Harald Merckelbach doorprikt clichéballonnetjes in ‘Goede verhalen zijn zelden waar’

Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

Psycholoog Harald Merckelbach breekt een lans voor kritisch denken want ons brein is weerbarstig: liever een mooie leugen dan een saaie waarheid.

De jeugd van tegenwoordig. Over dat kakelvers onderwerp wilde Mia Doornaert onlangs in haar column voor De Standaard wel eens een boompje opzetten. Resultaat: een bitse tirade aan het adres van woke jongeren die mekkeren over safe spaces en culturele toe-eigening. Het voorspelbare gebeurde: een paar twitteraars maakten zich boos, haar column werd als ‘controversieel’ bestempeld en ’s avonds zat ze aan tafel in De afspraak om haar punt te verdedigen. Dat liep niet van een leien dakje. Minister van Jeugd Benjamin Dalle bood fel weerwerk en Doornaert viel stamelend door de mand. ‘Ik lees veel internationale kranten’, zo probeerde ze nog. Tja, ik surf ook wel eens naar The New York Times, maar dat maakt me nog geen Amerika-kenner.

Centrale zin: Dat de waarheid zichzelf bekendmaakt en als een fel schijnende zon ons allen zal verlichten is een prachtige metafoor, maar ze zet aan tot luiheid.

Het is een vaak gehoorde klacht. Waarom zit dat soort zelfverklaarde experts aan tafel? Wat weet een theoloog eigenlijk over het klimaatprobleem? Wel, op zich maakt het niet uit wat de Rik Torfsen van de wereld vertellen, zolang ze dat maar met veel aplomb doen – op tv primeert entertainment. Liever een spitse oneliner dan een subtiel wetenschappelijk betoog vol mitsen en maren. Het hoeft niet waar te zijn.

In zijn bundel Goede verhalen zijn zelden waar waarschuwt de Nederlandse rechtspsycholoog Harald Merckelbach voor dat soort schijndeskundigen. Op tv kan het weinig kwaad, maar zodra charlatans in gerechtshoven gaan getuigen, kan dat het verschil maken tussen de vrijspraak en een levenslange celstraf. Zo geloven wij dankzij series als Mindhunter rotsvast in de kunde van profilers, maar elk wetenschappelijk onderzoek plaatst profilers op dezelfde hoogte als de paragnosten die weleens worden geraadpleegd door de recherche. Kort samengevat: die FBI-kerels gokken maar wat.

Harald Merckelbach doorprikt clichéballonnetjes in 'Goede verhalen zijn zelden waar'

De korte teksten van Merckelbach zijn een ontnuchterende oefening. Aan de lopende band doorprikt hij clichéballonnetjes en toogwaarheden. Verborgen trauma’s die aan het licht komen door therapie? Nul bewijs voor. Fotografisch geheugen? Pure quatsch. Een speciaal brilletje dat dyslexie kan genezen? Dankjewel, placebo-effect en foute diagnoses.

Merckelbach toont aan hoe goedgelovig we vaak zijn. Het simpelste voorbeeld is de lotto. Mocht een wisselautomaat 10 euro opslokken en je 5 euro uitkeren, sla je die machine aan diggelen. Maar de lotto laat ons geloven dat we 5 euro gewonnen hebben en met die ‘winst’ kopen we een nieuw kraslot. Merckelbach pleit op het einde van zijn scherpzinnige boek voor een vak kritisch denken op school. Dat zou de jeugd van tegenwoordig moeten wapenen tegen fake news en schijndeskundigen die hun gezag uit adelijke titels puren.

Goede verhalen zijn zelden waar

Harald Merckelbach, Prometheus, 224 blz., 19,99 euro.

Harald Merckelbach

Harald Merckelbach (°1959) is als hoogleraar psychologie verbonden aan de universiteit van Maastricht. In zijn populair-wetenschappelijke boeken focust hij zich vooral op de problematiek van het menselijke geheugen en hoe ons brein ons vaak een loer draait.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content