Het ‘Louvre Lens’ opent deuren in december

© SANAA / Imrey Culbert / Catherine Mosbach

Op 4 december gaat het lang verwachte Louvre museum open in Lens.

Op 4 december gaat het lang verwachte Louvre museum open in Lens. Deze nieuwe vestiging in Noord-Frankrijk betekent een uniek moment in de geschiedenis van één van de grootste musea in de wereld. Architectuurexpert Marc Dubois kreeg eind oktober een exclusieve rondleiding in aanwezigheid van de Japanse architecten van SANAA. Het eerbiedwaardig Louvre is geen Parijs museum, maar een “musée national”. Het heeft een nationale opdracht en veel van haar kunstwerken zijn uitgeleend aan regionale musea over geheel Frankrijk. Directeur Xavier Dectot benadrukt dat het concept van het Louvre museum in Parijs het “kind” is van de Verlichting uit de 18de eeuw; een encyclopedie van de kunst gerangschikt volgens categorieën o.a. schilderkunst, beeldhouwwerk, land of streek van herkomt.

Het nieuwe Louvre is geen “bijhuis” van Parijs, het is een volwaardig museum waar op een totaal andere wijze kunstwerken bij elkaar kunnen worden gebracht. Het gebouwencomplex in Parijs heeft zijn beperkingen en daarom werd in Lens voor een totaal andere invalshoek gekozen. Het is meer dan een project van decentralisatie, het gaat om het ontwikkelen van een nieuwe culturele pool in samenwerking met alle plaatselijke overheden.

Strategische inplanting

De keuze voor Noord-Frankrijk is strategisch, het gebied ligt in de nabijheid van Engeland en de Benelux. Vijf steden uit deze regio dienden in 2004 een dossier in en uiteindelijk werd gekozen voor de voormalige mijnstad Lens. De stad had geen museale instellingen en het aangeboden terrein van 20 ha met een lengte van twee kilometer was een overblijfsel van de steenkoolproductie.

Juist deze inplanting middenin het voormalig “steenkolenbekken” van Nord- Pas de Calais bepaalde de keuze voor Lens. Het idee van een “museum- park” zoals deze van Kröller-Müller in Otterlo of het Louisiana museum nabij Kopenhagen waren referenties voor de wedstrijd in 2006. De keuze viel op het bijna afwezige architectuurproject van Kazuyo Sejima & Ryue Nishizawa (SANAA), het spectaculair voorstel van Frank Gehry werd verworpen. De Japanse architecten maakten in 2004 furore met hun “Museum voor de 21ste eeuw” in Kanazawa met op het dak een werk van Jan Fabre. Vervolgens ontwierpen beiden uitzonderlijke gebouwen in Japan en Amerika. In 2010 kreeg SANAA de Pritzkerprijs voor hun jong oeuvre.

De architecten kozen voor een aaneenschakeling van vijf volumes en twee vrijstaande gebouwen, één voor de kantoren en een rond volume in het park als restaurant. Door alles zo laag mogelijk te houden krijgen alle expositiezalen daglicht van boven af. Het ruim bemeten 3.600 m² groot inkomgebouw wordt gedragen door zeer slanke kolommen. De totale transparantie benadrukt de relatie met het park. In de kelderverdieping niet enkel sanitair en vestiaire, maar ook een zicht op het groot depot en de restauratieateliers. Op deze wijze wil men aan het publiek tonen dat de zorg voor het erfgoed een fundamentele opdracht is voor het Louvre en niet enkel het maken van exposities. Dit aspect tonen was in Parijs niet mogelijk. De grond die hiervoor werd uitgegraven werd aangewend om rond het park een soort omwalling aan te brengen.

Links van de inkom de grootste zaal “Galerie du Temps” is een ruimte van 120 meter bij 25 meter zonder één kolom en met een uiterst lichte dakconstructie. Een indrukwekkende ruimte met een licht hellende vloer waar niets aan de twee lange zijwanden zal hangen. Deze zijn bekleed met licht reflecterend aluminium en creëren een wazige zijgrens die tevens de bezoekers zal weerspiegelen. In totaal komen in deze ruimte 210 objecten te staan, vanaf de prehistorie tot de 19de eeuw. In het aansluitend glazen paviljoen komen thema tentoonstellingen. Rechts van de inkom zijn de langwerpige zaal voor tijdelijke exposities en een ruim auditorium.

Indrukwekkend ensemble

Het gebouw in Lens is een indrukwekkend ensemble omdat het niet de architectuur maar de kunst centraal stelt. Na een tsunami van vormelijk beeldgeweld in de hedendaagse architectuur is het museum een verademing. Geen grootsprakerige architectuur, wel een gebouw met een band met het park. Een instrument om de kunst op een serene wijze te ontvangen. Verwacht geen opzichtigheid, het gaat om raffinement en beheersing.

Van het boeiend landschapsontwerp van Catherine Mosbach valt nog niet veel te zien, nog een paar jaar geduld om de natuur te kans te geven de bouwvolumes te laten omringen door groen. De actuele naakte opstelling van de bouwvolumes zal dan verdwijnen. Terwijl bomen worden aangeplant is met volop bezig met de inrichting van de expositieruimtes onder de leiding van Adrien Gardère. Er is een nieuwe invalshoek op het gebied van de museografie waarbij samen met de conservatoren en curatoren wordt gezocht naar visuele verbanden, een mogelijkheid die in Parijs afwezig is. De eerste tijdelijke expositie zal de Renaissance belichten.

Sint-Barbara

De officiële opening is gepland op 4 december, de dag van Sint-Barbara. Dit is niet toevallig, zij is de patroonheilige van de mijnwerkers. Met deze symbolische keuze wil men aanknopen met de geschiedenis van de regio en haar bewoners, een gebied dat een industriële transformatie doormaakte tot plots de toekomst bleek te stoppen met de mijnsluitingen.

Vanaf 12 december is het museum open voor het publiek. Alle informatie in het Louvre zal in het Frans, het Engels en het Nederlands worden aangebracht.

Marc Dubois

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content