Recensie: The Paperboy

Met ‘The Paperboy’ plaatst Lee ‘Precious’ Daniels de pulp in pulp fiction.

Een groot regisseur zal Precious-maker Lee Daniels wel nooit worden, maar je kunt niet beweren dat hij zich niet met overgave smijt in zijn films. Ook in The Paperboy – een adaptatie van de pulp fictionroman van Peter Dexter – zwiert en zwalpt het namelijk alle kanten tegelijk op, met even zweterig, campy als entertainend resultaat.

Krantenjongen met dienst is Zac Efron, een jonge journalist die anno 1969 met zijn oudere broer (Matthew McConaughey) wil voorkomen dat een white thrash killer (John Cusack) op de elektrische stoel belandt. Daarbij wordt het duo geassisteerd door Nicole Kidman, die een oversekste barbiepop speelt met een ongezonde fascinatie voor de ter dood veroordeelde hillbillie. Wat op papier klinkt als een broeierige cold case thriller wordt in Daniels’ lezing een heerlijk opgeblazen, in snoepkleuren gevat en met funky deuntjes gepimpt neoblaxploitationdrama over seksuele perversies en raciale spanningen. Zo zul je weinig andere genrefilms uit Hollywood vinden waarin A-Listers zich aan een golden shower wagen (Nicole Kidman redt Zac Efron al pissend!) of waarin de macho met dienst een closet homo blijkt.

Eindbilan: inhibitieloze, hoogst onevenwichtige maar heerlijk smeuïge B-cinema waarmee Daniels de pulp terug in pulp fiction plaatst.

Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content