Vier bekende fans over ‘2001: A Space Odyssey’, na 50 jaar opnieuw op pellicule
Wat doet 2001: A Space Odyssey met een mens? Jonas Govaerts, Jaco Van Dormael, Stijn Meuris en Patrick Duynslaegher raken maar niet uitgepraat over de 50 jaar oude film die vandaag in Cannes vertoond wordt.
Jonas Govaerts, regisseur van Welp en Tabula rasa: ‘Interstellar is een zwakke kopie’
‘Ik zag 2001: A Space Odyssey onlangs in Cinema Zuid. Een bizarre ervaring. Ik was ervan overtuigd dat ik de film al eens gezien had, maar dat bleek niet te kloppen. Heel wat scènes hebben een plaats in het collectieve geheugen verworven, dat moet me misleid hebben. Bovendien heerste er een haast religieuze stilte in de zaal. Oud én jong werd lamgeslagen door een vijftig jaar oude film. Het is complexe materie en veel uitleg krijg je niet, maar in wezen snap je het wel.
‘De Star Gate-climax bezorgde me rillingen. Kubrick was zogezegd de grote perfectionist, maar voor die climax liet hij Douglas Trumbull zijn zin doen met de speciale effecten. Hij wilde iets zien dat hij zich nog niet kon voorstellen.
‘Kubrick kreeg soms het verwijt dat hij geen humor had. Maar ik vind zijn pessimisme en de manier waarop hij neerkijkt op de mens erg grappig. Ik weet niet of 2001 zijn beste film is, maar het is zeker zijn beste komedie.
‘Hoe straf de film is, valt nog het best af te meten aan de vele scififilms die sindsdien gedraaid zijn maar er niet aan kunnen tippen. Interstellar? Een zwakke kopie.’
Jaco Van Dormael, regisseur van Toto le héros en Mr. Nobody: ‘Alle wegen leiden naar 2001’
‘Ik hou enorm van Stanley Kubrick. Hij is een ijkpunt in mijn mentale filmatlas. Toen ik voor Mr. Nobody zelf een ruimteschip moest ontwerpen, nam ik me wel voor om zoveel mogelijk afstand te nemen. Het mocht vooral géén 2001 worden. Samen met stripauteur François Schuiten heb ik me grondig gedocumenteerd, en ik heb met tal van wetenschappers gesproken. We kwamen telkens weer bij 2001 uit. Kubrick had het vijftig jaar geleden helemaal bij het rechte eind wat de wetenschappelijke kant van ruimtereizen betreft en was ingenieus in zijn suggestie van gewichtloosheid. Resultaat: mijn ruimteschip lijkt wél heel hard op het zijne. Het enige dat ik heb kunnen toevoegen zijn zonnepanelen, omdat we die intussen gewend zijn.
‘Kubrick deed het ons allemaal voor. Zijn cinema is bovendien brutaal ambitieus, onbeschaamd diepzinnig en toch geliefd.’
Stijn Meuris, muzikant en amateurastronoom: ‘Ik gebruik het woord meesterwerk niet snel, maar in dit geval moet het’
‘Ik heb 2001 al een tiental keer gezien. Het is een op alle vlakken fantastische film die nog geen spatje is verouderd. De sfeer, de vormgeving, de decors, de vertolkingen, het gebruik van klassieke muziek, de perfecte traagheid, de grondtoon, de iconische scènes: ik gebruik het woord meesterwerk niet snel, maar in dit geval moet het.
‘Het uitgangspunt prikkelt mijn verbeelding: is there life out there? Ik weet waar de zoektocht naar buitenaards leven staat en dat maakt mijn waardering voor 2001 alleen maar groter.
‘Astronomie is een wetenschap die hallucinant snel evolueert. Kubrick draaide de film in de tweede helft van de jaren zestig. Voor astronomen zijn dat de middeleeuwen, maar Kubrick voorvoelde wat kwam.
‘Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die de film te traag en te geheimzinnig vinden. Er gebeurt weinig. Er ontploft niets. Er is geen liefdesverhaal. Op een Stephen Hawking-achtige wijze probeert Kubrick het onvatbare van de kosmos te illustreren. Het is bijna een antiblockbuster, maar dan wel een die uitgroeide tot een klassieker.’
Patrick Duynslaegher, artistiek directeur Film Fest Gent: ‘Interessanter dan de maanlanding’
‘Op mijn vijftiende zag ik 2001: A Space Odyssey in de Brusselse Cinerama-bioscoop Variété. De film maakte een verpletterende indruk op me, ook al begreep ik niet alles. De beelden en de muziek bleven door mijn hoofd spoken. Sindsdien heb ik heel veel over 2001 gelezen en heb ik hem bijna elk jaar opnieuw gezien. Ik raak er niet op uitgekeken. Ik blijf dingen ontdekken en blijf onder de indruk van de audiovisuele kracht. Kubrick is de grootste beeldenmaker uit de filmgeschiedenis.
‘Paradoxaal genoeg ben ik helemaal niet geïnteresseerd in ruimtevaart. Dat in 1969, na de release van 2001, de eerste mensen op de maan rondliepen, interesseerde me niet. 2001 is het ultieme voorbeeld van een film die niet gaat over waarover je denkt dat hij gaat. Het is geen échte sciencefiction, hij gaat niet écht over ruimtevaart. Het is een audiovisueel spektakel én een essay over tijd.
‘Je kunt haast objectief vaststellen dat het de meest ambitieuze film aller tijden is. Zowel in tijd als in ruimte overspant hij het meest gigantische. De plechtstatige traagheid nodigt uit tot contemplatie. Met schrijver en scenarist Arthur C. Clarke ging Kubrick heel ver in de wetenschappelijke research en de cerebrale ideeën, maar uiteindelijk vertaalde hij alles naar pure cinema.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier