[3 vragen aan]

© Valerie Granberg

Jannah Loontjens

1 Wat dacht je zelf toen je over die aanslag op Charlie Hebdo hoorde?

Jannah Loontjens: Ik was natuurlijk geschokt. Dit was een aanslag die expliciet tegen intellectuelen gericht was en daardoor kreeg ik het gevoel dat het gevaar wel heel erg dichtbij kwam. Tegelijkertijd had ik de corrigerende gedachte dat het er in feite niet toe deed of de slachtoffers intellectuelen waren of niet. Het waren mensen, hun beroep was toch eigenlijk niet van belang? Misschien toonde de hevige westerse reactie op de aanslag – in veel steden werden protestmarsen georganiseerd – ook hoezeer we met onszelf bezig zijn. Niet lang daarvoor waren in een school in Pakistan 141 kinderen vermoord. Daarvoor is in West-Europa niemand de straat op gegaan. Dat was blijkbaar te ver weg om ons te raken. Op politiek vlak bemoeien we ons met Pakistan, Afghanistan, Irak, Libië en Syrië. Als er ten gevolge daarvan doden vallen, kijken we de andere kant op, maar wanneer er in Parijs cartoonisten vermoord worden, zijn we in het hart geraakt. Daar klopt iets niet.

2 Had je het gevoel dat de media de sfeer in de dagen erna opklopten?

Loontjens: De media willen een overzichtelijk beeld geven van de wereld en daarbij vereenvoudigen zij die heel erg sterk. Iedere moslim lijkt dan wel een terrorist. Maar zo is de realiteit natuurlijk niet. Die is niet overzichtelijk, die is rommelig. En het is in die rommeligheid dat mensen er ondanks alles toch feilloos in slagen samen te leven, wat ook hun filosofische of religieuze fundamenten zijn. Dat vind ik bijzonder positief.

3 Je bent het dus niet eens met het personage Bertrand, dat vindt dat alle gefilosofeer van de voorbije millennia bitter weinig heeft opgeleverd en de wereld nog steeds een tranendal is?

Loontjens: Wanneer we willen weten of we erop vooruitgaan, kijken we meestal naar de welvaart. Op dat vlak gaat het veel beter dan een paar eeuwen geleden. Er is minder armoede en de mensen zijn over het algemeen gelukkiger. Of we er ook filosofisch op vooruitgegaan zijn, vind ik een lastiger vraag. Ik ben opgegroeid in de jaren negentig, toen het vooruitgangsscepticisme hoogtij vierde. Desondanks heb ik het gevoel dat de vrijheid overal zachtjesaan toeneemt.Vergelijk de huidige maatschappelijke positie van de vrouw maar eens met die van de jaren 1950. Dan zie je gewoon dat filosofie wel degelijk nut heeft.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content