Gent Jazz 2014 (dag 3): Tamme draken en gierende beren

Dave Holland © Piet Goethals

De onbetwiste headliner gisteren was Dave Holland.

Heden geen Haden Charlie Haden overleden, dat doet wat met een mens, zo halverwege het eerste weekend van Gent Jazz. Vele bezoekers hadden vast dierbare herinneringen aan de inmiddels zo zachtmoedige bassist die destijds bijna letterlijk het fundament van de free jazz legde. Vooral zijn ingetogen set met Kenny Barron op Jazz Middelheim in 2009 was er wat ons betreft één om in te kaderen. En kijk, Gent Jazz had zowaar een bassist als headliner, en een oude bekende van Haden als opwarmer.

Mehliana: Tamme draak (**) Met dat laatste doelen we natuurlijk op pianist Brad Mehldau, die in 1997 samen met Haden en saxofonist Lee Konitz de geweldige plaat ‘Alone Together’ opnam (en in 2009, moeten we er eerlijkheidshalve aan toevoegen, een spectaculair slaapverwekkende ‘Live at Birdland’-plaat). Vandaag zat Mehldau echter op een geheel andere trip: samen met drummer Mark Guiliana heeft hij zich namelijk voluit op de elektronica geworpen. Guiliana, die zo nu en dan ritmes uit een doosje toverde, maar ook met zijn eigen twee armen tamelijk onvoorstelbare dingen deed, beperkte zich vooral tot de rol van opgewonden bonkende hartslag. Mehldau liet horen dat er ook wanneer hij de synthesizer beroert prachtige melodieën uit zijn vingers rollen, maar bestond het ook om zo nu en dan als een volleerde Regi minutenlang ritmisch op dezelfde drie of vier toetsen te rammen. Het eindresultaat was best begeesterend, maar echt vernieuwend klonk dit vermoedelijk alleen in de oren van de verstokte jazzliefhebber – artiesten als Squarepusher en Amon Tobin zijn al vele stadia verder. De plaat van Mehliana heet ‘Taming the Dragon’ en daar zijn ze bij deze in geslaagd, maar wij hopen dat ze het beest op een volgende plaat eindelijk gewoon vrijlaten – dat zal wat geven.

Setlist: Untitled / Hungry Ghost / Sassyassed Sassafras / Sleeping Giant / Untitled / Swimming / London Gloaming/My Favorite Things

Darcy James Argue’s Secret Society: Een overdosis drama (**) De organisatoren van Gent Jazz zaten al enkele jaren achter Darcy James Argue aan, aldus het uitgedeelde krantje, en dit jaar was het dus gelukt: de hele Secret Society, toch zo’n twintigtal muzikanten, was vanuit New York overgevlogen voor een quasi exclusief concert. Argue dirigeerde zijn big band gedecideerd door de meeslepende bewegingen van zijn compositie ‘Brooklyn Babylon’, die deel uitmaakt van een multimediaproject dat ons hier onthouden – of bespaard – werd. Het is een luxe, zoveel muzikanten op één enkel podium, en er viel veel lekkers te rapen, vooral wanneer die rijkdom ten volle benut werd – met zowaar noemenswaardige bijrollen voor dwarsfluit en melodica. De klassieke valkuilen werden echter niet vermeden, vooral dan die hele grote waarin vele muzikanten samen verdwijnen wanneer ze aanhoudend min of meer dezelfde melodie blazen en de luisteraar als dusdanig een onzuivere overdosis drama toedienen. Iets meer terughoudendheid, iets meer oog voor dynamiek, en iets meer experiment waren welkom geweest. Misschien eens een geheime bijeenkomst beleggen met de onovertroffen Belgische collega’s van de Flat Earth Society.

Setlist: Transit / Brooklyn Babylon: Prologue / The Neighborhood / Interlude 1: Infuse / An Invitation / Interlude 2: Enjoin / The Tallest Tower in the World / Interlude 3: Enthrall / Construction + Destruction / Interlude 4: Bewail / Builders / Interlude 5: Unmoored / Missing Parts / Interlude 6: Arise / Grand Opening / Interlude 7: Aloft / Coney Island / Epilogue / Obsidian Flow

Dave Holland: Ieder voor zich (****) De onbetwiste headliner gisteren was Dave Holland, die ondanks alle uitstekende platen met eigen composities nog steeds onvermijdelijk omschreven wordt als de bassist op ‘Bitches Brew’ van Miles Davis en dan maar besloot om op zijn nieuwe plaat ‘Prism’ dat oude funky fusionbeest nog eens de sporen te geven. Dat bleek een geslaagde oefening, waarin vooral zijn glansrol op ‘In a Silent Way’, die andere plaat van Miles, ons voor de geest kwam. Het concert was ook slim opgebouwd, met enigszins terughoudende composities als het langzaam snelheid makende ‘A New Day’ en het levendige ‘Evolution’ aan het begin en meer potige grooves tegen het einde. Het scharniermoment tussen die twee was, toepasselijk, het zwierig weemoedige ‘The Empty Chair’, dat aan Charlie Haden werd opgedragen. Om duimen en vingers bij af te likken, alleen jammer dat de muzikanten, op de grootvaderlijk grijnzende Holland na, gewoon stilzwijgend hun bord leegaten. Eubanks, Taborn en Harland staarden het grootste deel van de tijd naar hun instrument (of waren het hun tenen?), keken elkaar dus niet aan en leverden hun onmiskenbaar indrukwekkende muzikale bijdrage met een weinig sympathieke verbetenheid op het gezicht. Alsof we een voetbalmatch zagen met alleen maar passes en penalty’s. Heren, in de jazz zijn overtredingen toegestaan, ze worden zelfs aangemoedigd. Tacklen hoeft niet, maar een beetje duwen en trekken ware welkom geweest.

Setlist: A New Day / Evolution / The Empty Chair / Spirals / The Watcher / Choir

De Beren Gieren: Waren Bère Hiere (***) Wat een contrast met de jonge snaken die zichzelf om ons onbekende redenen ‘De Beren Gieren’ hebben gedoopt. Zij speelden op de werkelijk geweldige Garden Stage drie afzonderlijke sets waarop wij onmogelijk konden stilzitten, hielden elkaar voortdurend nauwgezet in de gaten en glimlachten breed om verrassende wendingen in hun samenspel, zelfs als die ondergetekende geheel ontgaan waren. Kijk, dat zien wij graag: mensen die samen op een podium staan, en daar en dan iets laten gebeuren wat we thuis niet op cd hebben. Straf hoe de groep, met toch een doodgewone piano-bas-drums-line-up, er in slaagde het tapijt onder onze voeten weg te trekken telkens we dachten te weten waar het heen ging, en dat zonder in richtingloos geïmproviseer te vervallen. Over de gloeiende groove die de hardwerkende drummer Simon Segers en de van het ene been op het ander springende bassist Lieven Van Pee over ons heen goten, trippelden de onvoorspelbare pianoklanken van Fulco Ottervanger, die naargelang de muziek in zijn hoofd dat van hem vergde rechtveerde, achteruit kromde of plots opzij zwenkte om de juiste klanken uit het klavier te klauwen. Een trio om van te houden, en gewoon mannen van Gent, bovendien. Hou ze in het oog.

Tim Vernimmen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content