De Balans: dit zijn de beste strips van 2021 tot nu toe

V.l.n.r.: Leonard Cohen: On a Wire, Nooit meer alleen, Shady © GF
Gert Meesters
Gert Meesters Stripjournalist voor Knack Focus.

Met de helft van het culturele jaar achter de kiezen, maakt Knack Focus de voorlopige balans op. Vandaag: de beste strips van 2021 tot nu toe.

10. De walvisbibliotheek (Judith Vanistendael & Zidrou)

Een postbode op zee brengt met een klein bootje brieven rond. Op een van zijn bezorgtochtjes botst hij tegen een vrouwelijke blauwe vinvis. Tot zijn verrassing kan die spreken. In haar binnenste bevindt zich een heuse bibliotheek, waar zeewezens boeken komen lenen. De vinvis slaagt erin om vele zeedieren aan het lezen te krijgen, maar is terecht bang voor de dreiging van buitenaf. Walvisvaarders appreciëren literatuur niet. Ze gooien boeken achteloos in het water. Alles van waarde is weerloos, zei Lucebert, en dat geldt bij uitstek voor kunsten en wilde dieren. De Belgische scenarist Benoît Drousie alias Zidrou en tekenaar Judith Vanistendael vertellen in De walvisbibliotheek een sprookje over de geneugten van literatuur.

9. Leonard Cohen: On a Wire (Philippe Girard)

In On a Wire voert Canadees Philippe Girard een landgenoot van hem op. De stervende bard Leonard Cohen is uit zijn bed gevallen en denkt, liggend op de vloer, aan belangrijke momenten uit zijn leven en zijn werk. Van de traumatiserende dood van zijn vader gaat het naar de ontdekking van zijn schrijftalent en naar zijn verblijf op het Griekse eiland Hydra. Die feiten vormen de achtergrond voor zijn liefdesleven en het ontstaan van zijn songs. Ook al worden de gebeurtenissen maar even aangeraakt, Girard geeft aan de pagina’s een soort berusting mee die goed past bij het karakter van wijlen de zanger en kiest een uitgepuurde tekenstijl die aansluit bij diens naakte gitaarspel.

8. Blueberry: Arizona Love (Jean Giraud & Jean-Michel Charlier)

In 1990 verscheen Arizona Love, het laatste deel van de basiscyclus over de zwijgzame luitenant Blueberry in het Wilde Westen van eind negentiende eeuw. Samen met de Luikse scenarist Jean-Michel Charlier had Jean Giraud de reeks een bijzondere diepgang gegeven, maar tijdens het werk aan dit laatste album overleed Charlier. Tekenaar Giraud moest halverwege het scenario overnemen. Achteraf gezien is de plot van Arizona Love zeker niet de sterkste van de reeks, maar de aandacht voor de romantische beslommeringen van de held was destijds vernieuwend voor een western. Deze prachtige uitgave laat toe om het meesterschap van Giraud nog beter te bewonderen.

7. Donjon Monsters 10: Soldaten van eer (Frédéric Bézian, Joann Sfar & Lewis Trondheim)

Het fantasyuniversum Donjon dijt enorm snel uit. Je hoeft gelukkig niet alles te lezen om te beseffen waarom dit epos van de populaire auteurs Joann Sfar en Lewis Trondheim een klasse apart is. De deelserie Donjon Monsters, waarin gasttekenaars telkens een album lang één personage volgen, bestaat bijvoorbeeld uit losse verhalen. Soldaten van eer is toevertrouwd aan arceerartiest Bézian. Het centrale personage is een draak-soldaat die de opdracht krijgt zijn broer in de woestijn voor dood achter te laten. Door het volgzame fanatisme van het hoofdpersonage is Soldaten van eer een van de grimmigste albums van de reeks geworden.

6. Shady (Brecht Vandenbroucke)

Het Vlaamse beeldverhaal heeft al heel wat bizarre personages voortgebracht – remember Tuizentfloot, of cowboy-zonder-paard Henk – maar met Shady Bitch, de antiheld uit zijn nieuwe boek, heeft Brecht Vandenbroucke de overtreffende trap daarvan gevonden. Shady heeft stoere mannelijke lichaamsvormen, maar draagt ook een geruit rokje en hoog opgetrokken witte kousen. Daarbovenop is Shady ook nog eens ijdel, verslaafd aan aandacht, egoïstisch, bij momenten lief voor zijn levende teddybeer Phil, maar toch vooral onsympathiek. ‘Het wordt tijd dat Shady verantwoordelijkheid neemt voor zichzelf’, is ongeveer de samenvatting. De tweede strip van Brecht Vandenbroucke is een sprookje voor volwassenen geworden.

