De Vlaamse onafhankelijke film- en televisieproducenten (VOFTP) betreuren dat productiehuis Woestijnvis bij het Grondwettelijk Hof een beroep tot nietigverklaring heeft ingediend tegen een onderdeel van het taxshelter-stelsel. Dat deelt de VOFTP woensdag mee.
De tax shelter biedt bedrijven die investeren in Europese audiovisuele producties een fiscaal voordeel. Voorwaarde is dat de producties geheel of gedeeltelijk door Belgische audiovisuele professionals gemaakt worden.
“Al vanaf de invoering van de tax shelter ten voordele van audiovisuele werken in 2003 had de wetgever bepaald dat interne productiehuizen van omroepen en productiehuizen die met een omroep verbonden zijn, worden uitgesloten van taxshelterfinanciering. Dit om te vermijden dat de tax shelter een parallelle subsidiestroom naar de omroepen op gang zou brengen en ook om te vermijden dat de dominante positie van de omroepen op de markt nog zou versterkt worden. Tegen deze beperking heeft Woestijnvis nooit een beroep tot nietigverklaring ingediend”, zegt de VOFTP.
De VOFTP wijst er in het persbericht op dat die beperking verfijnd is in de nieuwe wetgeving, die sinds 1 juli van kracht is. “Net om productiehuizen zoals bijvoorbeeld Woestijnvis de mogelijkheid te bieden om te werken met taxshelterfinanciering voor omroepen waar ze niet mee verbonden zijn, zoals bijvoorbeeld de VRT. De demarche van Woestijnvis, die overigens de hele sector in een situatie van rechtsonzekerheid kan brengen, is op zijn minst merkwaardig te noemen en betreuren wij.”
Volgens Woestijnvis zou de tax shelter van toepassing moeten zijn voor de financiering van alle fictie en docu. Het productiehuis spreekt van een “schending van het gelijkheidsprincipe”. (Belga)
