De paus gaf ‘Silence’ van Martin Scorsese alvast zijn zegen. Nu u nog

Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Martin Scorsese duikt het 17e-eeuwse Japan binnen met Silence, een passieproject dat gloeit van de religieuze koorts.

Dertig jaar lang zeulde Martin Scorsese rond met plannen om Shusako Endo’s roman Silence, over de christenvervolging in zeventiende-eeuws Japan, naar het doek te vertalen. Nu Marty die queeste eindelijk heeft volbracht, laat het resultaat zich niet alleen contempleren als een uiterst serene film, de regisseur snijdt ook zijn typische thema’s als zondebesef, zelfopoffering en lijden haast op fluistertoon aan.

Scorsese, een getormenteerde katholiek die er zelf ooit aan dacht om zijn leven aan God te wijden, volgt in Silence de lotgevallen van Sebastião Rodrigues (Andrew Garfield) en Francisco Garupe (Adam Driver), twee jonge jezuïeten die in Japan op zoek gaan naar hun mentor Ferreira (Liam Neeson). Sinds de shoguns besloten om het zich snel verspreidende christendom met geweld in te dijken, blijkt die namelijk verdwenen. Rodrigues en Garupe beseffen dat hun geen pleziertochtje door het land van de rijzende zon wacht. Maar wie in Jezus’ voetsporen wil treden, of in die van Ferreira, moet daar in afwachting van hemelse glorie wat voor overhebben.

Conform de Scorsesecanon, waarin het vleselijke en het spirituele meestal een stevig robbertje uitvechten, ontbreekt het Silence niet aan fysieke beproevingen, met christenen die kokend water over zich heen krijgen, worden gekruisigd en als beesten geknecht. Toch blijkt de echte hellevaart die van de geest, met een God die zich in een verpletterend stilzwijgen hult, ook al smeken zijn discipelen hem om antwoorden op hun existentiële vragen.

Scorsese lijkt ook met de camera een boetetocht te ondernemen. Wie een historisch epos vol barokke shots, opzwepende muziek en lyrische camerabewegingen verwacht, iets waar de New Hollywood-maestro nochtans het patent op heeft, komt, net als Rodrigues en Garupe, van een koude kermis thuis. Nooit eerder oogde een Scorsesefilm zo sober, beheerst en repetitief, met een rigide en symmetrische beeldtaal die volledig in de traditie van de Japanse cinema is ingebed. Het is alsof de geest van Kenji Mizoguchi om het hoekje loert, en Scorsese er koortsig over waakt dat geen beeld of geluid tijdens de 160 minuten durende calvarietocht van de emotionele kern afleidt.

Geen wonder dat Silence – ondanks bekend volk als Garfield, Driver en Neeson – in de States haast geruisloos de revue passeerde. In tegenstelling tot zijn veel gladdere voorganger The Wolf of Wall Street deed Silence de kassa’s nauwelijks rinkelen. En met één schamele Oscarnominatie (voor de prachtige cinematografie van Rodrigo Prieto) gaven ook de vakbroeders niet thuis.

Veel meer dan zijn eerdere exploraties van religieuze obsessie – herinner u zijn controversiële Jezusfilm The Last Temptation of Christ en zijn somptueuze dalai lama-biopic Kundun – is Silence een heel persoonlijke en radicale film. Scorsese gaat als een cinefiele pelgrim op zoek naar de essentie van het geloof, en maakt via een historische omweg maar zonder te preken duidelijk dat religieuze intolerantie een pest is die nog steeds niet is uitgeroeid. De paus gaf alvast zijn zegen. Nu u nog.

SILENCE ****

Martin Scorsese met Andrew Garfield, Adam Driver, Liam Neeson

DAVE MESTDACH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content