Actrice Anna Franziska Jäger: ‘Ik had er best vrede mee gehad als ik een kindsterretje was gebleven’

© Jef Boes
Kristof Dalle Journalist

Of ze al overwogen had om lerares te worden, suggereerde een theaterdocent haar na een auditie. Want een actrice was ze echt niet. Met haar hoofdrol in Cleo bewijst de dochter van Anne Teresa De Keersmaeker vandaag aardig het tegendeel.

In 2008 zag regisseur Dorothée Van Den Berghe een enigmatische twaalfjarige door de straten van Brussel wandelen. Nadat ze het meisje, de nietsvermoedende Anna Franziska Jäger, een paar blokken lang had achtervolgd, bood ze haar prompt de hoofdrol aan in My Queen Karo, naast Matthias Schoenaerts. Een rol waarvoor de debuterende actrice een jaar later ook een Ensor ontving.

Bij de casting van Cleo kwam beduidend minder stalking kijken, vertelt de dochter van Rosas-choreografe Anne Teresa De Keersmaeker en Art Basics for Children-bezieler Gerhard Jäger. Hooguit ook een drupje serendipiteit. ‘Het gebeurt nu eenmaal niet elke dag dat een regisseur zoekt naar “een tweetalige Brusselse actrice, ergens rond de twintig en liefst met enige piano-ervaring”. Die rol was me bij wijze van spreken op het lijf geschreven.’

In dit langspeeldebuut van regisseur Eva Cools verliest de zeventienjarige Cleo haar moeder en vader (een concertpianist) na een vluchtmisdrijf, waarop ze zich in het Brusselse nachtleven, op Rachmaninov en een dertigjarige man stort. De opnames liggen al anderhalf jaar achter haar, maar Cools is nog steeds een en al lof voor Jäger. ‘Anna Franziska combineert talent, doorzettingsvermogen, authenticiteit en kritisch denkvermogen’, zo staat het in het bericht dat de regisseur ons stuurde. ‘Ze wordt een van de grote actrices van haar generatie.’

Method acting is toch vooral iets voor mannen die eens graag in een dood paard kruipen.

Jäger lacht wat ongemakkelijk wanneer we het haar voorlezen.

Anna Franziska Jäger: Vrij zeker dat Eva zich toch een paar keer de haren uit het hoofd heeft getrokken door mijn ‘kritisch denkvermogen’.

Hoezo?

Jäger: Ik heb nu eenmaal de neiging alles extreem te gaan analyseren, maar zo’n filmset, waar elke vertraging handenvol geld kost, is daar niet de meest geschikte plek voor. (lacht)

Kunnen we het op zijn minst eens zijn over het doorzettingsvermogen dat ze aanhaalt? Zo stond je erop om voor een sleutelscène zelf het tweede pianoconcerto van Rachmaninov te leren spelen.

Jäger: Ik had lang niet meer gespeeld. Dit was een zeer mooie gelegenheid om het opnieuw op te pikken. Eva had daar ook op aangedrongen, en ik snap waarom. Het is allesbehalve een evident stuk, maar het heeft me wel geholpen. Cleo’s gewroet en haar frustraties met dat stuk zijn gewoon mijn gewroet en frustraties. Mijn zware frustraties. (lacht)

Voor bepaalde scènes vroeg Cools je om heel diep te gaan, vertelde ze. De term ‘method acting’ viel zelfs.

Jäger: Ik snap wat ze bedoelt, maar zo zou ik het niet noemen. Dat method-dingetje is zeer hollywoodiaans, vooral toch iets voor mannen die al eens graag in een dood paard kruipen. (lachje) Ik heb nog nooit zo’n verlies als Cleo meegemaakt, maar ik ben wel gaan praten met een vrouw die haar beide ouders in een zelf veroorzaakt ongeval heeft verloren. Confronterend, maar wat zij heeft meegemaakt, is natuurlijk zo specifiek dat je daar niet letterlijk mee aan de slag gaat. (denkt na) Om Olivia Colman te citeren: ‘Hoe ik me voorbereid? Daar kan ik niet op antwoorden. There’s no method.‘ We hebben uitgebreid gerepeteerd, maar het is niet zo dat ik op zo’n moment naar een heel specifieke herinnering of emotie ga graven. Je hebt hoop en al 45 minuten om zo’n zware scène op te nemen. Wat als ik het op dat moment niet ‘vind’ of ‘voel? Moet je dan alles stilleggen tot ik het voel opborrelen?

Je moest voor Cleo op je eenentwintigste een zeventienjarige neerzetten. Dat is amper vier jaar verschil, maar op die leeftijd zijn het wel vier cruciale jaren.

Jäger: Het is een gigantische kloof – je wordt net geen compleet ander persoon in die jaren – maar dat trok me net aan in die rol.

Hoe was jij als zeventienjarige? Hoe hard valt er te rebelleren tegen twee kunstzinnige, ruimdenkende ouders?

Jäger:(lachje) Je vindt altijd wel iets om tegen te rebelleren. Al heb ik nooit de behoefte gevoeld om me op spectaculaire wijze af te zetten tegen mijn ouders. Ik denk dat het vooral een uitdaging was om in zo’n culturele microkosmos mijn eigen plaats te vinden.

Maar op mijn zeventiende is de wereld pas echt opengegaan. Vooral intellectueel – ik kon aan het Kask in Gent beginnen – maar ook op persoonlijk vlak. Echt, dat eerste jaar van de opleiding was ik nog een en al schroom.

Ondertussen studeer je al vier jaar drama aan het Kask. Was dat een keuze tegen jouw thuisstad?

Jäger:(knikt) Ik moest even weg uit Brussel. Ik heb auditie gedaan in Antwerpen, Maastricht en Gent, maar het Ritcs heb ik zelfs nooit overwogen.

'Ik ben zeer dankbaar voor die onderscheiding, maar waarom geef je een acteerprijs als een Ensor aan een twaalfjarige?'
‘Ik ben zeer dankbaar voor die onderscheiding, maar waarom geef je een acteerprijs als een Ensor aan een twaalfjarige?’© Jef Boes

Je had de keuze tussen dríé opleidingen?

Jäger: O nee. Mijn toelatingsproeven waren een ramp. (lacht) Die in Maastricht op kop. Ik was al uit het lood geslagen toen ik er als introverte, schuwe achttienjarige nog maar binnenwandelde en er al die jonge, zelfverzekerde actrices zag. ‘Sorry, maar je kunt niet acteren’, zei een van de docenten me achteraf. ‘Maar misschien word je wel een heel fijne lerares klassieke talen.’ Dat was slikken, maar achteraf bekeken was dat duidelijk niet de school voor mij. Ik zeg niet dat ik er al de pannen van het dak speelde, maar je volgt toch net zo’n opleiding om de technieken te leren?

In Antwerpen mocht ik naar de tweede ronde, maar ondertussen had ik me al het Kask binnengestunteld. Alweer met een – volgens mij – matige auditie. Ik zat in het zesde middelbaar en had geen idee wat ik moest spelen, dus had mijn tante Jolente (De Keersmaeker, actrice van theatergezelschap Stan, nvdr.) me een tekst uit Dantons dood van Georg Büchner aangeraden. Die ik ergens op het hoogtepunt vergat, waarna ik plots een halve minuut voor me uit stond te staren alvorens ik het opgelost kreeg. Maar ik denk dat ze net op dat moment voor me gevallen zijn. Want uit het niet-weten ontstaan vaak ook interessante dingen.

Wie interviews uit jouw puberteit herleest, leest vooral veel twijfel. En de angst dat het er misschien niet in zou zitten voor jou, een carrière op het podium.

Jäger:(grinnikt) Paniek, zelftwijfel, faalangst: het was een heerlijke cocktail.

Heerlijk?

Jäger: Je moet daar gebruik van leren maken, zonder in een kramp te schieten. Onbeschaamd slecht durven zijn heeft ook zijn charme. Hoe leer je anders bij?

Kijk, ten tijde van My Queen Karo was ik twaalf. Ik ‘speelde’ gewoon, was hoegenaamd niet bezig met hoe mensen mij zagen, en dan komt die puberteit en ben je alléén maar bezig met hoe mensen je zien en wie je wilt zijn. Dat werkte zeer verlammend. Hoewel ik als kind eigenlijk nooit getwijfeld heb aan een carrière als actrice, ben ik in die periode een hele tijd weggebleven van alles wat artistiek was. Op mijn achttiende had ik uiteindelijk geen beter plan en ben ik toch maar gesprongen. Anderen moesten maar beslissen of ik een actrice was of niet.

Het back-upplan was ergens in het buitenland een zelfbedruipende boerderij beginnen en helemaal verdwijnen.

Jäger: Het boerderij-idee is er ondertussen ook uit. Ik wist het allemaal niet meer zo goed. Dan lijkt zo’n absolute terugtrekking al snel aanlokkelijk. Een dom idee, natuurlijk: je kunt toch niet aan jezelf ontsnappen. ‘So I moved to California, but it’s just a state of mind’, zingt Lana Del Rey in Fuck It I Love You. ‘It turns out everywhere you go, you take yourself, that’s no lie.’ Del Rey heeft gelijk.

Voor My Queen Karo kreeg je uiteindelijk ook een Ensor voor beste actrice.

Jäger:(grinnikt) Ik ben al lang gestopt met de moppen van vrienden over ‘Anna Franziska, het kindsterretje’ te tellen. Het is geen trauma, hoor. Ik zou er zelfs best vrede mee hebben gehad mocht ik een gesjeesd kindsterretje gebleven zijn.

Ik had er best vrede mee gehad als ik een gesjeesd kindsterretje was gebleven.

Vooral jouw naturel werd toen door de jury bejubeld. Hoe hard gaat zo’n compliment door het hoofd van een puber spoken? Want uiteraard speelt een twaalfjarige natuurlijk en complexloos, maar hou dat maar eens vast als je eenmaal zelfbewuster wordt.

Jäger:Die vraag heb ik me achteraf ook gesteld. Ik ben zeer dankbaar voor die prijs, maar waarom geef je iemand een Ensor op haar twaalfde? Zijn acteerprijzen niet eerder voor mensen die ten volle beseffen dat ze aan het spelen zijn? Ik snapte wat film was, ik snapte de machinatie erachter, wat er waarschijnlijk ook voor gezorgd heeft dat ik zo ‘naturel’ speelde. Maar eerlijk gezegd begreep ik niet helemaal waarover de film precies ging. (lacht) Ik had er vooral mijn eigen verhaaltje van gemaakt, vanuit mijn kinderlijk perspectief.

Tot je veertiende danste je zelf ook bij Rosas. Ben je daarmee gestopt omdat je geen zin had in een heel leven vergelijkingen met je moeder te moeten doorstaan?

Jäger: Voor alle duidelijkheid: dat waren gewoon danslessen in het weekend. Maar acteren heeft me altijd meer geïnteresseerd. Dansen reserveer ik liever voor feestjes. Voor mijn moeder is het altijd helder geweest: dansen en regisseren is wat ze het liefste doet. Ik was pas helemaal zeker dat ik wilde acteren toen ik al in de opleiding zat.

Herinner je je nog de eerste opvoering van je moeder die je hebt gezien?

Jäger: Specifiek? Nee. Ik herinner me vooral hoe ik na elke voorstelling de zaal afschuimde en tussen de stoelen naar lippenstift, sleutels of kleingeld ging zoeken. Als een soort schattenjacht.

Er is een opvallende aarzeling in je stem geslopen, en een enigszins schichtige blik in je ogen, zo’n twee vragen geleden.

Jäger: (draait op haar stoel) Mja. Ik snap dat mensen benieuwd zijn naar de relatie met mijn moeder en hoe we ons tot elkaars werk verhouden. Maar eerlijk gezegd, ik denk dat ik op theatervlak meer een kind van mijn tijd ben dan van mijn ouders. En voor mij zijn mijn moeder en mijn vader gewoon mijn ouders. We zitten heus niet enkel over kunst te praten aan de keukentafel. En als ik met mijn moeder bel, gaat dat niet over mijn werk, maar over of ik wel goed eet. (lacht) Want ze vindt dat ik goed voor mijn lichaam – mijn instrument en mijn eerste communicatiemiddel met de buitenwereld – moet zorgen.

Hoe goed leef je dat advies na?

Jäger: Goh. Theater strekt zich natuurlijk frequent uit tot in het nachtelijke leven… Waarom lach jij nu?

Ik heb gewoon nog nooit iemand ‘stevig boemelen op regelmatige basis’ zo eufemistisch horen omschrijven.

Jäger:(lacht) Dat dus. Theatermakers leven niet altijd aan het gezondste ritme. Dat nachtleven, de vermenging van werk en privéleven, dat achterhaalde idee dat alles moet wijken voor jouw kunst… Je moet dus wel leren om een beetje voor jezelf te zorgen, en voor elkaar.

Cleo

14/10 om 11.20 uur, 17/10 om 19.45 uur en 18.10 om 17 uur, Kinepolis.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Anna Franziska Jäger

Geboren in Brussel in 1996.

Dochter van Rosas-choreografe Anne Teresa De Keersmaeker en Art Basics for Children-bezieler Gerhard Jäger.

Volgt de masteropleiding drama aan het Kask in Gent.

Debuteert op haar twaalfde in My Queen Karo (2009) van Dorothée Van Den Berghe, een rol waar ze meteen ook een Ensor voor wint. In 2014 speelt ze in Booster van Daniel Lambo.

Speelt nu de hoofdrol in Cleo van Eva Cools, die eerder de kortfilms De puta madre, El camino del deseo, Las meninas en Alles komt terug draaide.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content