Christopher Nolan trekt wél naar de cinemazaal: ‘Al zolang ik in dit vak zit, zwem ik tegen de stroom in’

De hoop van de filmsector in coronadagen heet Christopher Nolan. Tenet, de nieuwe actiefilm van de Britse regisseur van intelligente kaskrakers, moet in dit rampjaar toch nog voor wat cash in de box office zorgen. ‘Mijn films kosten veel geld, maar ze zijn wel efficiënt.’

Christopher Nolan (50) is momenteel een van de succesvolste regisseurs in Hollywood. Zijn films, waaronder Batman Begins (2005), Inception (2010) en Dunkirk (2017), hebben in totaal 4,5 miljard dollar opgebracht. Hij geldt, met zijn ingewikkelde, vernuftige en mysterieuze verhalen, bovendien als een van die zeldzame makers van intellectuele kaskrakers. Met zijn nieuwe film Tenet, die meer dan 200 miljoen dollar zou hebben gekost, realiseert hij nu zijn lang gekoesterde droom om een thriller in James Bondstijl (met een stevige scheut sciencefiction) af te leveren.

Al bij Inception hoopte ik James Bond te benaderen. Tenet gaat nog een stapje verder.

Tenet is een uitzondering: veel potentiële kaskrakers van de grote studio’s zijn uitgesteld tot volgend jaar, of ze komen zelfs helemaal niet in de zalen en belanden meteen op streamingplatformen. Ook de release van Tenet is al meermaals verschoven maar Nolan bleef zich inzetten om de film toch nog deze zomer in de bioscopen te krijgen. Maar wanneer wij hem eindelijk kunnen bellen – ook het interview kreeg al meer dan eens een latere datum – is Nolan, die anders gevat en humoristisch voor de dag durft te komen, duidelijk gespannen.

De hele filmindustrie hoopt dat Tenet de bioscoop nieuw leven zal inblazen.

Christopher Nolan: We gaan niet stressen, hè. Er zijn altijd zaken die je niet kunt voorzien. Zoals corona.

In Hollywood was het altijd vooral zaak sneller te zijn dan de concurrentie. Nu is het andersom: niemand wil de eerste zijn die een grote bioscooprelease riskeert. Behalve jij.

Nolan: De onzekerheid is groot. Wij hebben geprobeerd de best mogelijke film te maken. Daarna is het aan de studio’s om te beslissen wanneer en hoe een film wordt uitgebracht.

Je hebt in maart al gepleit voor een zo snel mogelijke heropening van de bioscopen.

Nolan: Wanneer dat precies gebeurt, moeten de overheden natuurlijk beslissen. Ik heb er toen, in The Washington Post, alleen voor gepleit om rekening te houden met het lot van de vele mensen die in de filmwereld werken. Die bestaat niet alleen uit glamoureuze sterren en overbetaalde regisseurs. Het zijn de gewone mensen die onze business draaiende houden.

De release van Tenet werd telkens weer uitgesteld, deze week komt hij dan toch uit. Is dat grotendeels jouw werk?

Nolan: Waarom hebben we het hierover? Ik dacht dat dit gesprek over de film zou gaan.

Daar gaat het ook over.

Nolan: We zitten midden in een crisis. Niemand weet hoe het verder gaat. Ik ben blij dat de film gemaakt is. Dat was al moeilijk genoeg.

Was je klaar met draaien toen de epidemie uitbrak?

Nolan: Ja.

In hoeveel landen heb je gedraaid?

Nolan: Zeven. Ik reis graag de wereld rond met mijn camera. Dat is mijn passie. Daarom ben ik regisseur geworden.

Je held, een superagent die ‘de protagonist’ genoemd wordt in de film, vliegt net als James Bond de wereld rond.

Nolan: Ik wil de kijkers het gevoel geven dat ze ondergedompeld worden in een wereld die onbekend, spectaculair en spannend is. Al bij Inception hoopte ik James Bond te benaderen. Tenet gaat nog een stapje verder.

Wat vind je precies zo boeiend aan de Bond-films?

Nolan: Dat je ze op het grote scherm moet zien. Dat ze je meenemen naar plaatsen die je zelf nooit zou kunnen bezoeken.

Is dat tegenwoordig, nu mensen nauwelijks nog kunnen reizen, nog belangrijker dan vroeger?

Nolan: Absoluut! Het is escapisme. De film neemt je mee naar een andere wereld.

De opdeling tussen kaskrakers en persoonlijke films is verkeerd. Je hebt gewoon regisseurs nodig die verhalen vertellen die hen na aan het hart liggen.

Dus ontsnappen aan de wereld is in principe niet slecht?

Nolan: Als je de realiteit ontkent wel. Maar de kracht van Hollywoodfilms is dat ze je meevoeren naar hun eigen werkelijkheid. Voor de duur van een film worden de verschillen tussen de mensen opgeheven, er ontstaat een gemeenschap. Ik geloof dat cinema ons dichter bij elkaar kan brengen, over culturen en klassen heen. Dat is ook met Tenet onze bedoeling.

Het is een film vol ongeziene spectaculaire beelden. In sommige scènes gaan de personages vooruit en achteruit in de tijd.

Nolan: Met Tenet wil ik de bioscoop een boost geven en je meeslepen. Ik wil het publiek geven waar het uiteindelijk voor komt als het naar de film gaat.

Het zou in de toekomst weleens veel moeilijker kunnen worden om films als Tenet te draaien. Het risico op besmettingen neemt met elke locatie toe.

Nolan: Maar het maakt je film wel veel rijker als je op locatie draait. Elke plek levert haar eigen unieke beelden en klanken. Dat kun je nooit bereiken in de studio of met special effects.

Toch vertrouwen veel regisseurs steeds meer op digitale beelden.

Nolan: Zolang als ik al in de blockbusterbusiness zit, vaar ik tegen de stroom op. Ironisch genoeg keert cinema door de technische ontwikkelingen ook grotendeels terug in de tijd. Aanvankelijk draaiden Hollywoodregisseurs bijna uitsluitend in de studio. Daar hadden ze meer controle – de werkelijkheid is altijd een onzekere factor. Pas in de jaren zestig realiseerde men zich dat je ook in echte gebouwen kunt draaien in plaats van in een nagebouwd decor. En nu spelen films zich weer af in digitale gebouwen.

Hebben Hollywoodfilms steeds minder met de werkelijkheid te maken?

Nolan: Het fantasygenre boomt sinds computers het mogelijk maken om hele werelden te creëren die in werkelijkheid niet bestaan. Zelf pak ik mijn films aan zoals regisseurs dat in de jaren zeventig deden. Lichte camera’s, straatopnames, dat is mijn wereld.

Waarom is het voor jou zo belangrijk dat je als kijker de fysieke werkelijkheid in je films voelt?

Nolan: Vooral de jongeren op de testvoorstellingen van Tenet stonden paf: ze hadden ze nog nooit zulke beelden gezien. Terwijl we trucs gebruikten waarvan er sommige al bestonden in de tijd van de stomme film. Soms moet je je bezinnen over oude technieken om tot nieuwe beelden te komen.

Ben je een purist?

Nolan: Alleen bij mijn eigen werk. Elke regisseur moet op zoek gaan naar zijn manier van werken. In Avatar creëerde James Cameron een driedimensionale wereld met digitale beelden. Veel regisseurs kunnen dat niet. Ik draai liever in de volle werkelijkheid, ik wil erdoor omringd worden en zelf bepalen waar ik de camera neerzet. Ik wil dat niet aan software overlaten. Die haalt het nooit bij de werkelijkheid.

Tegenwoordig bestaat het gevaar dat de filmopnames moeten worden stopgezet als de hoofdrolspeler covid-19 krijgt. Verzekeringsmaatschappijen dekken zulke gevallen niet. Zou het geen oplossing zijn om acteurs digitaal te vervangen?

Nolan: We zeggen al dertig jaar dat acteurs door digitale doubles kunnen worden vervangen. De technologie maakt uiteraard een aantal zaken mogelijk. Het zou bijvoorbeeld goedkoper zijn om grote mensenmassa’s met de computer te creëren. Toch film ik massascènes liever met echte figuranten.

De cinema is zu0026#xF3; vaak doodverklaard, maar hij kwam er steeds weer bovenop, vaak sterker dan voorheen.

Hoe zie je de toekomst van de film? Experts voorspellen dat binnenkort alleen nog kaskrakers de bioscoop zullen halen en kleinere, persoonlijke films via streamingdiensten zullen worden vertoond.

Nolan: De opdeling in kaskrakers en persoonlijke films is verkeerd. Er zijn grote films die zeer persoonlijk zijn en kleine die zeer onpersoonlijk zijn. Het voortbestaan van de cinema hangt af van regisseurs die verhalen vertellen die hen na aan het hart liggen. Het volstaat niet dat ze alleen maar producten willen maken die goed verkopen.

Hoe persoonlijk kan een kaskraker zijn die een publiek moet bereiken van Kansas City tot Shanghai?

Nolan: Even persoonlijk als een kleine arthousefilm. Jarenlang hebben mensen geklaagd dat kaskrakers almaar meer kosten en de markt almaar meer domineren. Terwijl het ‘m net zit in de spanning tussen de wens van de regisseurs om zich persoonlijk uit te drukken en de gigantische sommen geld die dat kost.

Jaws, Steven Spielbergs film die het tijdperk van de moderne blockbuster in 1975 inluidde, kostte 7 miljoen dollar. Avengers: Endgame, dat vorig jaar in de zalen kwam, kostte meer dan 350 miljoen. Ken je een ander product waarvan de kostprijs in dezelfde periode vijftig keer gestegen is?

Nolan: Bij pakweg auto’s is dat inderdaad niet het geval, maar ik kan me voorstellen dat we over dertig jaar even meewarig zullen glimlachen over die 350 miljoen als nu over Spielbergs 7 miljoen.

Echt?

Nolan: Toen mijn tweede Batman-film The Dark Knight in Amerika meer dan 500 miljoen dollar had opgebracht – ik vind dat nog steeds een ongelooflijk bedrag – werd gezegd dat dat record nooit meer zou worden verbroken. Sindsdien hebben sommige films veel meer opgeleverd, in een aantal gevallen zelfs bijna het dubbele.

Is het dan echt geen probleem dat films steeds duurder worden?

Nolan: Bij Jaws was de druk veel lager dan bij Avengers: Endgame, toch de voorlopige finale van een superheldensaga van een stuk of twintig films. Iedereen – de studio, de regisseurs en het publiek – wilde er alles uithalen wat eruit te halen viel.

Dat is bij jou niet echt anders.

Nolan: Mijn films kosten veel, maar ze hebben een veelvoud daarvan opgebracht. Ze zijn efficiënt. De cruciale vraag is: wat krijgen de studio’s die die films financieren en het publiek in de zalen uiteindelijk voor hun geld?

Heeft de filmindustrie in tijden als deze geen nood aan kleinere en meer wendbare schepen in plaats van aan zulke reuzetankers?

Nolan: Maar die zijn er toch! Wie had gedacht dat een Koreaanse productie – Parasite – de belangrijkste Oscar zou winnen en meer dan een kwart miljard dollar zou opleveren? Parasite alleen al laat zien dat er veel meer mogelijk is dan vaak wordt gezegd. Vaak worden de trends pas achteraf duidelijk.

Sommige trends zijn al duidelijk. De streamingdiensten, die de afgelopen jaren veel kijkers voor zich hebben gewonnen, kennen door de pandemie een enorm succes. Kan de bioscoop dat blijven bijbenen?

Nolan: Al in de jaren vijftig van de vorige eeuw vreesden velen het einde van de film door het succes van televisie. In de jaren tachtig werd de videocassette populair en werd gezegd dat mensen in de toekomst alleen nog thuis naar films zouden kijken. De cinema is zó vaak doodverklaard, maar hij kwam er steeds weer bovenop, vaak sterker dan voorheen, omdat nieuwe bronnen van inkomsten konden worden aangeboord. Niet voor niets gaat het in de filmindustrie tegenwoordig over zo veel geld.

Je denkt dat ook streamingdiensten partners kunnen worden in plaats van tegenstanders?

Nolan: Dat zijn ze al. Het geld dat we verdienen met de verkoop van uitzendrechten aan streamingdiensten of televisiestations stelt ons in staat om nog grotere films te maken.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Bron: Der Spiegel / Vertaling: Els Snick

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content