Skammen

De moeder aller Spartaanse apocalyptische visioenen blijft Ingmar Bergmans Skammen (Schaamte), een speculatieve fictiefilm waarin Zweden door een denkbeeldige burgeroorlog wordt geteisterd.

Skammen (1967)

Film: ****

Lumière (geen extra’s)

Films over het einde van de wereld zoals we die kennen, komen doorgaans in twee varianten: de stripversie, zoals onlangs nog The Book of Eli, of de minimalistische variant, zoals recent nog The Road. De moeder aller Spartaanse apocalyptische visioenen blijft Ingmar Bergmans Skammen (Schaamte). De Zweedse meester kreeg voor zijn intense psychodrama’s uit de jaren 60 het verwijt te slikken dat hij alleen maar vervreemde mensen schilderde en zich niet inliet met de politieke en maatschappijkritische thema’s van de linkse golf die toen ook veel filmmakers meesleepte. Zelfs Bergman voelde echter de drang om uiting te geven aan zijn verwarde gevoelens ten aanzien van de oorlog in Vietnam, een politiek conflict dat eind jaren 60 geen enkele intellectueel of kunstenaar onberoerd liet.

Anders dan zijn Franse nouvellevaguecollega’s die samen Loin du Vietnam (1967) regisseerden, maakte Bergman geen documentaire getuigenis over de imperialistische oorlog in Zuidoost-Azië. Integendeel, hij koos voor een speculatieve fictiefilm waarin Zweden door een denkbeeldige burgeroorlog wordt geteisterd en waarin helse beelden zoals dreigende bommenwerpers, martelingen in een schoolklasje en arbitraire terechtstellingen rechtstreeks verwijzen naar de gehate oorlog die elke avond ook de Europese huiskamer werd ingestraald. Wie nu precies tegen wie vecht en welke ideologie de strijdend partijen belijden, laat Bergman verder in het ongewisse. Hij gebruikt de burgeroorlog als een haast abstract motief: een dreigende, alomtegenwoordige achtergrond voor zijn meest desolate en wanhopige film.

Skammen is ook Bergmans gaafste werk, het sterk aangrijpende drama spreekt voor zich en wordt nooit overschaduwd door charlatanachtig metafysisch of religieus gepreek. De angstige muzikant Jan (Max von Sydow), die niet langer zijn kunst beoefent, en zijn vrouw Eva (Liv Ullmann) zijn wegens de burgeroorlog naar een eiland gevlucht, waar ze denken de waanzin en het geweld te kunnen ontspringen. Als de vijand ook hun schaarse paradijs binnenvalt, worden ze niet alleen als koppel vernietigd, maar moeten ook hun menselijkheid en psyche eraan geloven.

De film eindigt met beelden om nooit meer te vergeten: de roeiboot waarmee Jan en Eva samen met enkele andere overlevenden vluchten, raakt op drift, zodat het verwoeste echtpaar stuurloos tussen de drijvende lijken zwalpt. Nooit wist Bergmans zijn schrikbarend troosteloze levensvisie zo compact en dwingend in één beeld samen te ballen. Toch is Skammen geen deprimerende film, omdat een echt kunstwerk nooit deprimerend kan zijn – de artistieke kwaliteiten verhinderen dit. En de filmkunstenaar Bergman verkeert hier in topvorm.

Patrick Duynslaegher

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content