‘IK PROBEER HET MOMENT VOOR TE ZIJN DAT IK RETEDEPRESSIEF AAN DE TOOG HANG’

JONAS VAN GEEL en zijn PATROUILLE LINKEROEVER. 'Ons basisidee was: wat als VTM een serie over de flikken van Linkeroever zou laten maken die ze achteraf te gênant vinden om uit te zenden?'

Hij moet zowat de hardest working man in Flemish showbusiness zijn. Als hij niet vrolijk staat rond te springen in kijkcijferkanonnen als Tegen de sterren op, of als host van zijn latenightshow Jonas & Van Geel, dan pent hij wel mee aan een fictiereeks waarin hij zelf ook een hoofdrol speelt. Zoals nu met Patrouille Linkeroever, het Vlaamse Reno 911! ‘Het is allemaal nog uitvergroot, maar ik bén zulke figuren al tegengekomen.’

Het idee voor Patrouille Linkeroever is eigenlijk ontstaan door Oh Oh Cherso, vertelt Jonas Van Geel (31), de realityreeks over een bende losbandige jongeren die op Kreta het beest gaan uithangen en waarvan niemand ooit de Vlaamse versie gezien heeft. ‘Die is bij 2BE in de kast beland toen een nieuwe directeur vond: “Fuck, dit soort shit kunnen we echt niet meer uitzenden.” Omdat de reeks er los overging, al vanaf aflevering één. Vergelijk het met deze editie van Temptation Island, waarin iedereen al vanaf aflevering één ligt te poepen, terwijl dat vroeger pas in de finale gebeurde. Voor Patrouille Linkeroever zijn we vertrokken vanuit dat idee: wat als VTM ooit een serie over de flikken van Linkeroever zou laten maken, die ze achteraf te gênant vinden om uit te zenden?’

We zitten op een terrasje op het Antwerpse Zuid. De eerste lentezon verschuilt zich flauwtjes achter de gevels van de herenhuizen. Jonas Van Geel lijkt in niets op het springkonijn uit Tegen de sterren op of op de hyperkinetische presentator van zijn latenightshow. Hij is veeleer verlegen, op dit moment zelfs wat onzeker. De reden: de nakende première van Patrouille Linkeroever, waarvoor hij opnieuw heeft samengezeten met Jef Hoogmartens, de acteur met wie hij ook al de tragikomische reeks Amateurs schreef. Deze keer hebben ze ook Jeroen Van Dyck, ‘meneer Nathalie Meskens’, erbij gehaald als derde scenarist. Het resultaat is een sitcom, opgevat als een mockusoap, over een rist agenten op Linkeroever die excelleren in onkunde. Qua humor heeft het iets van Safety First en Parks and Recreation – ‘of Reno 911!’ aldus Van Geel. Maar evengoed is het een vrolijke knipoog naar Debiker boys van Bart De Pauw, waar Van Geel zelf in scooterde. Dries Vos, de regisseur van De biker boys, staat trouwens ook hier achter de camera.

Van Geel speelt de jonge, naïeve commissaris Johannes Geubbels. Onder de weirdo’s die rond hem cirkelen herkent u Kevin Janssens, met snor en nektapijt, als een stijf van de testosteron staande variant op Snelle Eddy en Gene Bervoets als een rechtse ex-rijkswachter. ‘Het is allemaal nogal uitvergroot en karikaturaal, maar toch ben ik al die figuren al eens ergens tegengekomen’, lacht Van Geel. ‘Is het niet bij de flikken, dan wel ergens anders.’

Hoe dicht zit jij zelf tegen je personage?

JONAS VAN GEEL: Niet té dicht, hoop ik, want dan zou ik een wel heel vervelende mens zijn. (lacht) Iemand die door zijn vader in het politiekorps is gekatapulteerd omdat hij echt niks kan. Zijn vader zit dus ook bij de flikken. Het is een beetje het Asterix-verhaal: in die strips heb je altijd een onnozele Romein die bij Caesar staat en zegt: ‘Ik ken nog iemand die al zo lang in dienst is, we moeten die iets geven. En ik weet ook nog wel een dorpje waar we hem kunnen posteren.’ Waarna wordt ingezoomd op het dorpje van Asterix, en die Romein die in al zijn onwetendheid niet weet waar hij aan begint.

Ik heb een donkerbruin vermoeden dat Patrouille Linkeroever gaat scoren. Erg diep gaat het niet, maar het is aardig volksvermaak.

VAN GEEL: (zucht) Ik weet het niet. Ik kan me voorstellen dat het hier en daar misschien iets te scherp is. Anders dan bij andere comedyreeksen zitten er momenten in waarvan we dachten: fuck, zouden we dit wel doen? Het moeilijke aan comedy is dat het heel snel gaat over de discussie of een grap nu grappig is of niet. Dat is tegelijkertijd ook heel helder: als mensen lachen, vinden ze het goed, als ze niet lachen niet. Je neemt meteen de proef op de som. Als Patrouille Linkeroever morgen gênant wordt bevonden en flopt, so be it. We zijn er zelf in elk geval heel blij mee. Maar stel dat we een tweede seizoen mogen maken… We kunnen met die gasten nog veel kanten op. We hadden wel twintig afleveringen kunnen maken. Onze fantasie heeft overuren gedraaid toen we eraan werkten.

Opnieuw kies je voor comedy. Nochtans heeft je vader, acteur Jos Van Geel, je ooit de raad gegeven je niet in het komische hokje te laten vastzetten, iets wat hem ook overkomen is. Is komisch acteur een soort stigma waar je niet meer af raakt?

VAN GEEL: Ja. Maar ik heb ook Amateurs gemaakt, wat helemaal geen comedy was. We zijn nu een volgende reeks aan het pennen: opnieuw iets in de stijl van Amateurs, opnieuw geen comedy.

Musicals, sitcoms, drama, je eigen show presenteren, met coverbands toeren: wordt het soms niet een tikkeltje vermoeiend wat je allemaal doet?

VAN GEEL: Nee, want we moeten nog lang door, en het gaat heel snel in deze sector, zeker in de commerciële hoek. Mensen komen en gaan. They drop you like you’re hot. Ik kan alleen maar proberen het moment voor te zijn waarop ik retedepressief aan een toog hang en denk: ‘Allé, en het ging net zo goed.’ Laat mij maar bezig blijven.

En ook: het doet deugd om het ene moment voor een camera te staan en daarna er weer achter. Ik vind het fijn dat ik met Jef weer voor een jaar of twee scenario’s schrijven vertrokken ben. Ik vind het fijn dat er dan geen druk is om voor de camera iets te doen. Laat mij af en toe ook maar ergens in de buik van het schip zitten. Ik denk niet dat ik het aan zou kunnen om telkens de kapitein te zijn. Want het is toch pittig hoor, Jonas & Van Geel te maken. Iedereen kijkt alleen maar naar jou, ze maken je af als ze je kunnen afmaken, zoeken je wanneer ze je kunnen zoeken. Ik kan dat aan, hoor, it’s part of the job, maar op z’n tijd mag het ook even stoppen.

‘Mijn wieg stond in de coulissen’, heb je ooit gezegd. Was jij voorbestemd voor het podium?

VAN GEEL: Ja, er is nooit een ander plan geweest. Telkens als er op de toneelschool mensen afvielen, dacht ik: ‘Fuck, als mij dit overkomt, wat moet ik dan in godsnaam gaan doen?’ Allicht zou ik dan ook wel mijn weg gevonden hebben, zoals die mensen hun weg vinden. En nu ben ik 31 en sta ik hier. Het is heel organisch gelopen, van de kunsthumaniora naar de toneelschool, naar het theater en ten slotte naar televisie. Wat zou ik gedaan hebben als ik die kansen niet had gekregen? Werkelijk, ik weet het niet.

Je maakt deel uit van een generatie acteurs en presentatoren die VTM een nieuw elan heeft gegeven: minder voorspelbaar, minder oubollig, speelser.

VAN GEEL: VTM gaat sinds Tegen de sterren op opnieuw voor kwaliteit. Die reeks was gewaagder dan de comedy die ze voordien hadden gemaakt – vooral jantjemoppen. Zo is VTM een kweekvijver geworden voor mensen als Nathalie Meskens, Ella Leyers, Clara Cleymans, Guga Baúl, Walter Baele en mezelf. Dat heeft zeker te maken met de ruimte en het vertrouwen dat we hebben gekregen, zoals de gasten van Woestijnvis in hun tijd. Ik zou zelfs van een kentering durven te spreken: een presentator hoeft er niet meer louter een presentator te zijn, zoals een acteur ook niet meer alleen een acteur hoeft te zijn.

Voor Jonas & Van Geel ben je een tijdje ondergedoken in Hollywood, zogezegd om het concept voor je talkshow uit te dokteren. Wilde je de Amerikaanse latenightshow naar België brengen?

VAN GEEL: Dat is een verhaal dat een eigen leven is gaan leiden. We zijn daar een paar keer gaan kijken, ja. Sowieso omdat ik eens wilde zien hoe het er daar toeging. En natuurlijk ook omdat ik fan ben van shows als Saturday Night Live en gasten als Jimmy Fallon, Conan O’Brien en – dichter bij huis – Graham Norton. Dat slag shows en presentatoren bestaat hier niet. Maar ik heb Hollywood nooit willen kopiëren, en op de duur laat je dat ook gewoon los.

Bén jij eigenlijk een presentator, of speel je die rol?

VAN GEEL: Nee, maar ik ken de truken van de foor. Ik weet dat ik voor een publiek speel, dus er zal altijd een minimale uitvergroting zijn, de acteur zal de presentator altijd een beetje aandikken. Soms, als ik naar mensen als Graham Norton kijk, besef ik: ik kan alleen maar presenteren zoals ik presenteer. Tot nu toe lukt dat aardig en blijven er vragen komen om van alles te doen. Maar ik ben geen presentator pur sang, niet iemand die morgen net zo goed The Voice kan doen.

België is een moeilijk land om het soort dingen te doen dat ik doe. Wij zijn op tv ook nogal, euh, honkvast. De Koen Wauters van nu is nog altijd de Koen Wauters van toen. Er is er ook maar één. (lacht) Weet je wat het grote verschil is met Amerika? Zelfs een banaal gesprek over een hond die op het tapijt kakt, is straffer als je dat met Obama of Tom Cruise voert in plaats van met Koen Wauters of Bart Peeters. Datzelfde gesprek wordt dan meteen…. géniaal! Waarmee ik natuurlijk niet wil zeggen dat Wauters en Peeters geen toppers zijn, maar je begrijpt wat ik bedoel.

Het is een moeilijke zoektocht hoor: wat moeten en kunnen we nog doen? Hoe maken we een entertainmentshow waarover gesproken wordt? Ik denk dat we vooral heel kritisch moeten blijven. Zeker nu het tweede seizoen van Jonas & Van Geel nadert, denk ik daar hard over na.

‘We zijn allemaal amateurs, we hebben geen tijd om iets anders te zijn’, zoals jullie zeiden ten tijde van Amateurs.

VAN GEEL: Blij dat je dat aanhaalt, want die quote – van Charlie Chaplin – heeft al veel betekend voor mij: we hebben er niet alleen een reeks aan opgehangen, ze heeft mijn hele leven vergemakkelijkt. Alles wat ik doe, alles wat ik te zeggen heb, valt te reduceren tot die ene zin: ik probeer maar, net zoals jij, net zoals wij allemaal.

Ik was onlangs met Jef Hoogmartens iets nieuws aan het schrijven toen ik botste op een quote van Walt Disney: I would rather entertain and hope that people learned something, than educate people and hope they were entertained. Ik las dat en dacht: fuck, ik ben blij dat iemand als Walt Disney er zo over denkt. Dit is zo… toepasselijk.

Waarom precies?

VAN GEEL: We leven in een tijd waarin ‘dingen’ soms gewoon geen ‘dingen’ meer kunnen zijn. Vorig jaar had je die discussie over Canvasprogramma’s, allé, die moesten plots ook al entertainmentwaarde hebben. Dan denk je: alles moet… wat is dat woord? Help, ik kan er niet op komen. De tegenhanger van entertainment?

Volksverheffing?

VAN GEEL: Nee, dat niet. Allé, fuck! Dat ik nu niet op dat woord kan komen! Maar verder over entertainment: je maakt zoiets als Jonas & Van Geel, je krijgt flink wat kletsen, je denkt daarover na, je vraagt je af: is het allemaal wel de moeite waard? Onlangs kreeg ik een brief van een kijker: ‘Jonas, ik vind het zo fijn dat ik al mijn privéshit drie kwartier kan vergeten door gewoon naar Jonas & Van Geel te kijken.’ Dan denk je weer: tja, zou het dan toch de moeite waard zijn?’

Nu ben ik nog altijd aan het zoeken naar dat woord. Een tv-programma moet… allé!

Goed zijn…

VAN GEEL: Ja, sowieso. Enfin, maakt niet uit.

PATROUILLE LINKEROEVER

Vanaf 30/3 elke woensdag om 20.35 uur op VTM.

TEGEN DE STERREN OP

Laatste aflevering: woensdag 23/3 om 20.35 uur op VTM.

DOOR ANDREAS ILEGEMS

Jonas Van Geel : ‘IK WEET NIET OF PATROUILLE LINKEROEVER ZAL SCOREN. ER ZITTEN MOMENTEN IN WAARVAN WE DACHTEN: FUCK, ZOUDEN WE DIT WEL DOEN?’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content