Recensie: Mekong Hotel

Twee jaar na zijn Gouden Palm triomf met het spirituele junglesprookje Uncle Boonmee doet Apichatpong Weerasethakul terug de Croisette aan met de middellange film Mekong Hotel.

Daarin zie je hoe een jongen en een meisje casual gesprekken voeren met elkaar over koetjes, kalfjes en vrouwelijke, vleesetende geesten in een hotel langs de sloom voorbijtrekkende Mekong rivier aan de grens tussen Thailand en Laos.

Tussen de praterige en statische long takes zie je de geest waarvan sprake enkele hotelgasten verorberen en door gangen dolen, terwijl Weerasethakul himself ondertussen een gitarist interviewt en beluistert die de soundtrack van dit meditatieve maar te hermetische werkstukje à l’improviste zit in te spelen.

De kans dat Mekong Hotel, dat nog een stuk experimenteler is dan Tropical Malady en Uncle Boonmee al waren, ooit de Belgische bioscoop aandoet lijkt dan ook zo goed als nihil. Arthouse diehards only.

Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content