Recensie ‘Gone Girl’: Beheerste cocktail van spanning en satire

Ben Affleck is niet echt een brave peer in Gone Girl. © gf
Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

David Fincher schrijdt al grijnzend over het slagveld der seksen met de zwartkomische mysteriethriller Gone Girl.

Gone Girl

David Fincher. Met Ben Affleck, Rosamund Pike, Neil Patrick Harris

Wat mij vooral in het boek interesseerde’, loste David Fincher onlangs in Sight & Sound over zijn adaptatie van Gillian Flynns millionseller Gone Girl, ‘is het narcisme waarmee we ons tegenover onze partner presenteren en hem of haar in het begin van de relatie een volstrekt geïdealiseerd beeld van onszelf voorschotelen. Het leek me leuk om een film te maken waarin die leugenachtige façade laag na laag wordt weg geschraapt, tot enkel nog twee monsters overschieten. Zo’n film heb ik namelijk nog niet vaak gezien.’

Als het Finchers bedoeling was om een vileine anti-romcom af te leveren rond een droomkoppel dat mekaars ergste nachtmerrie blijkt, dan is hij in zijn opzet geslaagd. Bareigenaar Nick Dunne (Ben Affleck) is immers niet de goedhartige, loyale all-American echtgenoot die hij lijkt te zijn. Zijn pronk-eega Amy (Rosamund Pike) – ooit de inspiratiebron voor een populaire meisjesboekenreeks, nu al enkele jaren een desperate housewife in Suburbia – blijkt zo mogelijk nog valser.

Wanneer Amy plots vermist raakt en een mediacircus rond de verdwijningszaak losbarst, begint voor beide wederhelften niet alleen een imago-oorlog op het scherpst van de snee. Het is meteen het startschot voor een sardonische rollercoaster waarin je nooit goed weet wie nu precies de touwtjes in handen heeft, en waarin er niet op wat sinister geserveerde sitcom, een bruuske toonwissel, een verwrongen twist of zelfs een klad grand guignol gekeken wordt.

Dat Flynns bronmateriaal je reinste pulp is en als psychologische thriller geen seconde au sérieux te nemen valt, is een gegeven dat Fincher wellustig lijkt te omarmen, maar dan zonder de goedkoop ironische toer op te gaan of zijn koele designstijl te verraden. Op zijn beste, meest groteske momenten heeft Gone Girl zelfs wat weg van de zwierige Hitchcockpastiches waarin Brian De Palma ooit excelleerde, met in de linkerhoek Ben Affleck als een postmoderne wannabe Jimmy Stewart en in de linkerhoek Rosamund Pike als de blonde, berekende ijskoningin waar Hitch indertijd geil van werd.

In die zin kan Fincher in Gone Girl, net als in voorganger The Girl with the Dragon Tattoo (2011), zijn regietalent demonstreren. In de handen van een mindere god zou deze portie pulp fiction wellicht razendsnel in camp- of exploitationterritorium zijn gestrand, maar Fincher heeft zoveel gevoel voor ritme, mise-en-scène en suspense dat je amper tijd hebt om de kamerbrede plotgaten te spotten. Ondertussen blijft het spelletje met de persona’s van Affleck en Pike boeien, en doet de soundtrack van huiscomponist Trent Reznor vermoeden dat zelfs de banaalste situaties plots in een bloedige furie kunnen uitbarsten.

Je krijgt dus een beheerste cocktail van spanning en satire, van bedrog en (sensatie)lust, van geperverteerde onschuld en psychoseksuele pathologie. Of een Fatal Attraction-variant overgoten met een duister komisch sausje, zo u wil. Maar hoe onderhoudend en goed gemaakt Gone Girl ook is, het blijft allemaal net iets te zelfbewust om diep verontrustend of waarlijk verrassend te zijn. Bovendien vraag je je af of Fincher de Reader’s Digest-cataloog in het vervolg niet beter links zou laten liggen om zijn talent uit te besteden aan projecten met meer portee zoals Fight Club (1999), Zodiac (2007) of The Social Network (2010), niet toevallig zijn beste films. Het is, geheel in tegenstelling tot het leven, maar een suggestie.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content