‘AMERIKA IS EEN KLASSENMAATSCHAPPIJ’

Andrea Arnold luistert naar het onrustige hart van de VS in American Honey, een roadmovie die knettert van de jeugdige energie. De Britse regisseur over the American dream en andere door Hollywood gecreëerde mythes.

De grauwe betonblokken uit haar Oscarwinnende kortfilm Wasp (2003), de mistroostige bijstandswijken uit haar véritéparabels Red Road (2006) en Fish Tank (2009) en de zompige Yorkshire Moors uit haar eigenzinnige adaptatie van Wuthering Heights (2011): de films van Andrea Arnold waren tot nu toe zo typisch Brits dat de Union Jack er stijf van werd. In American Honey, haar vierde langspeler, verkent ze voor het eerst heel ander geografisch terrein.

Voor die energieke roadmovie stak de 55-jarige Arnold, die haar carrière begon als tieneractrice in soapseries, voor het eerst de oceaan over. Ze waagde er zich aan een trip door het hartland van de Verenigde Staten, in het kielzog van jongeren die op zoek zijn naar avontuur, een ersatzfamilie en een doel in het leven, maar in afwachting van de realisatie van hun vage Amerikaanse droom van deur tot deur magazines verkopen. Een van hen is Star (revelatie Sasha Lane), een achttienjarig meisje dat wegloopt van huis en door de oudere Jake (Shia LaBeouf) bij de troep neonomaden wordt ingelijfd.

Het blijkt het startschot voor een bijna drie uur durende (zelf)ontdekkingstocht van Kansas City tot North Dakota, aangedreven door zweet, hormonen, pompende popsongs en sloten goedkope drank. Een netjes afgebakend, plotgedreven traject hoef je dus niet te verwachten, wel een tot epische proporties opgeblazen roadmovie die gezwind van rauw realisme naar visuele lyriek zwalpt, en die zowel de rebelse jongerenkronieken van Larry Clark (Kids, Ken Park) en Harmony Korine (Gummo, Spring Breakers) als oer-Amerikaanse, popculturele mijlpalen als Easy Rider en The Wizard of Oz aandoet.

‘Het beeld dat ik van Amerika had, was grotendeels door Hollywoodfilms gevormd’, zegt Arnold, die voor American Honey in totaal bijna twee jaar, eerst op haar eentje en daarna met een kleine filmcrew, door de VS trok. ‘Amerika is heel complex. Het is een droomlandschap, een illusie, maar ook een aardse realiteit. Ik wilde onderzoeken wat het land precies omvatte, en voelen wat er in zijn onderbuik leeft. Dan moet je niet naar New York of Los Angeles trekken, maar naar Kansas, Nebraska, Missouri, Oklahoma, Iowa … het heartland.’

Voor haar fabel die zich uitstrekt van de oost- tot de westkust – van George Washington tot Donald Trump – inspireerde Arnold zich op een op feiten gebaseerd artikel uit The New York Times,over de honderden jongeren die als zigeuners door het land trekken en hun kost verdienen door van deur tot deur magazines te slijten. Wat haar daarin vooral trof, was dat de leden van die zogeheten mag crews meestal uit sociaal achtergestelde milieus komen. Niet alleen Groot-Brittannië maar ook de VS, zo leerde Arnold, is een klassenmaatschappij waar de sociale kloven minstens zo diep zijn als de Grand Canyon. In die zin leunt American Honey veel dichter aan bij haar eerste drie films – haar Britse working- classtrilogie, zo je wilt – dan het Midwesterndecor en het al even diep in het heartland gewortelde roadmoviegenre doen vermoeden.

‘Je herkent die klassenstructuur aan kleine dingen’, verduidelijkt Arnold. ‘Onze crew bestond vooral uit Amerikanen van wie de meesten nog nooit naar de tandarts waren geweest. Sommigen kampten met vreselijke tandpijn, anderen hadden een scheef gebit omdat ze zich geen ziekteverzekering of tandverzorging konden veroorloven. Die armoede, dat gebrek aan een sociaal vangnet heeft me echt aangegrepen. Het is in dat klimaat dat veel jongeren zich moeten behelpen. De mythe van de Amerikaanse droom, van onbegrensde kansen, is de suiker die hen gaande houdt, en die ze over die harde realiteit smeren. Voor Europeanen is dat heel bizar en bijzonder moeilijk om te begrijpen.’

Spring breakers

Ook vormelijk schurkt American Honey aan tegen Arnolds eerdere werk. Het is namelijk al haar derde opeenvolgende film waarin ze het 4/3-beeldformaat gebruikt. Zelden ging er van de eindeloos ogende Midwesternlandschappen, die in films meestal in volle cinemascopegrandeur worden verkend, zulke benauwende intimiteit uit, met in zon badende panorama’s die door Arnold en haar vaste cameraman Robbie Ryan haast tot Instagramvierkanten worden herleid.

De twee ontdekten die vormelijke fetisj toen ze samen een tentoonstelling met polaroidfoto’s in het Tate Modern bezochten. Ze hebben er ook een grondige reden voor. ‘Ik maak altijd films met één hoofdpersonage’, verklaart Arnold. ‘Academy ratio is het perfecte formaat om zulke verhalen te vertellen. Het zorgt ervoor dat er niet veel ruimte overblijft, dat je niet nodeloos afgeleid wordt. Het dwingt je om spontaan met het personage mee te voelen en te denken. Veel films zijn als een tennismatch. Het kader is zo breed dat je je hoofd voortdurend heen en weer moet bewegen. Daar hou ik niet van. Ik kijk liever recht voor me. Mijn films krijg je recht in je gezicht. Letterlijk.’

In American Honey – nu al de ambigue titel van het jaar – is dat hoofdpersonage Star, een wilde maar goedhartige meid met een rastakapsel en getuite lippen die elke dag haar maaltijd uit de containers van een supermarkt bijeenschraapt. Wanneer ze in de ervaren magazineleurder Jake een mentor én minnaar vindt, trekt ze samen met hem en andere lotgenoten over the road to nowhere. Door Stars donkerbruine, wijd opengesperde ogen kijk je naar Arnolds waanzinnig energiek en instinctief geschoten, deels rauw-realistische, deels fantasmagorische Amerika.

Om het zo spontaan mogelijk te houden, werkte Arnold, net als voor Fish Tank en Wuthering Heights, zo veel mogelijk met amateurs, jongeren die ze gewoon aansprak op straat. Sasha Lane, de fonkelende Star uit American Honey, is een van hen. Arnold glimlacht mysterieus. ‘Ik heb haar ontdekt op het strand tijdens spring break. Hoe precies, dat wil ik niet verklappen, dat heb ik haar beloofd. Maar ze sprong er wél uit, door haar looks, haar energie, haar eigengereidheid. We waren trouwens niet de enigen die daar met een camera rondliepen. Het bulkte van de venten die halfnaakte meisjes aan het filmen waren in de hoop hen te strikken voor een heel ander soort film, als je begrijpt wat ik bedoel. Spring break is een heel decadente bedoening. Ik zat echt in met die jongeren want velen waren straalbezopen. We brachten sommigen terug naar hun hotel. Zo hebben we er heel wat gered uit de handen van louche types, of van de politie. Bij momenten voelden we ons het Rode Kruis. En toen Sasha haar familie vertelde dat ze een filmploeg had ontmoet, vreesde die even dat ze in de porno was beland. We hebben dan maar voor een selfie geposeerd om hen gerust te stellen.’

No Shia, no party

De enige grotere naam in American Honey is Shia LaBeouf. De ietwat getaande ster uit de Transformers-reeks zet zelfs de beste rol uit zijn grillige carrière neer. ‘Ik heb even getwijfeld. Zou hij niet te veel acteren? Zouden de anderen niet geïntimideerd zijn? Maar hij heeft zich meteen in de groep geïntegreerd. Hij fuifde ’s nachts mee. Hij sliep in dezelfde goedkope motels. En de anderen gaven er geen fuck om dat hij in Transformers had gespeeld. Bovendien hield het steek. Zijn personage Jake is ook het oudste en meest ervarene van het stel. Het was alsof feit en fictie, hijzelf en zijn personage spontaan met elkaar versmolten. Dat gevoel had ik ook toen we in een motel een echte mag crew tegen het lijf liepen. Ze reden in eenzelfde soort busje, hadden ook een manager die apart meereisde, feestten er ook op los. Je zag onze jongeren gewoon denken: fuck, dit bestaat dus écht.’

Ook de stuwende soundtrack van American Honey zorgt voor een merkwaardige symbiose. Wanneer Jakes blik voor het eerst die van Star kruist in een supermarkt, knalt We Found Love, het hitje van Rihanna en Calvin Harris, uit de speakers. Het hiphopnummer Choices (Yup) van E-40 en de titeltrack – een popcountrysong van Lady Antebellum – keren meermaals terug en sluiten haast letterlijk aan bij wat je op het scherm te zien krijgt. ‘Het waren persoonlijke, organische keuzes’, aldus Arnold. ‘Toen ik voor het eerst voor de film in de VS was, hoorde ik We Found Love vaak op de radio, en het werd een intentieverklaring. De kids brachten de andere songs aan. Elke dag fuifden we ’s avonds op parkings of in de motels waar we logeerden. Het ging er vaak wild toe. Soms hadden ze zo hard gefuifd dat ze de dag erna te moe waren om een fuifscène te spelen. Ik heb hen vaak in bed gestopt en toegeroepen: “Nu slapen, want morgen moet je voor de camera fuiven, verdomme.”‘

Hits heeft de eigenzinnige Arnold nog niet gescoord, en met zijn losse plot en epische speelduur zal ook American Honey commercieel geen potten breken. Toch dook de film op in meerdere eindejaarslijstjes in Groot-Brittannië en de States, en werd de film in Cannes bekroond met de Juryprijs, een onderscheiding die Arnold ook al won voor Red Road en Fish Tank. Ken Loach, de godfather van de sociale cinema, beschouwt haar zelfs als een van zijn artistieke erfgenamen. ‘Tuurlijk doet het me wat als Ken zoiets zegt’, lacht Arnold verlegen. ‘Ik bewonder hem, zelfs al heeft hij me al twee keer de Gouden Palm afgesnoept (Loach won in 2006 voor The Wind that Shakes the Barley en in 2016 voor I, Daniel Blake, nvdr.).

Arnold opereert dan ook in de slipstream van Ken Loach en andere Britse sociaal-realistische filmers. ‘Ik tracht er een eigen, hedendaagse invulling aan te geven. Ik ben niet zo expliciet politiek als Ken. Ik werk meer op instinct. Als kind trok ik er al graag in mijn eentje op uit. Ook mijn personages willen steevast uit hun milieu en hun omgeving breken, al blijkt dat vaak verdomd lastig. Dat gevoel ken ik maar al te goed. Ik kom zelf uit een arbeidersfamilie en ik ben op mijn achttiende alleen gaan wonen. Toen ik daarna film ging studeren en serieus werk zocht, bleef mijn afkomst me achtervolgen. Ik werd vaak beoordeeld op basis van waar ik vandaan kwam, en van mijn accent. Wie weet wilde ik daarom zo graag eens in de VS filmen. Daar vinden ze mijn Britse accent heel erg chique. Ik was er wellicht zelfs met moord weggekomen.’ (lacht)

AMERICAN HONEY

Van 8/2 in de bioscoop.

door Dave Mestdach

‘De meesten van mijn Amerikaanse crewleden kreunden van de tandpijn of hadden een scheef gebit. Zo gaat dat als je je in de VS geen ziekteverzekering kunt veroorloven.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content