‘Quo vadis, Aida?’, een film over die keer dat Europa toekeek terwijl duizenden mensen werden vermoord

Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Al jaren maakt ze films over de Bosnische burgeroorlog, die ze zelf als tiener in het belegerde Sarajevo nog heeft meegemaakt. Maar aan die ene pikzwarte bladzijde durfde Jasmila Zbanic zich met Quo vadis, Aida? nu pas te wagen: het bloedbad van Srebrenica. ‘Praten met moeders die het lichaam van hun zoon of hun echtgenoot, of van beiden, nog steeds niet teruggevonden hebben: dat hakt er stevig in.’

Begin juli 1995. Duizenden moslims worden samengedreven in de Bosnische stad Srebrenica, die door de Verenigde Naties is aangeduid als een veilige enclave. De Servische generaal Ratko Mladic trekt zich echter niet veel van die resolutie aan. De 400 VN-soldaten van het Nederlandse Dutchbat-team blijken, ondanks de diplomatieke beloftes, niet in staat om de burgerbevolking te beschermen. Kort daarna valt de stad in handen van de Servische troepen, waarop een massale deportatie en een gruwelijk bloedbad volgt waarbij meer dan 8000 moslimjongens en -mannen worden vermoord.

De val van Srebrenica staat te boek als een van de donkerste episodes uit het bloedige Balkanconflict, dat in april 1992 uitbrak na het uiteenvallen van Joegoslavië. Jasmila Zbanic was toen zeventien en zat vast in Sarajevo, de hoofdstad van de zopas afgescheiden republiek Bosnië en Herzegovina. Daar kreeg ze vier jaar lang dagelijks af te rekenen met stroomonderbrekingen, voedseltekorten en mortiergeschut, terwijl sluipschutters voortdurend om het hoekje loerden.

Ondertussen is Zbanic regisseuse. De Bosnische burgeroorlog tekent al sinds het begin haar filmwerk. In haar met de Gouden Beer bekroonde debuut Grbavica (2006) toonde ze hoe vrouwen in het naoorlogse Sarajevo weer met hun oude leven trachtten aan te knopen. In Na putu (2011) onderzocht ze hoe moslimextremisme en nationalisme aan kracht kunnen winnen wanneer oorlogswonden niet geheeld blijken.

Maar pas recent waagde de Bosnische filmmaakster zich aan het trauma van Srebrenica: haar oorlogsdrama Quo vadis, Aida? ging vorig jaar in première in Venetië en was dit jaar genomineerd voor de Oscar voor beste internationale film. Daarin volgt Zbanic de – fictieve – tolk Aida (Jasna Duricic), die op de Nederlandse VN-basis werkt en moet toezien hoe de spanning en de angst toenemen wanneer dat compound volstroomt met vluchtelingen en de Nederlandse kolonel Karremans (een rol van Johan Heldenbergh) hen niet de bescherming kan bieden waarop ze hopen terwijl Mladic en zijn troepen steeds driester op de poorten beuken.

Hoe vaak hoor je niet: hier in Europa hebben we al vijfenzeventig jaar geen oorlog meer gehad? Wel, dat klopt dus niet helemaal.

‘Ik heb altijd geweten dat de val van Srebrenica heel filmisch was’, zegt Zbanic. ‘Het drama speelt zich af op één locatie, er is de tijd die wegtikt, je kunt de kijker doen meeleven door het perspectief te nemen van een alledaagse heldin, en er zijn de beslissingsniveaus die daarboven voortdurend met elkaar communiceren. Het heeft heel erg veel van een politieke thriller. Alleen heb ik tijd nodig gehad om het project aan te kunnen. Emotioneel, financieel en rationeel.’

Hoe bedoel je precies?

Jasmila Zbanic: Wat daar gebeurd is, maakt me nog altijd triest en kwaad. Praten met moeders die het lichaam van hun zoon of hun echtgenoot, of van beiden, nog steeds niet teruggevonden hebben; dat hakt er stevig in. Er zijn nog altijd 1700 mensen vermist, en niemand die weet of wil zeggen in welk massagraf ze liggen. Daarnaast was deze film maken ook logistiek en financieel niet evident. Bosnië is een klein filmland en je weet dat je voor dit verhaal militair materieel, een internationale cast en honderden figuranten nodig zult hebben. Het is een Europese coproductie van negen landen geworden.

Bovendien weet je dat iedereen – Bosniërs, Serviërs, de overlevenden en de VN-soldaten – zijn eigen lezing heeft van de feiten. Niet iedereen zal het dus met mijn versie eens zijn, maar na 26 jaar en vier films heb ik voldoende maturiteit om daarmee om te gaan. Voor mij was het belangrijk om te tonen wat daar volgens míj gebeurd is, om te helpen herinneren, want hoewel de Balkanoorlog aan 100.000 mensen het leven heeft gekost, lijken velen Srebrenica alweer vergeten te zijn. Hoe vaak hoor je niet: hier in Europa hebben we al vijfenzeventig jaar geen oorlog meer gehad? Wel, dat klopt dus niet helemaal.

Quo vadis, Aida? krijgt voornamelijk positieve kritieken, maar hier en daar ook het verwijt van een te gekleurde kijk op de gebeurtenissen.

