Recensie: Zomergasten met Guy Verhofstadt

Guy Verhofstadt was zijn aloude zelf in ‘Zomergasten’. Alleen spijtig dat presentator Jelle Brandt Corstius weinig weerwerk bood.

‘Ik moet u eerlijk bekennen dat ik niet houd van televisie’, zo zei Guy Verhofstadt bij het begin van Zomergasten. Als binnenkomer kan dat toch tellen, zeker als je in een programma zit waar je drie uur lang moet komen vertellen over jouw ideale tv-avond. Nochtans is Verhofstadt op dat vlak niet echt een uitzondering: een groot deel van de centrale figuren in Zomergasten hebben nauwelijks iets met televisie, ofwel omdat ze het te druk hebben, ofwel omdat ze het medium weinig waardevol vinden. Om nog eens Verhofstadt te citeren: ‘In de tijd dat je televisie kijkt, kun je ook een geweldig boek lezen.’ Als we zoiets horen, dan vragen we ons toch altijd af hoe de reactie zou zijn als het format van Zomergasten inhield dat iemand zijn ideale boek kwam voorstellen en een geïnterviewde vooraf zei dat hij of zij nooit een letter leest.

Anyway, dat geheel terzijde, want Zomergasten is natuurlijk al een hele tijd afgedwaald van het oorspronkelijke format en de fragmenten die de centrale gast kiest, zeggen eerder iets over zijn karakter/filosofische achtergrond/beroep dan over hoe zijn ‘ideale tv-avond’ er uitziet. Het zijn vooral opstapjes tot een diepgaand interview, en als ze goed gebruikt worden, kunnen ze uitstekende televisie opleveren. Op dat vlak had presentator Jelle Brandt Corstius met Guy Verhofstadt natuurlijk de ideale gesprekspartner, een oratorisch talent dat bevlogen, welbespraakt en met de nodige anekdotes vertelde, of het nu ging over de eerste Touroverwinning van Eddy Merckx of over de kunst van Ai Weiwei. Misschien is de term ‘gesprekspartner’ zelfs te veel eer voor Corstius, want de gastheer zat er bij momenten wat voor spek en bonen bij, en als hij de woordenstroom van Verhofstadt kon onderbreken, was het meestal om een volgend filmpje aan te kondigen.

Op sommige momenten was het echter interessanter geweest als Corstius – die zich de afgelopen weken toch nog niet echt bewezen heeft als interviewer – wat meer weerwerk had kunnen bieden. Een groot deel van deze Zomergasten ging op aan het hartstochtelijke pleidooi dat Verhofstadt hield tegen nationalisme en populisme en voor het eengemaakte Europa, een pleidooi dat hij illustreerde met fragmentjes uit Hotel Rwanda en een toespraak van Francois Mitterand, met de quote ‘le nationalisme, c’est la guerre’. Dan was het toch wel interessant geweest als de presentator eraan had herinnerd dat Verhofstadt in een niet zo ver verleden het nieuwe nationalisme in Europa nog had omschreven als ‘een bevrijdende energie’. Zelfs toen de politicus zelf toegaf dat hij zich aan het populisme ‘gelaafd’ had – een voorzet die Messi niet beter had kunnen geven – bewoog Corstius niet. Het werd helemaal leuk toen de presentator verwees naar de referenda in Frankrijk en Nederland waar het Verdrag van Lissabon werd verworpen, en Verhofstadt – ooit toch dé voorvechter van directe democratie – in een paar zinnen het nut van referenda in vraag stelde. Zomergasten blijft goede televisie, maar van een programma dat zoveel diepgang toegedicht wordt, mag je toch meer verwachten.

Stefaan Werbrouck

Wat vond u van Zomergasten met Guy Verhofstadt? Laat het weten!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content