Adèle Exarchopoulos is een stewardess op de vlucht voor zichzelf
In Rien à foutre trekt Adèle Exarchopoulos, bekend van La vie d’Adèle en Le fidèle, het mantelpakje aan van een stewardess. De franke Française over leven in het luchtledige en andere issues.
Voor wie zijn Frans dringend wat moet bijspijkeren: in de taal van Molière betekent ‘rien à foutre’ zoiets als ‘kan me geen bal schelen’. Dat lijkt inderdaad het motto te zijn van de Brusselse stewardess Cassandre. Elke godganse dag vliegt ze Europa rond in dienst van een lagekostenmaatschappij die méér begaan is met het verkopen van snacks, drankjes en taksvrije goederen dan met het comfort van de passagiers. Wie de vooropgestelde doelen van het management haalt, mag blijven. Wie onder de cijfers blijft, vliegt er onverbiddelijk uit, een systeem dat Cassandre en haar collega’s, die daardoor altijd concurrenten blijven, eindeloos rondjes doet draaien door het leven.
Belgen zijn gewoon sympathieker, aardiger, en aardig is het nieuwe cool. Zeker in deze harde tijden. Als je nog goede Belgische regisseurs kent, laat ze maar komen.
Rien à foutre is de tussen onopgemaakte cinema vérité en onderkoelde satire scherende debuutfilm van Emmanuel Marre and Julie Lecoustre, een Franse regietandem die al jaren tussen Parijs en Brussel pendelt. Het is een curieus beestje dat de rat race van het globalisme en de leegte van de millenialgeneratie blootlegt op kilometers hoogte, en afgelopen zomer in Cannes de nodige airmiles verzamelde in de sectie Semaine de la Critique. In de hoofdrol herkent u de onvolprezen Adèle Exarchopoulos in het uniform van airhostess Cassandre, die achter haar joviale glimlach de nodige tristesse verbergt.
Noem het voor de pronte Parisienne, wier carrière negen jaar geleden een steile vlucht nam met Gouden Palm-winnaar La vie d’Adéle, gerust een soort van comeback, al is ze eigenlijk nooit echt weg geweest. Vijf jaar geleden, nadat ze samen met Matthias Schoenaerts het criminele liefdespad had bewandeld in Michaël Roskams Le fidèle, werd Exarchopoulos moeder en sindsdien doet ze de dingen op haar eigen tempo. Zo was ze twee jaar geleden te zien in de psychotriller Sybil en vorig jaar nog in een hilarische bijrol in de surrealistische komedie Mandibules van Quentin ‘Mr. Oizo’ Dupieux, maar nu mag ze dus eindelijk nog eens een film als leading lady dragen, ook al valt er weinig glamour te bespeuren in het routineuze leven van haar personage.
‘Wat ik geleerd heb door met echte stewardessen te praten en te werken,’ steekt Exarchopoulos fluks van wal, ‘is dat vier vluchten per dag nemen en voortdurend passagiers moeten bedienen, allesbehalve een pretje is, zelfs al kom je door die job soms op exotische plekken. Het is geen betaalde vakantie, zoals mensen soms denken. Het is keihard werken in een constante staat van onzekerheid, tegen een schamel loon bovendien. Zeker bij de lagekostenmaatschappijen is het een kastensysteem, waar werknemers voortdurend tegen elkaar opgezet worden.’
Je bent de enige professionele actrice in de film. Alle anderen zijn echte stewards en stewardessen. Hoe was die ervaring?
Adèle Exarchopoulos: De zus van Cassandre in de film is ook een actrice, en haar vader is de producent. De rest speelt min of meer zichzelf, wat Rien à foutre een documentaire en immersieve inslag geeft. Ik heb het jargon en de routines van airhostessen onder de knie. Ik ken de veiligheidsprocedures. En ik heb geleerd mezelf aan boord te maquilleren. In dit beroep moet je een masker opzetten van zodra je in het vliegtuig stapt. Alle problemen blijven aan de grond, omdat je moet dienen en verkopen. Je vliegt ook vaker naar pakweg Perpignan dan naar Copacabana, en echte vriendschappen opbouwen is lastig omdat er veel verloop zit op het personeel en de crews. Veel stewardessen raken op de duur gedesillusioneerd omdat de job totaal niet overeenstemt met het droombeeld dat ze ervan hadden.
Zijn er gelijkenissen met acteren?
Exarchopoulos: Stewardessen moeten ook een personage spelen, en net als acteurs worden ze gedrild om te zeggen wat van hen verwacht wordt en er conform een bepaald imago uit te zien. In mijn beroep hangt veel af van je eigen persoonlijkheid en je entourage. Ik heb dat spelletje nooit meegespeeld, omdat ik het niet kan, omdat ik het er lastig mee heb. Zeker tijdens promotournees. Of castingsessies. Dan speel ik mezelf niet. Ik ben mezelf. Putain, je moet ruimte voor jezelf durven op te eisen. En een beetje afstand met je werk creëren is een kwestie van over je mentale gezondheid waken. De enige druk die ik accepteer, komt van de mensen om me heen, van mijn zoontje, familie en vrienden. Zij moeten trots op mij kunnen zijn, niet een regisseur of een producent die me dicteert hoe ik me moet gedragen.
Dat klinkt gedecideerd.
Exarchopoulos: Die doe-maar-gewooninstelling heb ik van huis uit meegekregen. Mijn moeder is verpleegster. Mijn vader muziekleraar. Zij hebben nooit applaus gekregen voor wat ze deden. Sommige acteurs kicken zodanig op aandacht dat ze bereid zijn om de klok rond een personage te spelen, ik zou dat gewoon niet kunnen.
Je werd op je achttiende meteen een ster dankzij La vie d’Adèle. Heeft die aardse instelling je carrièrekeuzes bepaald?
Exarchopoulos: Tuurlijk. Rien a foutre is een kritiek op onze kapitalistische schijnmaatschappij, met al haar regeltjes en eisen. Het is een politieke film zonder politiek te zijn, zoals La vie d’Adèle dat ook was. Het is ook een film over mijn generatie, die een leven leidt zonder het houvast van vroeger en minder tijd heeft om bij de dingen stil te staan. Het is ook het portret van een jonge vrouw die vecht voor haar onafhankelijkheid, maar een groot verdriet in zich draagt. Het is een film over veel dingen tegelijk, maar dan zonder die dingen bij naam te noemen en verpakt op een documentaire manier, wat het een speciaal beestje maakt. Weet je, mijn favoriete acteurs zijn doorgaans niet de grootste sterren maar acteurs die een bepaalde visie op mens en maatschappij reflecteren door hun filmkeuzes. Dat hoop ik op mijn manier ook te doen.
Wat ik geleerd heb door met echte stewardessen te praten en te werken, is dat vier vluchten per dag en voortdurend passagiers moeten bedienen allesbehalve een pretje is.
Dit is je tweede ‘Belgische’ film, na Le fidèle van Michaël Roskam. Wat zegt dat over je kijk op mens en maatschappij?
Exarchopoulos: Belgen zijn gewoon sympathieker, aardiger, en aardig is het nieuwe cool. Zeker in deze harde tijden. Het cliché klopt gewoon, en dat zeg ik niet om nu op een goed blaadje te staan. Belgen staan meer in het leven, zijn bescheidener en gedrevener in hun werk. Ik heb dolgraag aan deze film en aan Le fidèle gewerkt. Als je nog goede Belgische regisseurs kent, laat ze maar komen.
Veel meisjes dromen ervan om stewardess te worden. Was actrice worden jouw grote droom?
Exarchopoulos: Pas du tout. Ik ben erin gerold en ik heb er nog altijd moeite mee om te zeggen dat dit mijn beroep is. Mijn ouders praten zelden over mijn films. Mijn twee broers werken in de IT. De cinema ritmeert mijn leven, en ik hou van mijn beroep, maar het overschaduwt het andere niet. Het succes van La vie d’Adèle heeft mijn leven totaal veranderd, maar aangezien acteren nooit een roeping was, heb ik ervan kunnen genieten en heeft het me niet kapot of blasé gemaakt.
La vie d’Adèle was een openhartige kijk op een lesbische relatie, maar sinds de film in 2013 de Gouden Palm won, is er veel veranderd. Denk aan MeToo, aan de groeiende homofobie of aan de ruzie die ontstond nadat je cohoofdrolspeelster Léa Seydoux regisseur Abdellatif Kechiche ervan beschuldigd had te dwingend en manipulatief te zijn.
Exarchopoulos: Er zijn nog steeds veel landen waar homoseksualiteit niet wordt aanvaard. Voor mij is liefde gewoon liefde, en alle debatten daarover vind ik absurd. Overheden hebben zich niet met de relaties van mensen te moeien. Point final. Aan de andere kant is alles de jongste jaren veel begrensder geworden. Men is preutser, alles is meer gelimiteerd. Er is meer controle, in de slechte en de goede zin. Je moet niet meer afkomen met het excuus: ja maar, ik heb haar niet aangeraakt. Vrouwen durven meer hun mond open te doen en veel grensoverschrijdend gedrag wordt gewoon gefilmd. Denk ook aan George Floyd. We hebben allemaal kunnen zien hoe die man door een politieman werd gewurgd, dus zijn er geen uitvluchten meer mogelijk. Aan de andere kant mag het ook geen Big Brother-maatschappij worden.
Hoe bedoel je precies?
Exarchopoulos: Er worden bijvoorbeeld veel minder grappen gemaakt dan vroeger. Omdat alles gevoeliger ligt. Men is bang om mensen te kwetsen. Maar voor mij is humor nobel, en net een manier om gespannen situaties te ontmijnen. Misschien moeten we grenzen blijven aftasten om daarna tot een beter evenwicht te komen. Je moet niet alles verdacht maken.
De komst van sociale media heeft die zaken er niet eenvoudiger op gemaakt.
Exarchopoulos: En effet. Ik gebruik ook sociale media omdat ik ze nodig heb voor mijn beroep, en het is een handige promotietool, maar ze zijn mijn dagboek niet. Foto’s van mijn familie posten, of mijn liefdesleven blootgeven? Jamais! Het is goed dat je ze kunt gebruiken om je stem te laten horen of om een problematiek aan te kaarten, maar ze zijn een spel, een façade. Je kunt je er wel nobel op voordoen, maar wat doe je in het echte leven? Dat is wat telt. Ze laten ook toe dat iedereen een oordeel velt over iedereen, dus hou ik ze liefst op een afstandje.
RIEN À FOUTRE
Nu in de bioscoop.
Adèle Exarchopoulos
Geboren op 22 november 1993 in Parijs. Haar moeder is verpleegster, haar vader gitaarleraar.
Wint op haar achttiende de Gouden Palm voor La vie d’Adèle (2013), samen met regisseur Abdellatif Kechiche en cohoofdrolspeelster Léa Seydoux.
Heeft een zoontje van zes, Ismaël, samen met rapper Doums, al zijn de twee sinds 2018 uit elkaar.
Later dit jaar nog naast Franz Rogowski en Ben Whishaw te zien in de Britse dramady Passages van Ira Sachs.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier