Er werd opvallend veel gerockt op dag twee van Gent Jazz. Met trompetten, saxofoons en piano’s, welteverstaan. En met de wereldpremière van TaxiWars, het nieuwe jazzcombo van Tom Barman en Robin Verheyen, als absolute uitschieter.
OakTree: Eikenboompjes horen in de tuin (**)
Een akoestisch folkjazz-improvisatietrio, dat zich op het kruispunt bevindt tussen jazz, klassiek, balkan- en wereldmuziek: dat is het profiel van OakTree, de formatie die vorig jaar van de organisatie van het Gent Jazz Festival de prijs voor Jong Jazztalent kreeg. Allemaal veelbelovend.
Talent hebben zangeres Sarah Klenes, cellist Annemie Osborne en accordeonspeler slash percussionist Thibault Dille zeker: het zijn vocale en instrumentale acrobaten, die verschillende talen – Frans, Engels, Portugees en Baskisch, om er een paar te noemen – en genres meester zijn en die vooral uitblinken in klassieke meerstemmigheid. Maar van de beloofde speelse balkanritmes was op het hoofdpodium van Gent Jazz haast geen spoor, en dat maakte hun 75 minuten durende rit soms wel erg vermoeiend.
“A change is gonna come”, zong Klenes in de wat bleke gelijknamige Sam Cooke-cover. Hopelijk komt die change er volgend jaar. Liefst op de kleinere Garden Stage dan, waar eikenboompjes thuishoren.
Tigran: Wijds als Sigur Ros, catchy als Radiohead (***)
Gevarieerder en bevlogener klonken de pianostukken van Tigran Hamasyan, een 26-jarige Armeen die Herbie Hancock en Brad Mehldau tot zijn trouwste fans mag rekenen. “Ik zie jazz als een beker die je kunt vullen met alles wat je maar wilt”, zei Hamasyan onlangs in Jazzism. In Gent gooide hij traditionele Armeense volksmuziek en klassieke piano in de blender met metal en zelfs minimal electro. Lekkere cocktail.
Met een gitarist (Charles Altura), een bassist (Sam Minaie) en een drummer (Arthur Hnatek) in zijn rug en een zangeres aan zijn zijde (Areni Agababian) beschikte Hamasyan over de bezetting van een rockband. Geen wonder dat wij in zijn muziek af en toe het wijdse klankenpallet van Sigur Ros herkenden, en de bezwering en catchiness van Radiohead in zijn ‘Kid A’-jaren.
Maar misschien schurkte de Armeen, die in de Bijloke zijn jongste plaat ‘Shadow Theater’ kwam voorstellen, nog het dichtst van al aan tegen Francesco Tristano, nog zo’n jonge en virtuoze klassieke pianist die niet vies is van een electro-uitspattinkje links en rechts. Tristano stond vorig jaar op het Gentse OdeGand By Night, een festival dat de klassieke en de elektronische scènes samenbrengt. Een goed gevuld bekertje Tigran, dat zou daar toch ook niet misstaan?
Ibrahim Maalouf: Geweld met trompetten (***)
Een ondoordringbare klankmuur optrekken met vier trompetten, Ibrahim Maalouf kan dat. Zelf bespeelt de naar Parijs uitgeweken Libanees – hij ziet eruit als Karim Benzema in een maatpak – een kwarttoontrompet, met een speciaal ventieltje dat voor een Oosterse toets zorgt. Die Oosterse klanken smukte hij op Gent Jazz op met de invloeden uit rock en funk die op zijn recentste album ‘Illusions’ zo nadrukkelijk aanwezig zijn.
Al was het pronkstuk uit zijn set een veel ouder nummer: ‘Beirut’, zeg maar Maaloufs variant op ‘Alabama’ van John Coltrane. Het gaat over de jarenlange burgeroorlog die in zijn geboortestad heeft gewoed toen hij een tiener was. En zo klonk het ook, als de dramatische soundtrack bij een stad in puin, eindigend met Led Zeppelin-gitaren als bominslagen. Ontroerend en opwindend tegelijk.
Ibrahim Maalouf heeft al met Sting samengewerkt, en in Frankrijk geniet hij de status van een rockster. Als hij nog een beetje schaaft aan zijn bij momenten nog wat te langdradige performance – waren die doedelzakken op het einde écht nodig? – ligt de hele wereld aan zijn voeten.
TaxiWars: Tom Barman, every inch a jazz man (****)
Als je het jazzcircuit zou vergelijken met de taxiwereld, dan is Tom Barman het equivalent van de alternatieve Uber-taxi. Hij is de vreemde rockeend in de jazzbijt. De jazzcat met een punkattitude. Iemand die al eens een regeltje overtreedt, met een deur durft te slaan. “TaxiWars like slamming doors”, zoals het in de titeltrack klonk.
Vergis u niet: TaxiWars – Barmans nieuwste groep met saxofonist-componist Robin Verheyen, contrabassist Nicolas Thys en drummer Antoine Pierre – is geen rockbandje dat jazz probeert na te spelen, noch het omgekeerde. Wel een volbloed jazzcombo met een Pixies-spirit: korte, scherpe en zwierige songs met memorabele melodieën. In het eigen werk – op dit moment een kleine vijftien songs, waarvan er, bij gebrek aan meer, een paar opnieuw gespeeld werden tijdens de bisronde – schemerde de opwinding van het vroege dEUS door. Al was het maar omdat Barman met veel effecten op zijn stem zong, zoals hij dat ook ten tijde van ‘Worst Case Scenario’ en ‘In A Bar, Under The Sea’ deed. Ook de swingende covers van Gainsbourgs ‘Chez Les Yé Yé’ en Robbie ‘The Band’ Robertsons ‘Somewhere Down The Crazy River’ bulkten van de eigenzinnigheid. Er dringt zich een debuutplaatje op.
Verheyen is de virtuoos van dit TaxiWars – geen wonder dat Ravi Coltrane en Roy Hargrove hem al eens lieten meespelen, en dat hij in New York gensters aan het slaan is met zijn eigen kwartet -, Thys is de stille kracht en Pierre de ritmische machine. Maar eigenlijk is ook Tom Barman every inch a jazz man: thuis legt hij nauwelijks iets anders op dan jazz, met dEUS samplede hij ooit Charles Mingus en Don Cherry en met Magnus Donald Byrd, en voor Universal stelde hij twee jazzcompilaties samen. En kijk: op Gent Jazz bewees Barman dat hij ook in een jazzformatie kan gedijen, weliswaar na een ietwat aarzelende beginfase waarin hij zijn plaats nog een beetje leek te zoeken.
Wat na de wereldpremière? Wel, in het najaar duikt TaxiWars de studio in én gaat het kwartet opnieuw de baan op. Waag u zeker eens aan een ritje.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier