Dankzij Adam McKays ‘Don’t Look Up’ kunt u nog eens lachen met het einde van de wereld
Die anderhalf of twee graden opwarming halen we nooit. Tegen dan zijn we allang vermorzeld door die meteoriet die op ons afsnelt. Met een stevige sterrencast – onder meer Leonardo DiCaprio en Jennifer Lawrence – dingt de catastrofekomedie Don’t Look Up mee naar de Oscars.
De man achter die apocalyptische ongein? Adam McKay, lang de rechterhand van Will Ferrell, die hij ook regisseerde in komedies als Anchorman (2004), Step Brothers (2008) en The Other Guys (2010). Sinds 2015 lijkt McKay zich toe te leggen op grappige films over catastrofes met een plejade aan filmsterren op de aftiteling en een zwik Oscarnominaties als toetje.
In The Big Short (2015) liet hij Brad Pitt, Christian Bale, Ryan Gosling en Steve Carell gevat uitbeelden hoe de financiële crisis van 2008 kon gebeuren. De film was goed voor vijf Oscarnominaties, waarvan het die voor beste bewerkte scenario won. In Vice (2018), met Bale, Carell en Amy Adams, reconstrueerde hij hoe hij Dick Cheney het tot een vicepresident schopte die opportuniteiten zag in de war on terror. Vice versierde nog drie Oscar-nominaties meer dan The Big Short (en won er twee, voor make-up en haarstyling).
De meeste mensen op de testscreenings lachten hardop, ongeacht hun politieke voorkeur. Het helpt dat Don’t Look Up bijna iedereen onder vuur neemt, zelfs Hollywood zelf.
In het door Netflix aangekochte Don’t Look Up zet McKay nog meer bekende acteurs aan het werk. En die satire van 75 miljoen dollar buigt zich over een nog grotere catastrofe dan Cheney en de financiële crisis opgeteld: de klimaatopwarming. Leonardo DiCaprio en Jennifer Lawrence spelen twee astronomen die ontdekken dat het een kwestie van tijd is voor een komeet de aarde volledig verwoest. Maar hun oproep tot actie wordt genegeerd of overstemd door een presidente met een trumpiaanse inslag (Meryl Streep) die haar zoon (Jonah Hill) heeft aangesteld tot stafchef, egotrippende celebrity’s (Ariana Grande), liever entertainende dan informerende journalisten (Cate Blanchett) en megalomane bigtechgoeroes (Mark Rylance). (En dan moest er nog een personage gevonden worden om ook Timothée Chalamet te laten meedoen.)
Toen ik je destijds voor The Big Short interviewde, noemde je de financiële crisis het belangrijkste verhaal in jaren, met uitzondering van de klimaatverandering.
Adam McKay: En toch wist ik op dat moment nog niet hoe enorm de impact van de klimaatverandering wel is. Ik heb sindsdien veel bijgeleerd. De omvang van de ramp is nog veel angstaanjagender dan ik toen dacht.
Wat heeft je banger gemaakt?
McKay: Van het rapport van het VN-klimaatpanel uit 2018 heb ik meerdere nachten niet kunnen slapen. Ook De onbewoonbare aarde, het boek van David Wallace-Wells, maakte indruk maar het meest heb ik opgestoken van zelfstudie. Niet dat ik nog extra overtuigd moest worden, maar de voorbije jaren zijn daar nog nare ervaringen uit eerste hand bij gekomen. Mijn zus moest evacueren toen haar huis in Portland werd verzwolgen door de rook van bosbranden. Hier in Los Angeles konden wij een tijd niet naar buiten vanwege de bosbranden. Vrienden uit uiteenlopende landen hadden horrorverhalen over extreem weer.
De klimaatopwarming is veel en veel sneller voelbaar dan voorzien. De wetenschappers hebben altijd eerlijk toegegeven dat hun voorspellingen een beredeneerde gok waren. Helaas gaat het nog sneller mis dan de meest pessimistische modellen de voorbije twintig, dertig jaar hebben voorspeld.
Heb je je levensstijl dan aangepast?
McKay: Uiteraard. Ik doe al de standaarddingen. Ik rij met een elektrische auto. Mijn huis is voorzien van zonne-energie. Ik eet geen rood vlees meer. Ik probeer zo weinig mogelijk het vliegtuig te nemen en als ik er echt niet onderuit kan, betaal ik extra om de CO2-uitstoot van mijn reis te compenseren – ik weet dat dat niet volstaat en dat het gedaan moet zijn met vliegen.
Ik probeer ook op andere manieren mijn steentje bij te dragen. Ik ondersteun enkele klimaatjournalisten die voor de nieuwsgroep Capital & Main berichten over milieuthema’s en de brandstofindustrie. En nu is er deze film.
Als de industrie en de wereldleiders niet drastisch ingrijpen blijven zulke inspanningen uiteindelijk futiel. Zit je daarmee?
McKay: Futiel zou ik het niet noemen. Je hebt gelijk dat het niet zal volstaan en dat er op grote schaal verandering nodig is. Maar ik geloof dat iedere individuele gedragswijziging wél impact heeft. Je steekt anderen aan om hún gedrag aan te passen en je draagt bij tot een groter besef van de nood aan een ommekeer. Als we met genoeg zijn, kunnen consumptiegewoonten wijzigen. Als we met z’n allen een grote beweging vormen, kunnen we bergen verzetten.
Niet de klimaatverandering maar een komeet bedreigt de aarde in Don’t Look Up. Waarom?
McKay: Ik wilde een aantal ideeën omtrent klimaat bundelen. Ik heb een groot dystopisch drama overwogen, daarna dacht ik aan een ecothriller, maar dat heb ik mezelf uit het hoofd gepraat. Je kunt heel makkelijk overweldigd worden door de schaal van de klimaatramp. Het leek me slimmer om wat afstand in te bouwen. Zo vermijd je dat het te emotioneel wordt en dat je je gevoel voor humor verliest.
Op een dag gebruikte mijn vriend David Sirota (journalist, columnist en speechschrijver voor Bernie Sanders, nvdr.) het beeld van een komeet die op de aarde afsnelt zonder dat iemand het zich aantrekt. Het is een erg simpel idee maar tegelijk groot, herkenbaar en makkelijk te visualiseren. Bovendien zijn we allen vertrouwd met de taal van de rampenfilms.
Je maakt een klucht van het einde van de wereld.
McKay: Ik heb nooit een film overwogen die alleen maar voor de lach ging. Er is ruimte voor andere gevoelens. Maar ik was er wel rotsvast van overtuigd dat het deugd doet om eens te kunnen lachen na alles wat we al hebben meegemaakt. En dan bedoel ik niets eens covid – het scenario van Don’t Look Up is vóór de pandemie geschreven – maar onheil zoals de financiële crisis en het wankelen of vallen van democratieën. Het is me ook opgevallen dat er de voorbije jaren niet al te veel komedies zijn gedraaid.
Kwam de pandemie er toch niet tussendoor gefietst?
McKay: Tuurlijk. Covid heeft me een belangrijk inzicht bijgebracht. Eigenlijk is de motor van mijn komedie het feit dat we niet meer normaal met elkaar communiceren, niet meer naar elkaar luisteren. Sociale media, televisie, kranten of magazines: alle media zijn afgestemd op winst maken. Het zijn gokautomaten die je verslaafd proberen te maken en je aan zich te binden door reacties uit te lokken. Informatieoverdracht of echte communicatie is in het beste geval bijzaak. Dat idee is het hart van de film. Twee ongelukkige wetenschappers achterhalen dat een komeet het voortbestaan van de wereld bedreigt maar ze krijgen hun boodschap niet verkocht omdat ze als een bal in flipperkast van links naar rechts stuiteren. Ze kunnen niet winnen van carrièrisme, de celibritycultuur, de kijkcijfermanie, de clicksverslaving en de politiek. Het nieuws dat een komeet met de aarde zal botsen, raakt constant overstemd. En laat ons eerlijk zijn: dat is toch precies wat we op dit moment meemaken? De essentie wordt voortdurend overschaduwd, er is geen respect voor de basisfeiten.
Het is nog exponentieel veel erger geworden sinds ik het scenario heb geschreven. Zelfs ijskoude basiswetenschap wordt van tafel geveegd, in twijfel getrokken of gebanaliseerd. Terwijl je zou denken dat het onze laatste strohalm is. Op duizend manieren, de ene nog zotter dan de andere, slagen we erin om naast de grote waarheid te kijken. Bijzonder verontrustend maar ook hilarisch. Het lijkt soms op slechte slapstick.
Zoals de bestorming van het Capitool, begin januari. Had je dat zien aankomen?
McKay: Spijtig genoeg wel. Tijdens de opnames van Don’t Look Up ging het uiteraard vaak over covidmaatregelen maar we hebben ons meer dan eens afgevraagd wat er zou gebeuren als rechts janhangel de set zou bestormen. Om te lachen, maar we kwamen ook alleen maar op die grap omdat het in de lucht hing. Het geweld nam toe, het aantal haatmisdrijven, rechts gebruikte almaar straffere opruiende taal. De concrete invulling verbaasde maar dat 6 januari is gebeurd, was an sich niet zo’n grote schok.
Wel meer regisseurs willen samenwerken met Leonardo DiCaprio of Jennifer Lawrence. Waarom vond jij hen een ideaal duo?
McKay: Ik heb het scenario geschreven met Jen in gedachten. Ze leek me ideaal om Kate Dibiasky te spelen. Leo’s engagement voor het klimaat is bekend. Hij kreeg lucht van het project en begreep waar ik met het scenario naar toe wilde. Over de rest van de cast kan ik hetzelfde zeggen. Cate Blanchett, Meryl Streep, Jonah Hill, Ariana Grande, Matthew Perry, Rob Morgan, Timothée Chalamet: ze pasten stuk voor stuk perfect bij een van de personages. Een droomcast viel me zomaar in de schoot.
Wie was het moeilijkst te overtuigen?
McKay: DiCaprio. Hij toonde dan wel interesse maar hij engageert zich nooit zomaar. Het luistert bijzonder nauw bij hem. Hij is een verstandige, grappige kerel met een grote kennis van de filmgeschiedenis. Je merkt waarom hij zo succesvol is. Tijdens drie lange vergaderingen hebben we het scenario, zijn personage en de toon van de film zeer uitgebreid besproken. Zijn vragen waren pertinent, zijn bezorgdheid begrijpelijk. Ik vond die lange gesprekken eerder aangenaam dan lastig.
Brad Pitt, Christian Bale, Amy Adams, Ryan Gosling, Steve Carell: voor Vice en The Big Short beschikte je ook al over een sterrencast. Begin je er niet aan voor je voldoende grote namen overtuigd hebt?
McKay: Leuk is dat het wel ‘grote namen’ zijn maar geen sterren in de traditionele betekenis. Het zijn de beste acteurs op dit moment. Dit zijn geen gemakkelijke rollen, het is bijzonder moeilijk om de juiste toon te vinden. Ontzettend goeie acteurs als Cate Blanchett, Christian Bale of Amy Adams maken het mogelijk om door narratief linke waters te zwemmen en risico’s te nemen. We proberen heikele onderwerpen aan te pakken op een heel ongebruikelijke manier. Dat is opwindend en uitdagend en daarom laten die grote namen zich strikken.
Meryl Streep speelt een presidente uit de school van Donald Trump. Haar ‘Don’t look up’-campagne ontkent het licht van de zon. Heb je haar personage naar nog andere voormalige presidenten gemodelleerd?
McKay: O ja! We hebben helaas een indrukwekkende reservoir aan verschrikkelijke leiders. In haar Janie Orlean zit veel Bill Clinton, de zelfverklaarde autoverkoper, veel Ronald Reagan, de lege performatieve acteur, veel George W. Bush, de gevaarlijk ongekwalificeerde leider.
Je spot met politiek, big tech, social media, massamedia, de entertainmentindustrie. Is er dan niemand meer te vertrouwen?
McKay: Toch wel. Je kunt ons vertrouwen, het volk. Als ik even enkel voor de Verenigde Staten mag spreken: we hebben een nieuwe burgerbeweging nodig. Onze regering zit in de zak van het grote geld, maar het volk roert zich. Er zijn zowaar een paar ernstige stakingen. Er zijn eindelijk arbeidersbewegingen opgestaan en dat is hoopvol. Zoals alle grote veranderingen doorheen de geschiedenis zal het van het volk moeten komen. Het volk zal ontwaken en niet langer tolereren dat een regering naar de pijpen van het grote geld danst of dat de oliebedrijven ons verkeerd informeren. Je ziet het verzet bij Greta Thunberg, de Sunrise Movement (drukkingsgroep die ijvert voor klimaatactie en hernieuwbare energie, nvdr.), Extinction Rebellion en anderen. De mensen die je nog kunt vertrouwen? De mensen!
Heb je Don’t Look Up ook getest op mensen met een Make America Great Again-petje?
McKay: Je moest een mondkapje dragen en gevaccineerd zijn om op de testscreening binnen te raken. Dat sloot bepaalde groepen uit. Maar die screenings waren erg bemoedigend. Reacties op een komedie kun je niet faken: je lacht of je lacht niet. Een lach betekent dat je een grond van waarheid herkent in wat er wordt gezegd of geïnsinueerd. De meeste testers lachten hardop, ongeacht hun politieke voorkeur. Het helpt dat de film bijna iedereen onder vuur neemt: bedrijfsleiders, extreemrechts, miljardairs, big tech, de celebritycultuur en zelfs Hollywood zelf. Don’t Look Up speelt het eerlijk en lacht met iedereen.
Don’t Look Up
Vanaf 8/12 in de bioscoop. Vanaf 24/12 op Netflix.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Adam McKay
53-jarige Amerikaanse producent, regisseur en scenarist.
Schreef en regisseerde een aantal Will Ferrell-films, zoals Anchorman (2004) en Step Brothers (2008).
Focust tegenwoordig op komedies die heikele onderwerpen niet uit de weg gaan, zoals The Big Short (2015), Vice (2018) en nu Don’t Look Up.
Als producer tekende hij ook, samen met onder meer Will Ferrell voor de HBO-serie Succession.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier