Recensie ‘The Grandmaster’

Wong Kar-Wai is eindelijk terug met een martial arts biopic die net zo goed In the mood for kungfu had kunnen heten

Meer dan zes jaar hebben we moeten wachten op Wong Kar-Wai’s biografie over kungfu meester Ip Man. Of tien als je telt vanaf de persconferentie waarop het project voor het eerst werd aangekondigd. Geen wonder dat je dan ook niks minder dan een hypersensueel gefilmd, in melancholie en romantiek gedrenkt krijgskunstportret verwacht. Maar helaas: verder dan een plejade van stijlvolle vignettes en enkele mooie, ritmisch gemonteerde vechtscènes raakt Wong niet.

Wie Ip Man (vertolkt door Wongs fetisjacteur Tony Leung) – de legendarische leermeester van Bruce Lee – nu precies was, of hoe hoog de passie oplaaide met zijn muze (Zhang Ziyi) kom je nooit echt te weten. Deels is dat te wijten aan de tot twee uur ingekorte cut (Wong heeft inmiddels al een vier uur durende versie aangekondigd) die te gehaast aanvoelt, alsof je snel even door zijn leven zapt.

Deels komt het omdat Wong zich te veel verliest in opsmuk en decorum, en tussen de sierlijke slow motion beelden, zinnelijke close-ups, pulserende acteballetten en gepimpte kleurenfilters zijn eigen personages uit het oog dreigt verliezen. Anders gezegd: maakte Wong vroeger prachtige films over gefolterde liefde en de maaltanden des tijds, dan lijkt hij tegenwoordig vooral prachtige Wong Kar-wai films te maken. En meer toegankelijke (lees: commerciëlere) bovendien.

Zeker geen miskleun en nog altijd sfeervol en onderhoudend, maar niet die kungfu-variant op In the Mood for Love, Chungking Express of Happy Together waar velen op hadden gehoopt.

Dave Mestdach

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content