Tv-tip: Jan Mulder in ‘Kroost’ (21.00 uur)

© VIER

Vanavond zoomt het VIER-programma ‘Kroost’ in op Jan Mulder. ‘Me tot Belg laten naturaliseren? Ik ben een migrant. Ik mag al blij zijn dat ze me hier dulden.’

Jan Mulder was de hotste Nederlander in België tijdens het voorbije WK voetbal. Johan Boskamp zat erbij en keek ernaar – of sloeg hem knock-out uit zijn stoel. Straks zit Mulder met zijn uit Groningse klei geboetseerde karakterkop in de portrettenreeks Kroost. De ex-sterspeler van RSC Anderlecht en Ajax, tevens columnist, voetbalanalyticus en flamboyante televisiepersoonlijkheid, wilde aanvankelijk onder geen beding meedoen, maar is uiteindelijk toch gezwicht. ‘Door de enorme vasthoudendheid van de maker ervan, Eric Goens’, zegt hij.

‘Ik ben al ontelbare keren op televisie opgevoerd, maar Goens wilde dat per se nog eens beter en dieper doen en nog niet doorzochte karaktertrekken van me blootleggen. Ik had eigenlijk al iets soortgelijks gedaan voor het interviewprogramma Karakters van Ben Crabbé, én in Nederland bij Ivo Niehe, omdat er toen een boek van mij uitkwam – dan doe je die dingen. Een tikje te veel van het goede, als je het mij vraagt. Maar Eric zwoer dat het anders zou zijn. Tja, ik ben van nature niet geneigd om mensen tegen de haren in te strijken. En ik heb toch niks anders te doen. Het is mijn leven zo’n beetje: Jan Mulder zijn.’

Waarom laat iemand eigenlijk in zijn ziel kijken voor de camera? Er zijn ook BV’s – en ongetwijfeld ook BN’ers – die daar heel argwanend tegenover staan.

Jan Mulder: Ach, valt allemaal wel mee. Ik geloof dat ik wel in staat ben om de kwaaie dingen te verbloemen. Bovendien, je kent jezelf toch helemaal niet? Ik heb geen idee wie ik ben. Dus ik vind het wel prettig als iemand me daar een beetje bij helpt.

Dat je net op 4 mei zeventig bent geworden, was ook een aanleiding voor dit interview.

Mulder:(bulderlacht) Scheer je weg. Bespottelijk getal. Werkelijk niet te bevatten cijfermateriaal. Dat gelooft toch niemand? Een halve eeuw geleden kwam ik als jongetje naar Anderlecht. Bizar.

Je gaat die mijlpaal toch vieren?

Mulder: Néé. Dat zal ik categoriek weigeren. Mijn zoons zeggen dan: ‘Ja maar, vader, je wordt zeventig.’ ‘Hou je mond!’ is mijn repliek. Ik ben nooit hard voor mijn jongens, maar dan wel. Iets minder bekende mensen huren op hun zeventigste een leegstaande kerk af om al hun vrienden en familie uit te nodigen. Maar de aandacht zo op mezelf vestigen, doe ik liever niet. Zelfs niet in intieme kring. Negeren die handel.

Dat klinkt een beetje raar uit jouw mond: je bent toch altijd een publieksspeler geweest?

Tv-tip: Jan Mulder in 'Kroost' (21.00 uur)
© VIER

Mulder: Steeds naar aanleiding van iets anders: het voetbal, een talkshow over politiek. Ik hou ervan me te laten gelden. Maar zélf in het middelpunt van de belangstelling staan? Nee. Van mijn zeventiende ben ik een bekend voetballer: je wordt daar langzamerhand geroutineerd in. Nu ja, ik hou wel van wat interactie met het publiek. Als je je zegje doet op televisie of het voetbalveld betreedt met vijftigduizend man om je heen, dan vind ik dat je tegen jezelf moet zeggen: ‘Zég iets! Laat je gélden!’ Ik ben geen controleur. Ik ben een draufgänger. Ik hou niet van indrukwekkend zwijgen. Je kleedt je netjes aan en je geeft het publiek op zijn minst je volle inzet, anders moet je thuisblijven.

Waren de opnames van Kroost intens? Hoelang heb je met die cameraploeg opgetrokken?

Mulder: Vijf volle dagen. De laatste dag moest ik een klein boompje planten in de schaduw van het stadion van Anderlecht. Eric had natuurlijk geen gieter bij, de sloddervos, dus ik vrees dat het jonge groen intussen al het loodje heeft gelegd. Maar het stadion gaat er binnenkort toch aan, dus misschien maar goed ook. Anderlecht gaat verhuizen, hé, naar een nieuw stadion op Parking C in Wemmel. (zucht)

Het is dus ook een beetje een emotioneel afscheid?

Mulder: Nou. Ik zou het wel heel erg vinden, moest het stadion van Anderlecht vervangen worden door flatgebouwen. (huivert) Dat zou namelijk de dood betekenen van die buurt, van de horeca, de Theo Verbeecklaan, de cafés waar ik altijd kwam, mijn verleden. Voor mijn gevoel zou het ook een beetje de dood van RSC Anderlecht zijn. Ik ben altijd een minnaar geweest van de grond zelf. Die plek. Die vertrouwde poort ervoor. Het veld en die grasmat. Als je dat gaat veranderen… Mijn maag keert zich om als ik eraan denk. Goed, het kan soms economisch niet anders: die clubs willen natuurlijk ook Champions League spelen. Maar ze winnen toch niet van die oliesjeiks en de dubieuze Russen die de grote clubs opkopen. Het gaat allemaal om de financiën tegenwoordig. Je traditie, je huis daarvoor moeten inleveren is een hard gelag. Als Anderlecht uit het Astridpark vertrekt, kom ik daar nooit meer. Nu wel. Als ik een paar dagen in Brussel ben, wil ik er misschien nog wel even langsrijden. Om te kijken of Paul Van Himst er is, op theevisite bij Michel Verschueren of Roger Vanden Stock.

Heb je het gevoel dat je een tweede jeugd beleeft nu, als schrijver en tv-figuur?

Mulder: Nee, dat gevoel heb ik juist niet. Ik heb altijd het idee dat mijn leven nog moet begínnen. Ik brand van lust in de toekomst. Dat is behoorlijk naïef, maar ik kan gewoon niet anders. Soms denk ik zelfs dat het zéér onrechtvaardig is van de trainer dat Mitrovic in de spits van Anderlecht staat en niet ik. Ik voel me fantastisch, fysiek in topvorm. Er zijn mensen die zich al oud voelen als ze veertig zijn. Dat heb ik helemaal niet. Mijn moeder is 93. Gewéldig mens, alive and kicking. En ze zei me: ‘Jan, de lichamelijke ongemakken beginnen pas als je 80 bent. Dan pas gaan de heupen en de gewrichten pijn doen.’ Gek genoeg ben ik behoorlijk toegetakeld als voetballer: blessures, operaties aan de knieën, enzovoort. Maar ik heb nu nergens meer last van. (raakt zijn gezicht aan) Beeldschoon. Dat doet me niet denken aan een oude man. (lacht)

‘Jan Mulder moet zich tot Belg laten naturaliseren’, schreef iemand op Facebook in volle Muldermania, tijdens het WK.

Mulder: Mijn bescheidenheid gebiedt me te zeggen: doe maar niet. Ik ben een migrant. Ik mag al blij zijn dat ze me hier dulden. En toch. Ik heb wel enig recht van spreken, vind ik, door mijn verleden bij Anderlecht. Een jaar geleden zei iemand in De wereld draait door plots tegen mij: ‘Jij moet ook een tatoeage laten zetten, Jan.’ Inkt in je huid laten spuiten, dat doe ik niet, dacht ik spontaan. ‘Het embleem van Anderlecht’, zei hij. Toen heb ik toch een fractie van een seconde gedacht om het te doen. Het is namelijk een mooi clubembleem. Later dacht ik ook: ‘Verdorie, het zou toch wel een héél mooie geste zijn als ik Belg zou worden, puur qua liefdesverklaring.’ Dat soort ideeën laat ik ook meteen weer varen, omdat het aanstellerij is. Ik ben toch al Vlaming of Brusselaar, zij het zonder diploma. En de ene rare monarchie inwisselen voor een andere, dat schiet niet echt op. (lacht)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content