Recensie: Cosmopolis

© Reuters

Zes maanden na A Dangerous Method heeft David Cronenberg met Cosmopolis alweer een nieuwe film uit, al lijkt deze Don DeLillo-verfilming niet meteen een hoogvlieger binnen het indrukwekkende oeuvre van de Canadese maestro.

In zijn loyale maar praterige adaptatie voert Cronenberg Twilight-hunk Robert Pattinson op als een rijke speculant die zich door Manhattan laat rondrijden in een limousine en tussendoor allerlei vreemde vogels ontmoet.

Matthieu Amalric als andersglobalistische entarteur, Juliette Binoche als oudere scharrel, Paul Giamatti als subversieve psychoot; allen wippen ze heel even Pattinsons limo in en uit, terwijl ze ondertussen neo-Beckettiaanse dialogen debiteren met als rode draad: de ondergang van het kapitalisme en de decadentie van onze postmoderne cultuur.

In zijn bevlogen momenten – en die zijn er zeker – doet deze futuristische trip denken aan Cronenbergs Crash maar dan zonder dezelfde bezwerende intensiteit, visuele flair en groteske momenten van genie. Dat is niet zozeer te wijten aan Pattinson die wel aardig zijn best doet maar het American Psycho-achtige charisma mist die zijn apathische rol vereist.

Zeker in het eerste half uur geeft Cronenberg een veeleer tamme indruk met een eindeloze reeks mediumshots, waardoor je de indruk krijgt naar personages te gapen die Don DeLillo’s boek gewoon aan het voorlezen zijn. Bovendien kan men zich de vraag stellen of De Lillo’s mix van amoralisme, woekerkapitalisme en fatalisme wel zo scherpzinnig en actueel is als het aan het glaciaal gestileerd en bewuste artificieel ogende oppervlak lijkt.

Misschien dat Cronenbergs doemparabel nog groeit in de herinnering en de hyperbolen nog lang blijven nazinderen, maar even begeesterend, aangrijpend en heerlijk bizar als Videodrome,The Fly of A History of Violence is Cosmopolis in geen geval.

Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content