De comeback van Cannes: twaalf films om naar uit te kijken
Na een jaar uitstel vindt met het 74e filmfestival van Cannes het eerste grote internationale cultuurevenement sinds de lockdown plaats. Die terugkeer vieren we met een uitgebreid dossier. Beginnen doen we met twaalf titels die onze chef-cinema Dave Mestdach en elke andere cinefiel doen schuimbekken van de goesting.
9. Red Rocket
Sean Baker – competitie
Met de van levenslust dampende indies Tangerine (2015) en The Florida Project (2017) wist schrijver, regisseur, monteur én cameraman Sean Baker (foto) zich op te werken tot een van de hipste nieuwe stemmen binnen de Amerikaanse auteurscinema. Geen wonder dat er ook naar zijn nieuwste, alweer deugddoend ver van Hollywood geschoten film danig uitgekeken wordt. In de dramady Red Rocket volgt Baker een uitgebluste pornohengst die vanuit Los Angeles naar zijn thuisstadje in Texas terugkeert. Dat veroorzaakt evenwel minder climaxen dan hij daarvoor beroepshalve gewend was, zeker bij zijn moeder en zijn vervreemde vrouw. Denk aan een hedendaagse After Boogie Nights, met in de hoofdrol Simon Rex, die voor zijn doorbraak als MTV-vj en komiek zelf gayporno maakte.
10. Titane
Julia Ducournau – competitie
Vijf jaar geleden gaf Julia Ducournau een ferme feminiene draai aan het body horror-genre met Grave, dat toen in Cannes werd bekroond in de nevensectie Semaine de la Critique. Nu mag de Franse regisseuse zich meteen naar de Gouden Palm proberen te bijten met de thriller Titane. Daarbij krijgt ze de hulp van Ruben Impens, de Vlaamse cameraman die eerder alle films van Felix van Groeningen in een gloedvol jasje stak. De synopsis blijft voorlopig vaag, maar Agathe Rousselle, Vincent Lindon en titaniummetaal spelen de hoofdrollen, en de trailer doet een blitse, dreigende technothriller vermoeden die ook aan het ontregelde brein van David Cronenberg had kunnen ontsnappen.
11. The Velvet Undergroud
Todd Haynes – buiten competitie
Todd Haynes is niet alleen de melomaestro achter Far from Heaven (2002) en Carol (2015). De Amerikaanse regisseur heeft ook altijd een fetisj voor popmuziek gehad. In Superstar (1988) verbeeldde hij het leven van Karen Carpenter met barbiepoppen. In Velvet Goldmine (1998) bracht hij een hommage aan de glamrock, en in I’m Not There trachtte hij de veelzijdige persoonlijkheid van Bob Dylan te vatten. Dit keer waagt hij zich voor het eerst aan een documentaire, en aan The Velvet Underground, de band die in de late sixties vanuit Andy Warhols Factory de rock herdefinieerde. Verwacht geen klassieke rockdoc die braafjes interviews en archiefbeelden aaneenrijgt, al verleenden de overlevende Velvets John Cale en Maureen Tucker hun medewerking, net als Lou Reeds weduwe Laurie Anderson. Haynes belooft een audiovisuele trip door de psychedelische wereld van de groep achter Heroin, Venus in Furs, All Tomorrow’s Parties en ander subversiefs.
12. Stillwater
Tom McCarthy – buiten competitie
Vijf jaar geleden won Tom McCarthy de Oscar voor beste film met zijn journalistieke dossierdrama Spotlight, waarin hij het waargebeurde pedofilieschandaal binnen de katholieke kerk van Boston in herinnering bracht. Dit keer volgt hij een oliearbeider uit Stillwater, Oklahoma die naar Marseille trekt. Daar zit zijn dochter vast voor de moord op een vriendin. Hij besluit zelf op onderzoek uit te trekken in de hoop haar onschuld te bewijzen. Een losjes op feiten geïnspireerd suspensedrama door de mean streets van Marseille met Matt Damon met ringbaardje, baseballpet en marcelleke als held tegen wil en dank.
1. Annette
Léos Carax – competitie
Negen jaar nadat hij de Croisette opreed met zijn ronkende Holy Motors, mag Léos Carax de 74e editie van Cannes op gang trekken met deze moderne musical, meteen de eerste Engelstalige film van de Franse beeldenstormer. Ron en Russell Mael – sinds de seventies het prettig gestoorde muzikale broederpaar Sparks – tekenden voor het scenario en de songs. Het verhaal gaat over een beroemde stand-upcomedian (Adam Driver) en zijn echtgenote (Marion Cottilard), een operazangeres. Wanneer hun dochtertje Annette over een bijzondere gave blijkt te beschikken, wordt hun glamourleventje nogal grondig op zijn kop gezet. Welke gave dat precies is, blijft voorlopig gissen, maar zeker is dat Carax er een somptueus liefdessprookje met een hoek af van zal maken. Een rockopera waar ook een Belgisch tintje aan zit, overigens, aangezien Angèle een bijrolletje heeft en verschillende scènes in Brussel en Brugge zijn opgenomen.
2. Benedetta
Paul Verhoeven – competitie
Geen Cannes zonder seks en controverse, en laat dat nu net de specialiteiten zijn van Paul Verhoeven, de bijna 83-jarige maker van Turks fruit (1973), Basic Instinct (1992) , Showgirls (1995) en ander scabreus filmplezier. In Benedetta neemt Nederlands filmglorie de kijker mee naar de zeventiende eeuw. Daar zoomt hij in op een novice die intreedt in een Italiaans klooster en daar bij een van de nonnen de zoete zonde ontdekt. Verhoeven baseerde zich op het leven van de mystica Benedetta Carlini, die haar lesbische liefde en erotische visioenen bekocht met haar vrijheid. Onze landgenote Virginie Efira mag Benedetta’s habijt aan- en uittrekken. Charlotte Rampling passeert als moeder overste, Lambert Wilson als pauselijk gezant en de Grieks-Belgische Daphné Patakia speelt de zuster die Benedetta in bekoring leidt. In de naam van de meisjesroos, om het met Eco en Claus te zeggen.
3. Memoria
Apichatpong Weerasethakul – competitie
Elf jaar geleden kreeg Apichatpong Weerasethakul tot verrassing van velen de Gouden Palm voor zijn junglesprookje Uncle Boonmee Who Can Recall His Past Lives. Wie ook al Tropical Malady (2004) en Cemetery of Splendour (2015) heeft gezien, weet dat de Thaise filmmaker een uniek, uit aards naturalisme en spirituele poëzie opgetrokken universum kan oproepen. Zowel PT Anderson als Tim Burton rekent hem tot de grootste cineasten van deze tijd, en ook arthousemuze Tilda Swinton is al jaren fan. Alsof het altijd al haar lot was, vertolkt ze de hoofdrol in de eerste film die ‘Joe’ niet in Thailand draaide. Ze speelt een Schotse vrouw die naar Colombia trekt, maar daar ’s nachts vreemde geluiden begint te horen en in een schemerwereld belandt. Verwacht een magisch-realistische trip langs de bergen en buitenwijken van Bogota, met Swinton als spook en somnambule en broeierige beelden van Sayombhu Mukdeeprom, Apichatpongs huiscameratovenaar.
4. Les Olympiades, Paris 13e
Jacques Audiard – competitie
Met de Spelen heeft Audiards nieuwste film niks te maken, met Killing & Dying, een reeks van zes kortverhalen van de New Yorkse striptekenaar Adrian Tomine, des te meer. Tomines origineel werd bewerkt door Céline Sciamma, die Cannes twee jaar geleden nog deed kirren met haar Portrait de la jeune fille en feu. Noémi Merlant, de cohoofdrolspeelster uit die prachtprent, speelt hier een van de uitsluitend vrouwelijke protagonistes, al doet de titel vermoeden dat er ook een hoofdrol is weggelegd voor het dertiende arrondissement van Parijs – de rond woontorens opgetrokken nieuwbouwwijk Olympiades – waar dit drama over de luimen van de lesbische en multiculturele liefde tijdens de lockdown werd gedraaid. Benieuwd of Maître Jacques straks opnieuw in de prijzen valt, nadat hij eerder de Grand Prix won met Un prophète (2009) en de Gouden Palm met Dheepan (2015).
5. A Hero
Asghar Farhadi – competitie
Precies tien jaar geleden won Asghar Farhadi de Oscar voor beste buitenlandse film en de Gouden Beer op de Berlinale met zijn indringende echtscheidingsdrama A Separation. In Cannes raakte hij echter nooit verder dan de prijs voor het beste scenario die hij in 2016 won voor zijn al even clevere, eveneens met een Oscar bekroonde relatiestudie The Salesman. Dit jaar mag de Iraanse filmauteur voor de vijfde keer een poging doen om de Gouden Palm weg te kapen, nu met dit drama dat deels met Frans geld gedraaid werd in de Perzische stad Shiraz. Farhadi berijdt vast opnieuw zijn stokpaardje: de emotionele, financiële en morele trubbels die gepaard gaan met moderne relaties. Zeker in de gaten houden, want Farhadi, die al een carrière lang handig langs de Iraanse censuur laveert, presteert doorgaans stukken beter in zijn heimat dan wanneer hij in het buitenland een film mag draaien, zoals het onzekere Le passé (met Bérénice Béjo) en Everybody Knows (met Pénélope Cruz) aantoonden.
6. Tout s’est bien passé
François Ozon – competitie
Vorig jaar kreeg zijn zomerse jongensliefdefilm Été 85 het Cannes-label nog virtueel opgekleefd aangezien het festival toen niet kon doorgaan. Nu mag François Ozon daadwerkelijk nog eens in smoking naar de Croisette afzakken. Dat doet de Franse rasregisseur, die er gek genoeg nooit in de prijzen viel, met dit drama over een dochter die vecht voor haar vaders recht op euthanasie. Ozon baseerde zich op een roman van Emmanuèle Bernheim, de scenariste met wie hij eerder Sous le sable (2000), Swimming Pool (2003), 5×2 (2004) en Ricki (2009) schreef. In de hoofdrollen herkent u Sophie Marceau als de dochter in dubio, André Dussollier als haar aftakelende pa en Charlotte Rampling als de moeder in het midden. Een weepie voor meerwaardezoekers, met een bijrol voor Fassbindermuze Hanna Schygulla en – Ozon kennende – vast ook een subversief knipoogje richting melomaestro Douglas Sirk.
7. Bergman Island
Mia Hansen-Løve – competitie
Sinds de jaren 1960 woonde de Zweedse filmreus Ingmar Bergman op het desolate eilandje Faro, in de Baltische Zee. Daar draaide hij op de ruige kiezelkusten en tussen de schapen onder meer de meesterwerken Als in een donkere spiegel (1961), Persona (1966) en Schaamte (1968). Sinds zijn dood in 2007 doet het eiland dienst als een refuge waar kunstenaars in alle rust aan hun projecten werken. Zo ook het Amerikaanse filmmakerskoppel uit de eerste Engelstalige film van Mia Hansen-Løve, de Franse regisseuse die haar talent al toonde met Tout est pardonné (2007) en Le père de mes enfants (2009). U herkent Mia Wasikowska en Tim Roth als het artistieke stel dat op ‘Bergmans eiland’ moet vaststellen dat fictie en realiteit door elkaar beginnen te glijden. Hansen-Løve trekt overigens zelf vaak naar Faro om er aan haar scripts te schaven, soms samen met haar copain, filmmaker Olivier Assayas. Metafictie en scènes uit een huwelijk onder stress verzekerd dus.
8. Flag Day
Sean Penn – competitie
Zelden trok Sean Penn meer rimpels in zijn karakterkop dan in 2018, na de wereldpremière van zijn pathetische dokters-in-de-broussedrama The Last Face, dat door critici The Last Farce werd gedoopt. Et bien mérité. Penn heeft in Cannes dus iets goed te maken, maar wie prima films als The Crossing Guard (1995), The Pledge (2001) en Into the Wild (2007) op zijn actief heeft én een huwelijk met Madonna overleefde, kan wel tegen een stootje. In dit op feiten gebaseerde misdaaddrama regisseert Penn voor de eerste keer zichzelf. Hij incarneert John Vogel, een criminele maar zorgzame vader die banken overviel en massa’s valse dollars drukte. Penns dochter Dylan speelt Jennifer, een journaliste die in het reine moet komen met het dubbelleven van haar pa. Ook Josh Brolin, Katheryn Winnick en Eddie Marsan doen mee, terwijl Eddie Vedder en Cat Power enkele nieuwe songs leveren op de soundtrack.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier