‘OOK IN DE LIEFDE MOET JE DE REKENING DURVEN NA TE KIJKEN’

Misbruik, kindermoord, ontvoeringen…: Joachim Lafosse schuwt de moeilijke onderwerpen niet. En dan moet hij nog beginnen aan zijn film over de Dutroux-affaire. Maar eerst maakt de Brusselse regisseur met het net in Cannes uitstekend onthaalde L’économie du couple de balans op van een relatie. ‘Ik denk dat ik deze film gemaakt heb om af te rekenen met mijn tristesse.’

In Élève libre (2008) loopt de relatie tussen een vijftienjarige leerling en zijn leraar compleet uit de hand. In À perdre la raison (2012) doodt een moeder haar eigen kinderen en in Leschevaliers blancs (2016) gaan adoptiewerkers hun goedbedoelde boekje ver te buiten.Of hij zich nu laat inspireren door feiten (zoals de zaak-Lhermitte voor À perdre la raison en het Arche de Zoé-schandaal voor Les chevaliersblancs) of niet, de onderwerpen die Joachim Lafosse in zijn films aansnijdt, zijn altijd uit het leven gegrepen. Gelukkig niet altijd uit het zijne. L’économie du couple, over een koppel met kinderen dat na een breuk uit financiële noodzaak samen in hetzelfde huis blijft wonen, komt wél aardig dichtbij. ‘Vlak voor het schrijven van de film’, vertelt de 41-jarige regisseur, ‘zijn de moeder van mijn zoon en ik uit elkaar gegaan. Ik denk dat ik deze film gemaakt heb om af te rekenen met mijn tristesse. Maar het is niet ons verhaal. Wij hebben bijvoorbeeld nooit ruzie gemaakt over geld. Pas du tout. In tegenstelling tot het paar uit de film houden wij ook nog van elkaar. Niet als koppel, maar toch als vrienden. En intussen zit ik in een relatie waar ik me heel goed in voel. En ik wilde sowieso graag een film maken over een koppel. Over hoe belangrijk het is dat het goed gaat tussen twee mensen omdat een goede relatie een rustgevende plek kan zijn. Dat vertel ik natuurlijk wel aan de hand van een relatie die niet goed loopt.’

Dat doet Lafosse in een uiterst ingetogen stijl met soepelelong takes die niet dienen als bravourestukjes, maar als het platform waarop zijn acteurs, Bérénice Bejo en Cédric Kahn, als ruziënde ouders een ontroerend natuurlijke acteerprestatie neerzetten. Het resultaat is geen tranerige melo à la Terms of Endearment (1983), geen hollywoodiaanse hysterie à la Who’s Afraid of Virginia Woolf? (1966), maar een sober drama dat griezelig herkenbaar is, ook voor wie nog geen vechtscheiding achter de rug heeft. Zoals onze man in Cannes oordeelde: ‘Moraliserende vingertjes blijven zedig beneden en pathetische close-ups of gezwollen violen zijn nergens te bespeuren. L’économie du couple draagt een integriteit en genuanceerdheid uit die je in het beproefde genre van de break-up movie zelden ziet.’

Dé klassieker in dat genre is nochtans de film die Lafosse ertoe aanzette om regisseur te worden. ‘Toen ik tien jaar was gingen mijn ouders uit elkaar, maar niemand praatte over die scheiding of over wat er gebeurd was. En toen speelde Kramer vs. Kramer (1979) op tv, Roger Bentons scheidingsfilm met Dustin Hoffman en Meryl Streep. Daar zijn we dan met mijn moeder over beginnen te praten en zo hadden we het indirect natuurlijk ook over wat er thuis gebeurde. Toen ik een tiental jaren later besefte hoe belangrijk dat gesprek geweest was, wist ik dat ik regisseur wilde worden. Want daarom is cinema zo fantastisch: omdat het de toeschouwer toelaat over zichzelf te praten zonder het over zichzelf te hebben.’

Lafosse hoopt dan ook vurig dat koppels zijn film samen zullen bekijken en dat ze bij het verlaten van de zaal aan het praten gaan over wat ze herkend hebben. Dat ze gaan nadenken over hun eigen ‘relationele economie’. ‘Er wordt wel eens gezegd dat goede rekeningen goede vrienden maken’, lacht de regisseur. ‘Ik geloof dat goede rekeningen ook goede relaties maken. Je moet daar ook over durven te praten. Zeker wanneer beide partners niet over dezelfde financiële middelen beschikken.’ Zelf vindt Lafosse het ‘superontroerend’ om over financiën te praten: ‘Het is toch mooi om het over die fragiliteit te hebben? Om ook eens degene met minder geld op restaurant te laten betalen, ook al is het in een goedkopere plek? Om tegen elkaar te durven zeggen dat je kunt samenwonen zonder dat je hetzelfde kapitaal inbrengt?

‘Maar L’économie, zo gaat hij verder, ‘gaat niet alleen over dingen die in geld uit te drukken zijn, maar ook over wie meer voor de kinderen zorgt en wie meer in het huishouden doet. Of dat nu de man of de vrouw is.’ Dat die rekening net iets ingewikkelder te verdelen is dan het bonnetje van een restaurantbezoek, vindt Lafosse geen reden om het niet te doen. ‘Ook in de liefde moet je de rekening durven na te kijken. Een partner moet kunnen toegeven dat de zorg voor de kinderen of het huishouden hem of haar te veel kost. Dat hij of zij het gevoel heeft daarin alles alleen te betalen. Het grootste probleem van het koppel in mijn film is dat ze dat niet meer kunnen. Ze hebben bij elkaar al te veel schuld opgebouwd. Enfin, ik vind het heel boeiend om daarover te praten.’

Het moet iets te maken hebben met vogels en hoe ze gebekt zijn, dat Lafosse het niet kan laten om ook wanneer hij een romantisch drama maakt over een taboe als geld binnen een relatie te praten. Om ook dan weer de cineast te zijn die zijn publiek toont wat het bij dat onderwerp niet meteen verwacht. ‘Ik heb de waarheid niet in pacht. Mijn films zijn ook maar hypotheses. Maar het is wel mijn taak als filmmaker om onderwerpen waar iedereen over praat, zoals relaties en scheidingen, anders te bekijken en anders te doen bekijken. Pas op, dat wil niet zeggen dat ik geen zin heb om ook eens een liefdesverhaal te maken dat wél goed afloopt. Een liefdesgeschiedenis die slecht begint, een verhaal dat eigenlijk niet kán gebeuren en toch gebeurt. Een romantische komedie, eigenlijk. Pourquoi pas?’

L’ÉCONOMIE DU COUPLE

Vanaf 5/6 in de bioscoop.

DOOR SAM DE WILDE

‘TOEN IK TIEN WAS GINGEN MIJN OUDERS UIT ELKAAR, MAAR NIEMAND PRAATTE DAAROVER. TOT KRAMER VS. KRAMER OP TV KWAM. TOEN IK LATER BESEFTE HOE BELANGRIJK DAT WAS, WIST IK DAT IK REGISSEUR WILDE WORDEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content