127 Hours: Gruwelijk hip

Danny Boyles survivaldrama is zo blits en energiek dat het nooit door merg en been boort. Ouch!

127 Hours *
Danny Boyle met James Franco, Amber Tamblyn, Kate Mara

Twee jaar geleden werd Danny Boyle plots gepromoveerd tot de Moeder Teresa van Hollywood dankzij het supersuccesvolle, buitensporig gefêteerde en hypocriete sloppenwijkensprookje Slumdog Millionaire. Of zijn nieuwste film 127 Hours evenveel euforie zal veroorzaken, valt af te wachten. De Schotse regisseur kan alvast weer rekenen op een half dozijn Oscarnominaties en een pak jubelrecensies van gemakkelijk te imponeren critici.

In deze op ware feiten gebaseerde survivaltrip mag James Franco de hachelijke lotgevallen van avonturier en adrenalinejunk Aron Ralston dunnetjes overdoen. Die bergbeklimmer kwam in 2003 in een kloof in de Blue John Canyon te Utah met zijn hand klem te zitten, zonder iemand vooraf van zijn uitje op de hoogte te hebben gebracht. Het gevolg was een 127 uur durende beproeving, die hij weliswaar overleefde, maar wel met een arm moest bekopen.

De vraag die meteen opborrelt, is: kun je uit de anekdote rond één enkel immobiel personage een doorbloed drama van anderhalf uur puren? Het antwoord luidt: wel als je voldoende creatief bent. Bovendien kun je altijd de filmtrukendoos opentrekken, met split-screens, flashbacks, kleurenfilters en tempowissels die de premisse de nodige variatie en dramatiek inpompen.

Helaas lukt dat laatste maar matig, aangezien Ralston al in de vijftiende minuut – na een videoclipachtige proloog en een ontmoeting met twee verdwaalde meisjes – in zijn spelonk sukkelt. Gelukkig voor de kijker – én voor Boyle – heeft hij echter een mes, een touw en een camcorder bij de hand zodat de close-ups van de grimassende Franco kunnen worden afgewisseld met pointofviewshots en enkele enerverende pogingen om zich los te wrikken.

Hitchcock zou uit die minimale middelen een claustrofobisch potje psychohorror hebben gebrouwd. Boyle blijft echter steken in een blits en energiek verpakte, maar inhoudelijk lege gimmick met een statische actieheld. Zo heb je na negentig minuten van visueel opgefokte Red Bull-cinema nog altijd geen idee wie Ralston nu echt is, hoewel enkele ingelaste dromen en visioenen als existentieel zelfonderzoek poseren.

Bovendien gooit Boyle er te pas en vooral te onpas een portie schmaltz of een hip muziekje bovenop – kwestie van het mainstreampubliek niet te vervelen en Ralstons drama onderweg vooral niet te grimmig te maken. Wie survivalthrillers als Touching the Void of recent nog Buried heeft gezien, krijgt daarom nooit het gevoel Ralstons kwelling en wanhoop ook écht te voelen. Nochtans doet een franjeloze Franco aardig zijn best en mondt de film uit in een staaltje zelfmutilatie van heb ik jou daar.

Een modieus survivaldrama met mooi camerawerk, mooie landschappen en een mooie jongen in nood, maar tegelijk is het leeg, oppervlakkig en vol van zichzelf.

Dave Mestdach

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content