Nicolas Winding Refn sleurt u door een morbide modewereld in The Neon Demon.
The Neon Demon ****
Nicolas Winding Refn met Elle Fanning, Jena Malone, Keanu Reeves
‘Cinema is het leven waar alle saaie stukken uitgeknipt zijn’, wist Alfred Hitchcock al, en Nicolas Winding Refn lijkt dat statement van de master of suspense volmondig en als volleerd couturier te beamen. In The Neon Demon – een huiversprookje dat zich afspeelt in de modewereld van LA – trakteert de Deense beeldenstormer namelijk op intrige en spanning van het strakst gestileerde, grilligste en bij vlagen zelfs ziekste soort. Dat leverde hem enkele weken geleden in Cannes evenveel kreten van adoratie als van afgrijzen op.
‘Pronkerige designcinema die weinig meer om het lijf heeft dan de fotomodellen die Refn zijn kinky catwalk opstuurt’, fulmineerde de een. ‘Een hallucinante koortsdroom over de kannibalistische cultus van de schoonheid’, jubelde de ander. Voor beide meningen valt iets te zeggen, zonder dat ze iets aan de film afdoen. Wel integendeel. Zoals elke goede regisseur beseft Refn namelijk dat inhoud ook puur uit vorm kan voortvloeien, en als iemand weet hoe je de camera als scalpel kunt hanteren en hoe je beeld en geluid moet sculpteren tot een barokke bad trip, dan is het de haute couture-filmer achter Valhalla Rising (2009), Drive (2011) en Only God Forgives (2013) wel.
In zijn eerste ‘vrouwenfilm’ – zijn vorige waren stuk voor stuk machoparabels, soms op het homo-erotische af – zoomt Refn met fetisjistisch genoegen in op voormalig kindsterretje Elle Fanning. Hier incarneert ze Jesse, een knap, naïef zestienjarig meisje dat richting Los Angeles trekt in de hoop het daar te maken als fotomodel. Lang duurt het niet vooraleer Jesse meegezogen wordt in een obsessieve wereld van luxe, decadentie en pure, onversneden schoonheid, waardoor haar onschuld dreigt bevlekt te worden. Dat zorgt, zeker naar het surrealistische, zeg maar gerust groteske einde, voor de nodige psychoseksuele en andere excessen.
Schrik dus niet op wanneer Fanning van een koket muurbloempje in een kinky modevamp verandert, wanneer Keanu Reeves opduikt als marginale moteluitbater of wanneer er een oogbal door het beeld rolt. En dat op de koele maar bezwerende electrotonen van Refns huiscomponist Cliff Martinez. Een prêt-à-porterhorrorfilm is The Neon Demon namelijk in geen geval, wel een digitaal geschoten en klinisch precies getailleerde nachtmerrie die afwisselend doet denken aan een Calvin Klein-reclame gone mad and bad, een volwassen versie van The Wizard of Oz, een cryptische mindfuck à la David Lynch of een associatieve melange in de stijl van de Chileense cultgoeroe Alejandro Jodorowsky, tevens Refns mentor.
Bovendien deinst Refn, met dank aan cameravrouw Natasha Braier, er niet voor terug om er enkele met abstractie flirtende beeldenballetten aan toe te voegen, inclusief prisma’s, neonkleuren en spiegelbeelden. Of om doodleuk door te duwen op het moment dat de film zijn logische eindpunt lijkt te hebben bereikt. Het is alsof je Refn offscreen hoort denken: ‘Je kunt en mag me van alles verwijten, desnoods dat ik leeg, ijdel en zelfgenoegzaam ben. Maar saai, slordig of voorspelbaar kun je me niet noemen. En als je keurig nette verhaaltjes wilt, gaap dan naar tv, of ga desnoods gezellig rond een kampvuur zitten.’
Welkom in Refns hyperesthetische wereld van glamour en gruwel, extase en exces, raffinement en rottigheid.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier