Ooit heersten vrouwen in Hollywood
Nu al staat vast dat straks een man de Oscar voor beste regisseur wint. Andermaal is zelfs geen enkele vrouw genomineerd in die categorie. #OscarsSoMale, ja, maar wist u dat er een tijd was dat #HollywoodSoFemale was?
Naar welke film ging vorig jaar de Oscar voor beste film? En die voor beste regisseur? Wie was de beste actrice? (*)
De kans is groot dat u van die 88e uitreiking van Academy Awards vooral het voorafgaand protest tegen het gebrek aan diversiteit hebt onthouden. Voor het tweede jaar op rij bevolkten immers enkel blanken de vier acteercategorieën. #OscarsSoWhite raasde als een storm over Twitter. Spike Lee, Michael Moore en Will Smith weigerden de uitreiking bij te wonen. De Academy of Motion Picture Arts and Sciences nam de kritiek op de oververtegenwoordiging van oude blanke mannen bij de stemgerechtigden ter harte en haalde er in de zomer 683 nieuwe leden bij, onder wie weinig oude blanke mannen. Of die diversiteitskuur op lange termijn wat verandert, moet nog blijken. Met acht nominaties voor het Afro-Amerikaans gaydrama Moonlight, nog eens twee voor Denzel Washington en telkens eentje voor Ruth Negga, Viola Davis en Octavia Spencer is er dit jaar alvast geen nood aan #OscarsSoWhite.
#OscarsSoMale zou helaas nog steeds trending mogen zijn – en dat dus voor de 89e editie op rij. Geen enkele film van een vrouwelijke regisseur komt dit jaar in aanmerking voor de Oscar voor beste film. Geen enkele vrouw voor de Oscar voor beste regisseur. Sinds de eerste Academy Awards in 1929 uitgereikt werden, is het overigens maar vier keer gebeurd dat een vrouw in die categorie genomineerd werd. Slechts één keer werd een vrouw de overwinning gegund: Kathryn Bigelow, in 2009, voor de stoere Irak-thriller The Hurt Locker. Onvermijdelijk wordt de verhouding van vrouwelijke tot mannelijke winnaars op 26 februari: 1 tegen 88. Kan het nog ongelijker? Ja. De Oscar voor beste cinematografie is nog nooit naar een vrouw gegaan. Er is zelfs nog nooit een vrouw genomineerd.
De laatste jaren hebben enkele prominente actrices die ongelijkheid op de korrel genomen. Patricia Arquette deed het toen ze in 2015 de Oscar voor beste bijrol in ontvangst nam. Emma Thompson en Meryl Streep hebben zich uitgesproken tegen seksisme en ageism (discriminatie op grond van leeftijd). Jennifer Lawrence, Amanda Seyfried en Natalie Portman vonden het niet kunnen dat ze een pak minder verdienden dan hun mannelijke tegenspelers. Maar hun rebellie en verontwaardiging zullen het seksisme niet eensklaps uit de wereld helpen. Daarvoor gaat het net iets te lang mee.
Vroeger was het beter
Vroeger was het beter. Helemaal in het begin. Sterker nog, in de jaren 1910 en 20 waren vrouwen toonaangevend in Hollywood en bekleedden ze meer machtsposities dan in alle daaropvolgende decennia. Dat zetten de Franse zussen Clara en Julia Kuperberg uiteen in hun documentaire Women Who Run Hollywood (2016) – de Franse titel is stukken beter: Et la femme créa Hollywood. Hun kroongetuige is Ally Acker, een Amerikaanse filmmaakster en -historica die als een van de eersten onderzoek heeft gedaan naar het pionierswerk van vrouwen. Dat resulteerde in het boek Reel Women: Pioneers of the Cinema (1990) en een lange reeks gefilmde interviews met die pioniers.
‘In die beginjaren waren zo veel vrouwen actief in Hollywood omdat cinema nog niet beschouwd werd als een kunst of als eerbaar werk. Het stelde niets voor en daarom mochten vrouwen en Joden er zich mee bezighouden. In andere sectoren waren ze niet welkom’, aldus Clara Kuperberg. Maar liefst de helft van alle acteurs, regisseurs, decorateurs, scenaristen, cinematografen en monteurs waren vrouwen, zo schrijft Cari Beauchamp in My First Time in Hollywood (2015), haar boek over filmpioniers. Zo werken tussen 1912 en 1919 in de Universal-studio’s elf regisseuses, die samen meer dan 170 films maken. ‘Je moet het je voorstellen’, aldus Julie Kuperberg. ‘Op dat moment bestaat Hollywood nog voor een groot deel uit braakland en schapenweiden. Daar komen die vrouwen in lange jurken aan. Ze mogen nog geen broeken dragen, hebben nog geen stemrecht maar geven wel leiding aan filmploegen met mannen. Ze regisseren, schrijven, produceren, acteren en/of monteren en verdienen daar goed geld mee.’
Geen standbeeld
Tot de verbeelding spreken onder meer Alice Guy-Blaché, Mary Pickford, Frances Marion, Lois Weber en Anita Loos. Alice Guy-Blaché begint als secretaresse van de Franse filmpionier Léon Gaumont en is in 1896 allicht de eerste vrouw die een film regisseert. La fée aux choux geldt als een van de allereerste narratieve fictiefilms. Er zullen er nog dik vierhonderd volgen. In 1910 richt Guy-Blaché in New York Solax Studios op. Dat is in dat pre-Hollywoodtijdperk, wanneer het zwaartepunt van de filmindustrie nog aan de Oostkust ligt, even de grootste Amerikaanse studio, tot het bedrijf distributieproblemen krijgt. In de catalogus: zowel films met de nadruk op het huwelijk en gelijkwaardigheid tussen man en vrouw als actiefilms met vrouwelijke heldinnen.
Mary Pickford heeft als actrice (51 films in 1909 alleen al!) en regisseur in het filmbedrijf van D.W. Griffith al ervaring opgedaan wanneer ze in 1914 een van de eerste grote filmsterren wordt dankzij haar vertolking van het strijdlustige en sociaal geëngageerde titelpersonage in Tess of the Storm Country. Twee jaar later kan ze een salaris van 10.000 dollar per week eisen: een record. Ze richt haar eigen productiefirma op en overziet voortaan de totstandkoming van al haar films. Dat zijn er veel. De fijne schone en gewiekste zakenvrouw is amper 27 wanneer ze met Charlie Chaplin, D. W. Griffith en Douglas Fairbanks United Artists opricht, met de bedoeling niet afhankelijk te zijn van de commerciële studio’s. Haar huwelijk met Fairbanks, een jaar later, spreekt ook tot de populaire verbeelding. In de jaren twintig besluit ze minder maar betere films te maken en scoort ze met onder meer Rosita (1923) en My Best Girl (1927). Op de tweede editie van de Oscars wordt ze onderscheiden als beste actrice, voor haar eerste gesproken film, Coquette (1929). Haar geluidsfilms blijken echter minder goed aan te slaan dan haar stomme, en in 1933 gooit ze de handdoek in de ring.
Pickfords favoriete scenarist is de voormalige oorlogscorrespondente Frances Marion. Ze is de eerste scenarist met twee Academy Awards op de schouw, eentje voor The Big House (1930 ) en nog eentje voor The Champ (1931). Ze schrijft de verhalen en scenario’s voor meer dan driehonderd films en regisseert er ook een paar. Alle grote regisseurs en producers, mensen als Samuel Goldwyn en Irving Thalberg, willen met haar werken waardoor ze haar prijs kan opdrijven en de best betaalde scenarist wordt. De pers behandelt haar als een filmster.
Marion zet haar eerste stapjes in de filmsector bij Lois Weber Productions. Weber is de eerste Amerikaanse vrouw die een langspeelfilm heeft gedraaid. In de beginjaren van Hollywood kan ze zich probleemloos meten met D.W. Griffith of Cecil B. DeMille. Ze is een van de eersten om te experimenteren met een splitscreen en choqueert met naaktscènes in het antiklerikale Hypocrites (1915). Daarop volgen een hele reeks opvallende films over controversiële onderwerpen als de doodstraf, drugsgebruik, armoede en loonongelijkheid. In Where Are My Children? (1916) en The Hand That Rocks the Cradle (1917) gaat het over abortus en de nood aan legalisering van geboortebeperking. Ze vindt dat cinema hetzelfde raffinement moet brengen als de andere kunsten en ontwikkelt een lichte voorkeur voor stichtende films over sociale en grootstedelijke thema’s of over de complexiteit van huwelijk en huishouden. Ze sticht haar eigen studio en productiebedrijf, experimenteert met draaien op locatie, versiert een winstgevende distributiedeal met Universal en is een poos de best betaalde regisseur van Hollywood. In de jaren twintig keert het tij. Haar dood in 1939 haalt amper de pers. Op enige, al is maar academische rehabilitatie is het wachten tot de jaren zeventig.
Een markante figuur is ook Anita Loos. Zij dankt haar bekendheid vooral aan Gentlemen Prefer Blondes (1925), haar satirische boek over de lotgevallen van een dom blondje, in 1953 door Marilyn Monroe vertolkt in de gelijknamige musical. Wanneer ze dat boek schrijft, heeft ze al een steile klim in de filmsector in de kuiten. Ze krijgt er een voet tussen de deur door D.W. Griffith ongevraagd een goed scenario toe te sturen. Ze blijft nadien scenario’s voor hem schrijven, maar krijgt het meest waardering voor de pittige tussentitels die ze voor stomme films verzint. Met haar uitgesproken persoonlijkheid en glamoureuze kledingstijl wordt ze haast even bekend als de filmsterren. Ze vormt jarenlang een duo met haar echtgenoot, regisseur John Emerson, ze heeft oog voor talent en groeit uit tot een van de succesvolste Hollywoodscenaristen. Dankzij haar taalvaardigheid en vertelkunst overleeft ze bovendien, als een van de weinige vrouwen, vlotjes de overgang naar de geluidsfilm.
Dinosauriërs
Die haast vergeten maar destijds roemruchte namen vormen slechts het topje van de ijsberg. De website Women Film Pioneers Projects heeft de verhalen van zo’n 240 pioniers verzameld. Hoe zijn die vrouwen haast even abrupt als de dinosauriërs destijds van de aardbol uit Hollywood verdwenen? Volgens Julie Kuperberg, regisseur van Women Who Run Hollywood, is het niet zozeer de geluidsfilm die hen genekt heeft. ‘Het is vooral de Grote Depressie, die volgt op de beurscrash van 1929. De mannen hebben geen geld en geen werk meer. Ze merken dat een handvol vrouwen en Joden aan de westkust mooie sommen verdienen in een sector in volle ontwikkeling en zien hun kans schoon. De vrouwen worden richting uitgang geloodst door aan te dringen op syndicalisering van de filmberoepen. Vrouwen mogen in die tijd nog geen lid zijn van een vakbond en zien zich veroordeeld tot kleine postjes als assistent of scriptgirl. Begin jaren dertig is er amper één regisseuse over in Hollywood: de uitzonderlijk ambitieuze en volhardende Dorothy Arzner. Na haar volgt veertig jaar woestijn.’ De interesse voor het vastleggen van de filmgeschiedenis ontstaat pas in de jaren veertig. De mannen die dan de lakens uitdelen, hebben geen oog voor het aandeel van de vrouwen. De pioniers worden vergeten.
Honderd jaar later kampt Hollywood nog steeds met een schrijnend gebrek aan vrouwelijke regisseurs. Een onderzoek van het Center for the Study of Women in Television and Film van de San Diego State University wijst uit dat vorig jaar een schamele 7 procent van de films uit de top 250 van de Amerikaanse box office geregisseerd is door een vrouw. Dat is zelfs 2 procent minder dan in 2015. Die cijfers overtuigen een groep vrouwelijke filmbonzen om The Alice Initiative te lanceren: een lijst van dertig vrouwelijke talenten – twintig die minstens een langspeelfilm gedraaid hebben en tien die zich lieten opmerken met televisiewerk of een kortfilm – die meer aandacht verdienen. Op de lijst staan onder meer Alice Winocour (Maryland), Ana Lily Amirpour (Girl Walks Home Alone at Night), Andrea Arnold (American Honey) en Deniz Gamze Ergüven (Mustang).
De lijst is genoemd naar Alice Guy-Blaché. Durf nooit meer af te komen met: ‘Wie is dat?’
* In 2016 ging de Oscar voor beste film naar Spotlight, die voor beste regisseur naar Alejandro Gonzalez Iñárritu en die voor beste actrice naar Brie Larson.
door Niels Ruëll
‘Hollywood is nog braakland, en daar komen die vrouwen in lange jurken aan. Stemmen mogen ze nog niet, maar ze leiden wel filmploegen.’ Julie Kuperberg
‘Wat vrouwen in Hollywood genekt heeft? De Grote Depressie, toen mannen merkten dat vrouwen en Joden er goed geld verdienden.’ Julie Kuperberg
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier