David Lynch stelt tentoon in Antwerpen: een portret van ‘de schilder van het onderbewuste’
Op 21 mei opent in At The Gallery in Antwerpen ‘It was like dancing with a ghost’, een expo met schilderijen en foto’s van meesterregisseur en muzikant David Lynch. Een portret van de kunstenaar in hem. ‘Eigenlijk is het heel erg verschillend: schilderen en films maken. En toch ook weer heel gelijkaardig.’
Het begin van de kunstmicrobe
De 70-jarige Amerikaan verwierf bekendheid bij het grote publiek met cultfilms als Eraserhead (1977) en The Elephant Man (1980) en series als Twin Peaks (1990-1991) en On The Air (1992), maar eigenlijk is David Lynch opgeleid als schilder. Hij kreeg de kunstmicrobe al vroeg te pakken. Zijn ouders stimuleerden hem om creatief bezig te zijn – zijn vader vbracht altijd blanco papieren mee van zijn werk zodat Lynch er op kon tekenen -, en toen hij vijftien was, ontmoette hij een jongen van wie de vader een kunstschilder was. ‘Dat is hoe het begon’, aldus Lynch.
Hij trok naar de School of the Museum of Fine Arts in Boston, en later naar nog enkele andere kunstscholen. Omdat hij er zijn draai niet vond, besloot hij een jaar door Europa te gaan trekken met een vriend. Ook daar kwam Lynch al na enkele weken gedesillusioneerd van terug. Uiteindelijk startte hij in 1965 een opleiding schilderkunst aan de Pennsylvania Academy of Fine Arts in Philadelphia. Wederom hield David Lynch het snel – na drie semesters – voor bekeken. Maar hij is wél altijd blijven schilderen.
Inspiratie en invloeden
Zijn tijd in Philadelphia vond hij naar eigen zeggen even opwindend als angstaanjagend, maar die heeft wel een grote invloed op zijn werk en zijn carrière gehad. De allround-kunstenaar vond ook inspiratie in het werk van de 20ste-eeuwe Iers-Britse schilder Francis Bacon. Lynch was onder meer onder de indruk van de uitgesmeerde lijnen op het schilderij Screaming Pope, en vond het fascinerend hoe Bacon de verscheurende, emotionele ervaringen van personen kon afbeelden. Daarnaast beïnvloedden ook het surrealisme en het kubisme het werk van Lynch, zoals je kunt merken aan zijn portretten van naakte vrouwenlichamen, die in verschillende posities en vanuit diverse perspectieven afgebeeld worden.
‘Ik hou van verschillende kunstenaars, maar het is fundamenteel om je eigen stem te vinden en zo dieper en dieper af te dalen in de wereld van de kunst’
Toch vond Lynch het belangrijk om ook een eigen stempel op zijn werk te drukken. ‘Ik hou van Edward Kienholz, ik hou van René Magritte, ik hou van Edward Hopper. Ik hou van verschillende kunstenaars, maar het is fundamenteel om je eigen stem te vinden en zo dieper en dieper af te dalen in de wereld van de kunst’, zei hij ooit.
Een nacht in 1967 betekende een omwenteling. Lynch werkte voor zijn opleiding schilderkunst aan een donker schilderij van een tuin, en hij zag de planten bewegen. ‘Een bewegend schilderij, dat was het begin van mijn filmcarrière’, verklaarde hij nadien.
Niet veel later werd Six Men Getting Sick geboren: een experimentele, geanimeerde kortfilm met zes vervormde figuren en op de achtergrond het geluid van een sirene. Hij won er een prijs mee op de Pennsylvania Academy of Fine Arts. Even later verliet hij de school en zette hij zijn eerste stappen in de filmwereld.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Bad Painting
Lynch kon zich verder ontplooien als beeldend kunstenaar door de potloodtekeningen die hij maakte ter voorbereiding op de film Eraserhead (1977). De jaren 1980 zorgden opnieuw voor een grote verandering. De sierlijke stijl uit het vorige decennium verruilde hij toen voor een vrije, wilde en onhandige aanpak. Hij werd hierbij beïnvloed door de ‘Bad Painting’-trend uit de late jaren ’70, een stroming die een mengeling vormde van klassieke en populaire kunstbronnen, van kitsch en traditionele afbeeldingen. Het idee van goede en slechte kunst werd flexibel en was onderworpen aan de aanpalende en grotere context van het kunstwerk.
Film versus kunst
‘Eigenlijk is het heel erg verschillend: schilderen en films maken. En toch ook weer heel gelijkaardig. Het is een creatief proces. Een dialoog met iets. Het is actie en reactie. Het is een experiment’
Volgens kunstcritici missen Lynch’ kunstwerken de kwaliteiten die zijn films zo lynchiaans maken, maar de man zelf stelt dat het onmogelijk is om ze te vergelijken. Of toch niet? ‘Eigenlijk is het heel erg verschillend: schilderen en films maken. En toch ook weer heel gelijkaardig. Het is een creatief proces. Een dialoog met iets. Het is actie en reactie. Het is een experiment. Het praat met je, het wil uitgroeien tot iets. En het bestaat uit hoogtes en laagtes. Veel, heel veel dingen gebeuren er tijdens het proces, vooral abstracte zaken die je niet in woorden kunt bevatten. En ik hou van schilderen, omdat het iets heel persoonlijks is. Maar dat zijn films ook.’
Er zijn wel degelijk overeenkomsten tussen Lynch’ films en kunstwerken merkbaar. In beide komt bijvoorbeeld de fascinatie voor het menselijk lichaam en de industrie naar voor – de vader van Lynch was onderzoeker in de landbouwindustrie, waardoor hij al vroeg blootgesteld werd aan het wetenschappelijk perspectief van onder meer verval en ziekte. Dat industriële komt duidelijk naar voor in zijn kortfilm The Grandmother (1970), waarin de creatie van het leven mechanisch wordt voorgesteld. In zijn schilderijen vinden we diezelfde elementen terug, meer bepaald in het werk Factory at Night with Nude. Ook de fotoreeksen Couch Series en Distorted Nude, die in Antwerpen worden tentoongesteld, behandelen dit thema.
Daarnaast bezit Lynch de gave om alledaagse zaken vreemd, mooi of mysterieus voor te stellen. De kijker krijgt hierdoor iets herkenbaars te zien, maar dan op een manier die niet vertrouwd aanvoelt. Door de kleine details te vergroten, creëert hij een speciale vorm van humor – of horror, zo je wilt. De details zetten de toeschouwer in ieder geval op het verkeerde been. Het spel van feit en fictie is kenmerkend voor Lynch. Dat spel speelt hij als filmmaker bijvoorbeeld in de openingsscène van Blue Velvet (1986), en als kunstenaar in zijn foto’s van naakte vrouwenlichamen.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Volgens Lynch laat kleur niet toe om te dromen. Hij noemt zichzelf vaak ‘de schilder van het onderbewuste’
De lynchiaanse duisternis en het ondoorgrondelijke uit zijn films staat ook centraal in zijn kunstwerken. Zijn creaties zijn geen pittoreske pastelschilderijen, maar zwarte en donkere doeken. Volgens Lynch laat kleur niet toe om te dromen. Hij noemt zichzelf vaak ‘de schilder van het onderbewuste’. Bovendien weet hij op voorhand nooit wat het eindresultaat zal zijn. ‘Mijn plannen draaien altijd anders uit. Of ik nu een film maak of een schilderij, ik start altijd met een script, maar ik volg het nooit volledig tot het einde. Er gebeurt veel meer als je jezelf openstelt voor het werk. Ik probeer op elk doek een situatie te creëren waarin de verf zichzelf kan zijn. Het is belangrijk om ideeën te laten bloeien, zonder verbonden te zijn met het intellect. Je intellect kan zoveel boeiende, fantastische dingen tegenhouden.’
‘It was like dancing with a ghost’ loopt van 21/5 tot 3/7 in At the Gallery, in de Leopoldstreet 57 in Antwerpen. De expo – niet zijn eerste in België, want in 2013 stelde hij al lithografieën tentoon in La Louvière, en in 2014 fotografisch werk in Brussel – bevat twintig werken, van grote schilderijen op doek uit de jaren ’80 en ’90 tot recente aquarellen en fotografisch materiaal. De titel van de expositie is ook de naam van een schilderij van Lynch uit 1994. Het verwijst naar de dunne lijn tussen fictie en realiteit, droom en werkelijkheid. Tijdens de expo worden ook kunstwerken verkocht – al is de helft al van de hand gedaan. Wie de eigenaar wil worden van een echte David Lynch, moet er tamelijk diep voor in de buidel tasten: de prijzen variëren tussen de 6.000 en de 120.000 euro.
Evelyne Lemahieu
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier