Theater Stap zet ons op ‘De bank’ om te kijken naar het pakkende leven

© Bert De Mulder
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Luc Nuyens en Frank Dierens wilden al jaren ‘iets’ met de spelers van Theater Stap doen. Ze vroegen Paul Verrept een tekst te schrijven over de essentie van het leven als een mentaal gehandicapt persoon. Het resultaat is een voorstelling voor iedereen vanaf acht jaar over de beperking waar we allemaal last van hebben: zielenpijn.

The Play = De bank

Gezelschap = Theater Stap

In een zin = Rakende voorstelling over de eenzame man op het bankje die we allemaal wel eens zijn en de mentaal gehandicapte spelers van Theater Stap misschien net iets vaker. De sobere regie, het straffe spel en het mooie verhaal sterken het stuk. Enkel naar het einde toe sputtert de machine eventjes. Eventjes omdat de ‘Stappers’ dan in een iets te gekunstelde choreografie worden geplaatst. En omdat – tijdens de opvoering die ik zag – het echte leven in de voorstelling inbrak.

Hoogtepunt = Dierens zit als Jerome op een bankje in het park, er komt een verliefd meisje naast hem zitten. Ze vindt hem wel een mooie man maar… De teleurstelling die Dierens dan in zijn grote, door lachrimpeltjes omringde ogen legt, wordt vanuit alle hoeken van de scène beantwoordt. Dit is de teleurstelling waar elke ‘Stapper’ mee heeft moeten leren leven. Heftig.

Quote = ‘Ik had ineens het gevoel dat ik daar met een reden zat.’

Meer info: www.theaterstap.be

Geen idee wat er aan de hand is. Maar ineens staat een van de actrices aan de zijkant van het met houten planken bedekte toneel te huilen. Verwoed veegt ze de tranen uit haar ogen, houdt haar rechterarm zorgvuldig tegen haar borst en wordt getroost door de omstaande acteurs die ook langs de zijkant zitten terwijl het spel op het centrale deel verdergaat. Terwijl Frank Dierens als Jerome het drama van zijn leven ondergaat, speelt zich een klein drama aan de zijkant van het podium af. Een drama dat even heftig en schoon is om te zien.

Plots zie en begrijp je wat de mentaal gehandicapte acteurs van Theater Stap drijft en ervoor zorgt dat ze al jaren in het professionele theatercircuit meedraaien: lef én hun samenhorigheidsgevoel. Wanneer blijkt dat een van hen zich bezeerde, ontstaat er een subtiele tweede verhaallijn, eentje die die eerste verhaallijn wonderlijk goed illustreert.

Die eerste verhaallijn werd geschreven door Paul Verrept, op vraag van Frank Dierens en Luc Nuyens. Na enkele dagen rondgehangen te hebben bij Theater Stap schreef hij een even eenvoudige als treffende theatertekst over een man die nooit de vleugels heeft gespreid en ‘altijd de zoon van is gebleven’. Daarom heeft hij zich een bankje in het park ’toegeëigend’. Dat bankje verbeeldt tevens de trein des levens, want scenograaf Stef Stessel monteert het bankje zodanig in de houten vloer dat het op rails lijkt te staan. Vanop dat bankje kijkt de man – Jerome – naar de wereld waar wordt gevreeën, gedanst, ruziegemaakt, gewandeld, … Soms slaat hij een praatje met een voorbijganger. Soms deelt hij de stilte met hen.

En neen, dat resulteert niet in een oersaaie of o zo meelijwekkende voorstelling. Frank Dierens en Luc Nuyens zijn acteurs in hart en nieren. Maar naast speelvogels zijn ze beiden ook verknocht aan straf teksttheater. En dat sterkt de creatie. Nuyens zit als verteller op de scène, Dierens speelt de eenzame man. Een gouden zet en niét ingegeven door hun ego. Dierens lijkt de hoofdrol te spelen maar als de centrale figuur kijkt hij vooral – samen met ons – naar de passanten. Die passanten worden gespeeld door de acteurs van Theater Stap die voor een keer niet de vreemde eend in de bijt zijn maar de normale man of vrouw die wandelt in het stadspark.

Dierens en Nuyens vormen de sterke ruggengraat van de voorstelling en zorgen dat de alles vooruitgaat, vangen toevalligheden op en vertellen het verhaal. De Stappers zijn het hart van de voorstelling. Zij smijten zich vol overgave en pakkende openheid als stuurse dame, verliefde maar te eerlijke vrouw, vechtende broers, bodybuilder op zoek naar een vrouwtje, snoepend meisje,…. Zo passeert het leven op een grappige en treffende manier.

Tot dat leven inbreekt in de voorstelling. Van zodra de hele groep voelt dat er iets mis is met een van de actrices, ontwikkelt zich die tweede verhaallijn. De priemende ogen van de Stappers hebben niet enkel meer aandacht voor Dierens en Nuyens maar ook voor hun collega die het lastig heeft. Er wordt net iets langer gewacht op haar, er wordt net iets intenser naar haar gekeken terwijl ze de scènes spelen alsof er niets aan de hand is. Tijdens het slotbeeld – en het wat te zoete einde van het verhaal – maken de Stappers een tableau vivant omheen Dierens-op-zijn-bankje. Ineens wordt er een extra arm op de schouder van de actrice met de bezeerde arm gelegd. En zo tonen de Stappers hoe dit verhaal ieders verhaal is. Hoe alleen je je ook voelt, je bent het nooit. Hoeveel pijn je ook hebt, je draagt die pijn nooit alleen. Zeker niet als je een Stapper bent.

Els Van Steenberghe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content