5. Nooit meer alleen (Ephameron)

Het moederschap is niet alleen rozengeur en maneschijn, maar het heeft in elk geval een diepgaande impact op je leven. Dat ervoer Ephameron aan den lijve toen haar zoon geboren werd. Op haar eigen minimalistische en poëtische manier waterverfde ze in Nooit meer alleen haar eigen ervaringen met het moederschap en die van andere jonge ouders tot een beeldverhaal. Vergeet de pastelkleuren die clichématig met een babyperiode worden geassocieerd: Ephameron gebruikt stoere aquarellen. Haar illustratietechniek wordt zo een statement dat het boek krachtig samenvat. ‘Want na de komst van een kind ben je nooit meer alleen’, klinkt het. ‘Maar echt nooit meer.’

4. De tamboer van Borodino (Simon Spruyt)

De tamboer van Borodino lijkt een historische oorlogsstrip van Simon Spruyt, maar schijn bedriegt. Zijn inspiratie vloeit eerder voort uit literatuur dan uit pure geschiedenis. Zo ontleende hij het hoofdpersonage Vincent Bosse, een tamboer in het Franse leger dat met Napoleon op Russische veldtocht trekt, aan Lev Tolstojs Oorlog en vrede. Spruyt vertelt Bosses levensverhaal, en kijkt daarbij niet op een uniformknoop meer of minder – in tegenstelling tot de specialisten van de geschiedenisstrip. Die artistieke vrijheid is in alle aspecten van het boek te zien en staat een lezing van De tamboer van Borodino als episch avonturenverhaal geenszins in de weg.

3. De oase (Simon Hureau)

In De oase vertelt Fransman Simon Hureau hoe hij met zijn vrouw een huis kocht met een heel saaie tuin. Stukje bij beetje zorgden ze daar voor meer biodiversiteit, tot het ecologische braakland steeds meer de stedelijke oase wordt die de titel aangeeft. Zelfs wie niet van tuinieren houdt, kan enthousiast worden van Hureaus aanstekelijke relaas. Toegegeven, niet iedereen ontdekt een ondergrondse rivier onder zijn grasperk. Maar de teneur van het boek geldt wel voor iedereen: je hebt niet veel geld, maar vooral geduld nodig om nieuwe diersoorten in je tuin te verwelkomen.

2. Bob Fish & De jonge Albert (Yves Chaland)

Met Bob Fish & De jonge Albert zijn de verzorgde heruitgaves van het werk van Yves Chaland aangekomen bij het meest bijtende deel van diens oeuvre. Detective Bob Fish is liever bezig met zijn vriendin dan met de zaak en schrikt niet terug voor martelpraktijken. Een straatketje dat helpt bij het onderzoek is zelfs indirect verantwoordelijk voor de gewelddadige dood van twee vriendjes. Dat personage groeit uit tot antiheld in De jonge Albert, een reeks harde grappen over een armoedige Brusselse jongen die door leerkrachten mishandeld wordt, maar ook zijn vriendjes genadeloos terroriseert. Door zijn stilistische meesterschap verleidde Chaland liefhebbers van klassieke strips, maar hij ondergroef het waardesysteem daarvan met een flinke dosis sarcasme. Veertig jaar na hun ontstaan zijn deze strips nog altijd even relevant.

1. Brussels (Ever Meulen)

Eigenlijk is de bedoeling van Louis Vuittons reisboekencollectie dat de tekenaars naar exotische bestemmingen worden gezonden en met indrukken in hun schetsboeken terugkeren. Wat een geluk dat Ever Meulen (75) niet verplicht op verplaatsing moest en lekker zijn eigen stad te boek mocht stellen! In de hoofdstad kiest de tekenaar telkens architecturale hoogstandjes en markante gebouwen die hij naar hartenlust naar zijn hand zet. Hij tekent artistiek verantwoorde auto’s, kleurt kwistig met zijn typische grijs-groen en knipoogt op zijn vertrouwde manier naar hoogtepunten uit de Belgische schilder- en stripgeschiedenis. Brussels toont een man die houdt van zijn stad en die dat met indrukwekkende middelen kan tonen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content