sade zal er een beetje harde seks zijn, en vooral veel gepraat en gefilosofeer. Er komt een hardcoreversie, want als cultuurradicalist kan ik geen film met erotiek maken zonder een kut en een pik te tonen.’

Aan hypocrisie en politieke correctheid heeft hij een broertje dood. Nog duizend keer liever verdedigt de non-conformist standpunten die de zijne niet zijn. No-gozones zijn er om verkend te worden. ‘Die kracht die mij domme dingen doet zeggen, is ook de kracht die me films doet maken.’ Het zal u niet verbazen dat een pleidooi om geen woorden en gedachten te censureren de final cut haalde van Nymphomaniac. Het verhaal van een vrouw die seksverslaafd is ‘uit lust, niet uit nood’ en die niet meer weet of zij de maatschappij verstoot dan wel de maatschappij haar.

Von Trier verkoopt zichzelf goed. Maar hij heeft ook wat te verkopen. Larsisme is Nymphomaniac zelf een pornofilm noemen, terwijl het een best of is van zijn dada’s.

NYMPHOMANIAC

Part 1 vanaf 1/1 in de bioscoop, Part 2 vanaf 29/1.

Bozar organiseert een avant-première, met beide delen, op 29/12 om 14.30 uur in de Henry Le Boeufzaal, PSK, Brussel. Alle info: bozar.be

DOOR NIELS RUËLL

Stellan Skarsgård ‘NYMPHOMANIAC BEKIJKEN EN TEGELIJK RUKKEN, HET ZAL JE NIET LUKKEN. HET LUKT ZELFS LARS NIET.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content