Zbanic: Ik heb mijn best gedaan om het verhaal op een evenwichtige manier te vertellen, om mijn eigen woede onder controle te houden, en om van alle personages mensen te maken, zelfs van Mladic. Maar ik ben Bosnisch, Aida is een Bosnische en dit is de Bosnische versie van de feiten. Dat ontken ik niet. Maar de feiten ontken ik evenmin: dat ruim 8000 mensen zijn vermoord door de Servische troepen, terwijl de VN-soldaten, die niet één schot hebben gelost, dat hadden moeten voorkomen, omdat dat hun missie was. Je moet de kijker niet onderschatten. Die is wijs genoeg om voor zichzelf te oordelen. Ik heb alvast veel positieve reacties gekregen van Serviërs, wat ik niet had verwacht en wat bewijst dat het een eerlijke film is.

'Quo vadis, Aida?', een film over die keer dat Europa toekeek terwijl duizenden mensen werden vermoord

Ten tijde van het bloedbad zat jij in Sarajevo. Wat herinner je je nog van die periode?

Zbanic: Ik was zeventien toen de oorlog begon en aanvankelijk was ik hopeloos naïef. Ik dacht niet verder dan: cool, nu gaat mijn examen wiskunde tenminste niet door. Tot de elektriciteit uitviel, de winkels leeg bleven, en er mensen werden neergeschoten op straat. Ik werd met de klap volwassen. Srebrenica heb ik gevolgd via de radio. De beelden heb ik pas later ontdekt. Ik weet nog dat ik dacht dat het bij ons in Sarajevo eigenlijk erger was. Omdat wij niet onder het protectoraat van de VN vielen. Het meest schokkend blijft de gedachte dat een genocide zomaar mogelijk bleek midden in Europa, op het einde van de twintigste eeuw. De hele wereld, die zich na de Tweede Wereldoorlog zo eloquent inzake mensenrechten had getoond, stond erbij en keek ernaar. Het besef dat een paar tanks en geweren machtiger bleken dan de nobelste menselijke idealen: daar was ik als studente niet goed van. Maar het heeft me alleen maar in mijn humanisme gesterkt. Mijn film is niet bedoeld als wapen. Of als beschuldiging. Hij is bedoeld als getuigenis, als een eerbetoon aan de veerkracht van mensen. Als we de wonden nu tonen, hoeven de volgende generaties hopelijk niet meer dezelfde pijn te lijden.

Wat ik niet verwacht had: ik kreeg veel positieve reacties van Serviërs. Dat bewijst dat Quo vadis, Aida? een eerlijke film is.

Aida is een fictief personage, terwijl anderen – generaal Mladic en kolonel Karremans – bij naam worden genoemd. Vanwaar die keuze?

Zbanic: Aida vormt als tolk de brug tussen de verschillende partijen. Haar personage liet me toe om de verschillende perspectieven te belichten. Een van mijn inspiratiebronnen was het boek Under the UN Flag van Hasan Nuhanovic. Hij was destijds tolk en zijn familie werd de Nederlandse basis uit gezet en daarna vermoord. Dat was het vertrekpunt, en vervolgens hebben we uitgebreide research gedaan. Aida is fictief, maar alle gebeurtenissen in de film zijn gebaseerd op de verhalen van daadwerkelijke slachtoffers.

We hebben ook niet in Srebrenica zelf gefilmd, aangezien de burgemeester, die de genocide ontkent, ons dat verbood. We hebben veel tegenkanting gekregen, van allerlei partijen. Daarom ook dat we de film tijdens de opnames zo veel mogelijk uit de media hielden.

Nu, de scheidslijn tussen feit en fictie is altijd dun. Ook in documentaires komt er een punt waarop je de feiten moet interpreteren en ordenen, wat een vorm van vertellen en dus fictie is. Alleen maakt fictie de feiten niet minder reëel.

Een onderwerp als dit blijft hoe dan ook polemisch. Wat hoop je finaal met de film te bereiken?

Zbanic: Srebrenica is 26 jaar geleden gevallen, maar de moeders die er hun zoon hebben verloren zijn nog altijd aan het rouwen of aan het zoeken. Verschillende mensen en politici die voor het geweld verantwoordelijk waren, bekleden nog altijd machtsposities. Nationalisme en extremisme zijn over heel Europa weer in opmars. Dat maakt de film actueel, en film is een collectieve kunstvorm, die ons ervaringen met elkaar laat delen. Blije, grappige, maar ook pijnlijke. Cinema zal de wereld niet redden, maar het kan haar wel een beetje menselijker en empathischer maken.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Quo vadis, Aida?

Vanaf 8/9 in de bioscoop.

'Quo vadis, Aida?', een film over die keer dat Europa toekeek terwijl duizenden mensen werden vermoord
© WireImage

Jasmila Zbanic

Geboren op 19 december 1974 in Sarajevo, toen Joegoslavië, nu Bosnië-Herzegovina.

Groeit op in een moslimfamilie van Bosniakken maar noemt zich atheïste.

Verblijft in Sarajevo wanneer die stad vanaf 1992 tot 1996 door Serviërs belegerd wordt.

Woont van 1995 tot 1997 in Vermont, Verenigde Staten, waar ze werkt als poppenspeelster.

Keert in 1998 terug naar Bosnië-Herzegovina, waar ze het kunstenaarscollectief Deblokada opricht.

Wint met haar debuutfilm Grbavica (2006) meteen de Gouden Beer in Berlijn.

Haar vijfde langspeler Quo vadis, Aida? (2020) werd genomineerd voor een Oscar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content